„Wij verwachten dat de verschillende overeenkomsten die tijdens deze ontmoeting worden gesloten de betrekkingen tussen Indonesië en een onafhankelijk Oost-Timor zullen versterken”, zei de Indonesische minister van Buitenlandse Zaken, Hassan Wirayuda, bij aanvang van de besprekingen op het Indonesische eiland Bali.

Maandag sloten beide landen een akkoord over het normaliseren van de postdiensten en het toegankelijk maken van de enclave Oecussi, die wordt omringd door Indonesische grondgebied. De Oost-Timorese interim-minister van Buitenlandse Zaken, José Ramos Horta, zei dat onderhandelaars voorts dicht bij een overeenkomst zijn met betrekking tot vrijheid van reizen voor lokale dorpelingen in het grensgebied.

Vertegenwoordigers van beide zijden en een delegatie van de Verenigde Naties slaagden er echter niet in overeenstemming te bereiken over de uitlevering van verdachten van misdaden. Hoewel aanklagers van het VN-tribunaal in Oost-Timor 99 Indonesische soldaten en miliciens hebben aangeklaagd voor gewelddadigheden in Oost-Timor, weigert Indonesië ze uit te leveren.

De onderhandelaars hopen nog akkoorden te sluiten met betrekking tot andere bilaterale kwesties als de terugkeer van vluchtelingen, afbakening van de gezamenlijke grens en toestemming voor Oost-Timorese studenten om onderwijs te volgen aan Indonesische universiteiten.

Intussen hebben meer dan 100.000 Oost-Timorese vluchtelingen in West-Timor te kampen met voedselgebrek. Ze zijn bijna door hun voorraden heen, zo meldde de Jakarta Post dinsdagmorgen. Door recente overstromingen in het gebied is een deel van de rijstoogst verloren gegaan.

De regering van Indonesië besloot om met ingang van dit jaar geen voedselhulp meer naar de vluchtelingenkampen te sturen. Door de economische crisis zit de regering krap bij kas. Maar met het besluit hoopt ze de vluchtelingen er ook toe te bewegen om terug te keren naar Oost-Timor, omdat het er weer veilig zou zijn. Veel vluchtelingen zijn daar niet zo zeker van.