Atlantikwall-auteur: Ontzag voor Duitse bunkers mag tegenwoordig
Oorlogsbunkers prikkelen de fantasie. Wie zo’n betonnen kolos betreedt, stapt in gedachten zo de gevechtstijd binnen. De donkere en dikke muren vertellen het verhaal van dreiging, geheimzinnigheid en spanning.
„Je weet dat hier soldaten met geweren en mitrailleurs dienst deden”, zegt Geert-Jan Mellink, auteur van twee boeken over de Atlantikwall, de 6000 kilometer lange Duitse verdedigingswal langs de West-Europese kust.
Tijdens de Bunkerdag zijn zaterdag zo’n zeventig bunkers geopend voor het publiek. In totaal telt Nederland er enkele duizenden (510 zware, met een muurdikte van minimaal 2 meter), waarvan een groot deel verborgen ligt onder het zand.
Af en toe duiken er nog nieuwe op. Ze worden ontdekt door groepen fanatiekelingen die volledig in de ban zijn van de verdedigingswerken, zoals de Haagse Bunker Ploeg en de Zandvoortse Bunkerploeg.
Mellink: „Ze lokaliseren deze zelf en gaan er naar binnen. Je zou denken dat precies bekend is waar de bunkers liggen, maar dat is niet zo. De documentatie is niet best, sommige zijn gewoon vergeten.”
Economische collaboratie
De Atlantikwall, waar de bunkers deel van uitmaken, kent een bijzondere geschiedenis. Zo’n 300.000 Nederlanders die langs de kuststreek woonden, moesten er tijdens de Tweede Wereldoorlog voor wijken. De helft van hen in Den Haag.
Wie in Duitse archieven zoekt, stuit op diverse voorbeelden van economische collaboratie. „Veel bunkers zijn door Nederlandse aannemers gebouwd”, zegt Mellink. „Maar de dramatiek slijt. Enkele jaren geleden sprak ik met oudere mensen die destijds hadden moeten verhuizen voor deze bunkers. Ze stonden soms wel een uur in de rij om bij een bunker naar binnen te kunnen. Ook zij waren geïntrigeerd. Dat vond ik bijzonder.”
Onderkomen torpedoboten
Het tekent de afgenomen weerzin tegen dit stukje Duits erfgoed. Mellink vertelt dat het twintig jaar geleden nog niet mogelijk was om een nationale bunkerdag te organiseren. Zaterdag gebeurt dat pas voor de vierde keer. „Het sentiment liet dat nog niet toe. Nu pas voel je ontzag voor de bouwwerken. Als je de Atlantik-wall als één geheel beschouwt, is dit het grootste bouwwerk van Europa. Tegenwoordig hoef je het enthousiasme over het Duitse vakmanschap niet meer te verbergen.”
Zelf is Mellink erg gecharmeerd van de bunker van Arthur Seyss-Inquart, door de nazi’s aangesteld als rijkscommissaris van Nederland, aan de rand van het Haagse landgoed Clingendael. „Een boerderijbunker die diende als toevluchtsoord voor hem.”
Maar tijdens de open bunkerdag kijkt hij uit naar een andere persoonlijke primeur: het betreden van de Schnellbootbunker in IJmuiden. „Een soort hangar van enkele honderden meters lang en ongeveer 25 meter hoog. Tijdens de oorlog was het een onderkomen voor de torpedoboten. De omvang van die bunker tart elke beschrijving. Ik heb daar oprecht bewondering voor.”