Buitenland

Frankrijk koerst aan op breuk met oude politiek

In Frankrijk stevent de partij van president Emmanuel Macron in de peilingen af op een absolute meerderheid in het parlement. De oude politieke partijen zetten de Fransen daarmee bij het schroot.

Mark Wallet
10 June 2017 18:15Gewijzigd op 16 November 2020 10:45
De Franse president Emmanuel Macron zaterdag in Oradour-sur-Glane. beeld AFP
De Franse president Emmanuel Macron zaterdag in Oradour-sur-Glane. beeld AFP

Toen op 7 mei duidelijk werd dat Macron de Franse presidentsverkiezingen had gewonnen, oordeelden de commentatoren: Goed, maar het echte werk begint nu pas. En dat is de uitvoering van zijn programma. Want gaat Macron dat redden?

Macron was de verkiezingen ingegaan met ambitieuze doelstellingen, zoals de broodnodige hervorming van de Franse economie. Hij beloofde onder meer de arbeidsmarkt te liberaliseren en het ontslagrecht te hervormen. Het zijn hete hangijzers die op geduchte tegenstand kunnen rekenen van de in Frankrijk oppermachtige vakbonden en het parlement. De beloftes van de voorgaande presidenten, Nicolas Sarkozy en François Hollande, liepen stuk op die instanties.

In het geval van Macron komt daar nog eens bij dat hij bij zijn verkiezing nog niet eens een partij achter zich had, enkel een beweging. Voor het eerst in decennia hadden de Fransen gekozen voor iemand die niet tot de twee traditioneel grootste partijen behoorde: de socialistische of de centrumrechtse. Macron presenteerde zich als de kandidaat die besloten had „de regels van de politiek te tarten. Mijn loyaliteit gaat alleen uit naar mijn land, niet naar een partij, een functie of een persoon”, schrijft hij in zijn boek ”Révolution”.

Dat klinkt interessant, maar tegelijk is duidelijk dat de verhoudingen in het parlement cruciaal zijn voor het welslagen van het programma van de president. De stembusgang van morgen en volgende week noemen Fransen niet voor niets wel de derde ronde van de presidentsverkiezingen (zie ”Verkiezingen voor Assemblée”). Een Franse president heeft veel macht, maar om goed te kunnen regeren hebben Macron en zijn premier Edouard Philippe een meerderheid in het parlement nodig.

Nu zijn Fransen in het algemeen geneigd de gekozen president ook een ruim mandaat mee te geven in het parlement, maar de grote vraag was of dat in dit geval ook zou gebeuren. Allereerst moest de partij van Macron na 7 mei nog vorm krijgen, en ten tweede had een groot deel van de Fransen bij de eerste ronde van de presidentsverkiezingen voor kandidaten gekozen die lijnrecht tegenover Macron staan.

In de eerste ronde van 23 april haalden de uiterst rechtse Marine Le Pen en de uiterst linkse Jean-Luc Mélenchon samen bijvoorbeeld ruim 40 procent van de stemmen. Beide kandidaten zijn zeer verschillend, maar ze komen hierin overeen dat hun sociaal-economisch programma haaks staat op dat van Macron. Ze zijn beiden bovendien sterk anti-Europees, in tegenstelling tot Macron.

Des te opmerkelijker is het dat de partij ”La République en marche” van Macron in de peilingen afstevent op een glorieuze overwinning en zelfs op een absolute meerderheid. Wat zegt dat over de Franse beoordeling van de politiek? Macron heeft altijd gezegd noch links, noch rechts te zijn. Staat met deze verwachte uitslag daarom het aloude links-rechtsschema in de politiek op de helling?

Dat lijkt iets te kort door de bocht. Uit een onderzoek van bureau Ifop blijkt dat nog altijd 61 procent van de Fransen zich als politiek ”links” dan wel ”rechts” beschouwd. Macron weet beide groepen echter kennelijk te verenigen.

Interessant is daarbij ook dat van de centrumrechtse Republikeinen slechts 24 procent hoopt dat de partij zich sterk oppositioneel gaat manifesteren ten opzichte van Macron en eenzelfde percentage zelfs wil dat de partij hem gewoonweg steunt. Bij de socialisten ligt het nog straffer: slechts 10 procent verlangt harde oppositie, terwijl 44 procent op steun hoopt.

De kwalificaties ”links” en ”rechts” mogen dan nog niet verdwijnen, tegelijk wordt steeds duidelijker dat de Fransen kennelijk een andere vorm van politiek verlangen. Als de peilingen kloppen, dan betekenen de komende verkiezingen niets minder dan „de verwerping van de bestaande partijen”, schreef de krant Le Figaro deze week. Het zal „niet slechts een stem voor afwisseling zijn, maar een stem voor een breuk.” De krant tekent erbij aan dat die antistem ironisch genoeg wel gegeven wordt aan een pro-Europese en hervormingsgezinde kandidaat.

Daarmee zijn de anti-Europese krachten natuurlijk nog niet uitgewerkt. Een zwakke oppositie vanuit de gevestigde partijen, zal de bewegingen op de flanken enkel in de kaart spelen.

Verkiezingen voor Assemblée

Na de presidentsverkiezingen in april en mei gaan de Fransen zondag en volgende week naar de stembus om de samenstelling van de Assemblée Nationale te kiezen. Deze verkiezingen volgen sinds 2002 direct op de presidentsverkiezingen. Voor de stembusgang hebben zich in 577 kiesdistricten 7882 kandidaten gemeld.

Om in één keer te worden verkozen hebben kandidaten een absolute meerderheid van de stemmen nodig en moeten ze bovendien een kwart van de geregistreerde kiezers achter zich weten te krijgen. Naar de tweede ronde gaan alle kandidaten met ten minste 12,5 procent van de stemmen achter zich.

In de huidige Assemblée hebben de socialisten nog een meerderheid, maar die houden in de peilingen slechts een fractie van de huidige zetels over.

RD.nl in uw mailbox?

Ontvang onze wekelijkse nieuwsbrief om op de hoogte te blijven.

Hebt u een taalfout gezien? Mail naar redactie@rd.nl

Home

Krant

Media

Puzzels

Meer