De top werd zaterdag ontsierd door het weglopen van de Libische leider Muammar Gaddafi tijdens een toespraak van secretaris-generaal Amr Moussa, het wegblijven van acht andere regeringsleiders en het vertrek van vier deelnemers voordat de conferentie officieel was beëindigd. Gaddafi zei te zijn weggelopen omdat hij zich niet in de agenda kon vinden. Onenigheid over de agenda leidde er eerder al toe dat de top twee maanden werd uitgesteld.

De documenten die door de aanwezige hoogwaardigheidsbekleders van de 21 lidstaten en de Palestijnen werden goedgekeurd, schieten zoals gebruikelijk tekort op het punt van concrete afspraken. Anders dan bij eerdere topconferenties is dit keer uitdrukkelijk een poging ondernomen de deelnemende landen aan hun toezeggingen te houden. In een speciaal document met de naam ”Belofte van overeenstemming en solidariteit” worden de lidstaten ertoe verplicht de besluiten van de Arabische Liga volledig uit te voeren. Het gaat daarbij om maatregelen „die een betere toekomst voor de Arabische landen en hun volken garanderen” en „rampen zoals afscheiding, verdeeldheid en onderlinge strijd moeten voorkomen.”

Amr Moussa wees er op een persconferentie na afloop van de top op dat het document nog moet worden goedgekeurd door de regeringen en de parlementen van de lidstaten. Hij noemde de topconferentie een succes, ondanks de afwezigheid van ruim de helft van de leiders op de slotzitting.

Arabische politieke analisten zeiden sceptisch te zijn over het resultaat van de top, maar tekenden tegelijkertijd aan dat de mogelijkheid van internationale interventie de Arabische wereld onder druk zet hervormingen door te voeren.