Het Witte Huis liet weten dat het voorlopige uitstel bedoeld is om de kansen op vredesonderhandelingen tussen Israël en de Palestijnen, die dromen van een eigen autonome staat, „te maximaliseren”. Beide partijen beschouwen Jeruzalem als hun hoofdstad. De Palestijnen claimen het oostelijk deel, de Israëli de hele stad.

Het Amerikaanse Congres nam in 1995 al een wet aan die de verplaatsing van de ambassade regelde, maar sindsdien stelden alle presidenten de uitvoering telkens met zes maanden uit om de nationale veiligheid niet in gevaar te brengen.

Israël reageerde teleurgesteld op het besluit van Trump, maar sprak de hoop uit dat het er op afzienbare tijd toch van komt. „We stellen het op prijs dat president Trump zijn vriendschap met Israël tot uitdrukking heeft gebracht en blijft bij zijn toezegging de ambassade in de toekomst te verhuizen”, stond in een verklaring van premier Benjamin Netanyahu. „Israël blijft van mening dat de Amerikaanse ambassade, evenals de ambassades van alle landen waarmee we diplomatieke betrekking onderhouden, gevestigd zou moeten zijn in Jeruzalem, onze eeuwige hoofdstad.”