Macabere speurtocht in Texas
In Texas zijn alle ogen gericht op gouverneur Greg Abbott en zijn plan om agenten te dwingen mee te werken aan de jacht op illegale migranten. Ondertussen kampt de staat met nóg een tragedie: die van dode latino’s.
Televisiezenders in Texas verdrongen zich begin vorige week in het Capitool in Austin. Daar boog het Texaanse parlement zich over wet SB4. Gouverneur Abbott eist via het voorstel de medewerking van elke agent om bij een aanhouding ook naar iemands verblijfsstatus te vragen. Het parlement zag rood van de demonstranten. Zij menen dat Abbott en president Trump jacht maken op illegalen.
Als Chloe McDaneld op de begraafplaats van het plaatsje Rio Grande City haar schop in de grond steekt, is er geen camera in de buurt. De 27-jarige, bijna afgestudeerde antropologe stuurt een groepje studenten aan van de Texas State University. Ze zijn op zoek naar migranten die hier moeten zijn begraven. Met als doel: de resten alsnog identificeren en hopelijk naar huis sturen.
„We zouden graag willen weten hoeveel migranten er jaarlijks overlijden in alle county’s (gemeenten) langs de grens”, zegt onderzoeksleider en hoogleraar biologische antropologie Kate Spradley. „Maar we zullen het nooit weten. Niemand houdt statistieken bij.” Het kunnen er honderden zijn, maar ook duizenden. Het maakt haar project Identifying Migrant Remains in Texas uniek in Amerika.
De meeste van de in Rio Grande City begraven migranten verdronken terwijl ze de gelijknamige grensrivier overstaken. Vaak gaat het om één slachtoffer, soms om meerdere, zoals ooit vijf drenkelingen nabij Chapeno, een dorpje 40 kilometer naar het westen. De kans is groot dat ook die vijf personen hier een rustplaats hebben. Hoeveel migranten er precies liggen? Niemand die het weet. Maar kerkhoven langs de grensrivier de Rio Grande liggen vol ongeïdentificeerde lichamen. Zonder naam, zonder herdenkingsteken.
Dodelijke corridor
Zweet parelt McDaneld langs het gezicht. Het is windstil tussen de zerken en 37 graden in de schaduw. Alleen krekels hebben het hoorbaar naar hun zin. In het anderhalve meter diepe gat stuitte McDanelds groepje tot dusver op twee lichamen. Een roze vaantje markeert één vindplaats.
Toch is het zoeken naar een speld in een hooiberg. Want het enige kompas voor Spradley is het geheugen van de 90-jarige doodgraver Andres Lopez. En de aanwijzingen van een lokale begrafenisondernemer. „Volgens Lopez moeten er twintig tot dertig lichamen liggen”, verklaart de hoogleraa.
Jaarlijks proberen zo’n 400.000 latino’s ongezien de Verenigde Staten te bereiken. Dat zijn vooral Guatemalanen, Salvadoranen en Hondurezen. Mensen die het geweld in eigen land proberen te ontvluchten. Een groot deel wordt gepakt, al bij de Mexicaanse zuidgrens. Maar een deel glipt erdoorheen.
De trip is allerminst eenvoudig. Ten eerste zijn de coyotes of gidsen die migranten tegen betaling naar de overkant brengen, in dienst van de drugkartels. Vaak kost een overtocht duizenden dollars. Het oversteken van de Rio Grande, buiten het zicht van Border Patrol, camera’s en patrouille-vliegtuigjes, is een hele toer. Maar dan begint het pas.
Honderd kilometer landinwaarts heeft de Border Patrol opnieuw inspectieposten geïnstalleerd. Zo ook op de Highways 77 en 281, die vanuit de Rio Grande Valley noordwaarts voeren. De migranten worden enkele kilometers voor die wegblokkades gedropt met de opdracht er in een wijde boog omheen te lopen.
Het is ruig terrein en de temperatuur kan de 40 graden passeren. Wie niet goed voorbereid is, raakt makkelijk uitgedroogd en gedesoriënteerd. En wie de gids niet bijhoudt, is verloren. „Het is de corridor des doods”, zegt Eddie Canales van de South Texas Human Rights Center.
Brooks County is de dunbevolkte Texaanse gemeente waarin de beruchte inspectiepost van Highway 281 ligt. Het aantal lichamen dat er achterbleef op ranches en langs wegen, groeide de gemeente boven het hoofd. Vele honderden waren het er. Geld voor autopsie of DNA-onderzoek was er niet. En dus werden ze begraven, soms met vijf tegelijk in een zak, op het lokale kerkhof. Spradley en haar team wisten er uiteindelijk ruim 200 terug te vinden voor identificatie.
Autopsie
„Ik onderzocht de slachtoffers die op 11 september 2001 in het Pentagon vielen”, vertelt James Fancher. Hij is forensisch tandarts en werkte lange tijd voor het leger. Maar nu helpt de Texaan bij het project van Spradley. „Van de Brooks Countyslachtoffers heb ik er zeker honderd bekeken.” Dat is niet zo veel minder dan het aantal slachtoffers dat in het Pentagon stierf: 125.
„Eigenlijk moet elk lichaam naar een patholoog-anatoom worden gestuurd”, weet Fancher. Maar van alle Texaanse grensgemeenten heeft alleen Laredo zo’n medical examiner. „Een autopsie kost al snel 2500 dollar. Als daar identificatie via DNA bij komt plus repatriëring naar huis, loopt het helemaal in de papieren. Deze grensgemeenten zijn de armste van het land. Daarvoor hebben ze het geld niet. Ik neem het de mensen niet kwalijk, maar het systeem wel. Het is niet juist.”
Van een afstandje kijkt Fancher toe hoe McDaneld met haar team een zak uit de kuil naar boven tilt. Onder de snikhete zon leggen ze het ingepakte lichaam op de geelbruine aarde. Een van hen schrijft nummers op de witte plastic zak. Dan is het lichaam klaar voor transport. Richting de snijtafels van de Texas State University. En hopelijk: via identificatie terug naar huis, in Mexico of Centraal-Amerika.
In totaal vinden Spradley en haar team dertien naamloze migranten. Ze wil later terugkomen om verder te speuren. „Dit is een humanitaire crisis. Veroorzaakt door de harde migratiepolitiek van onze regering. Het bouwen van muren dwingt migranten risicovollere routes te kiezen. Maar Washington doet niets om de gevolgen op te lossen. Dat laat het over aan de armste gemeenten van het land. Ik noem dat triest.”