Het dodencijfer van de ramp, die maandag ontstond toen na wekenlange regenval de rivier de Solie buiten zijn oevers trad en de plaatsen Jimani in de Dominicaanse Republiek en Fond Verrette in Haïti overspoelde, is inmiddels gestegen tot 363, terwijl honderden nog worden vermist.

Een verslaggever van het persbureau Associated Press telde aan de Dominicaanse kant van de grens minstens 180 doden. Zo’n honderd andere doden waren volgens Virgilio Mejia van de Dominicaanse Nationale Reddingscommissie met trucks in een massagraf gedumpt. Meer dan 250 mensen werden vermist. Het Haïtiaanse ministerie van Binnenlandse Zaken meldde zeker 83 doden en 62 vermisten.

„Ik heb de doden in het lijkenhuis bekeken en ik kon er geen een herkennen”, zei Jude Joseph (30) uit de Haïtiaanse hoofdstad Port-au-Prince, die familie in Jimani bezocht. Minstens vijftig doden aan de Dominicaanse kant van de grens waren Haïtianen.

„Ik heb ze vanochtend gevonden”, zei Shela Lena (24) over haar schoonzus en haar neefje van drie.

Meer dan 150 doden werden buiten Jimani door vrachtwagens in een massagraf gestort. Familieleden waren niet aanwezig. Aan de Dominicaanse kant wonen veel Haïtianen illegaal en zij zouden het niet aandurven om de lichamen van familieleden op te eisen omdat zij dan de kans lopen over de grens te worden gezet.

Bewoners wier huizen onder het natuurgeweld overeind waren gebleven hoosden dinsdag het water uit hun woonkamers. Stoelen en matrassen dreven in diepe poelen water, terwijl donkere wolken nog meer ellende over de mensen dreigden uit te storten.

Medische teams spanden netten tegen de muskieten. De muggen kunnen parasieten verspreiden die malaria en knokkelkoorts veroorzaken. Sommige mensen kregen ook injecties tegen tetanus.

Amerikaanse mariniers van de multinationale troepenmacht die na de val van president Jean-Bertrand Aristide de orde in Hati moest herstellen, waren naar Fond Verrette onderweg om te helpen. Veel wegen aan beide kanten van de grens zijn nog onbegaanbaar.

Elena Diaz (42) verloor haar dochter. Snikkend staat zij in de rij voor het mortuarium, op zoek naar haar schoonzoon en drie kleinkinderen. „Ze hebben mijn dochter gevonden. Nu moet ik zien of ik nog familie over heb.”