Bezoek Koizumi aan Noord-Korea verdeelt Japan
De Japanse premier Koizumi nam een enorme politieke gok toen hij eerder deze maand onverwachts aankondigde Noord-Korea te bezoeken. Na zijn historische bezoek van afgelopen zaterdag keerde de premier met vijf van de acht familieleden van vijf gekidnapte Japanners terug. Niettemin kreeg Koizumi in Pyongyang een ijskoude douche.
De Japanse premier onderging de ene na de andere belediging tijdens zijn korte bezoek aan de dictatoriale staat. Op het vliegveld van Pyongyang werd hij ontvangen als ware hij een doorsnee afgevaardigde. Kim Jong Il was grotendeels afwezige. De belangrijke onderhandelingen met de Noord-Koreaanse leider duurden slechts anderhalf uur, een tweede gesprek werd plotseling geannuleerd. De Japanse premier kreeg bovendien geen maaltijd aangeboden.
Toch was het bezoek van Koizumi aan Noord-Korea niet geheel zonder succes. Koizumi wist Pyongyang ertoe over te halen vijf van de acht familieleden van de vijf gekidnapte Japanners naar Japan over te laten komen. De vijf waren in de jaren zeventig door Noord-Koreaanse agenten gekidnapt. In oktober 2002 keerden zij terug naar Japan, maar Noord-Korea hield hun familieleden -zeven kinderen en een echtgenoot- achter.
Zaterdag volgden vijf kinderen Koizumi naar Japan, waar zij laat in de avond arriveerden. Hun aankomst werd live gevolgd op alle Japanse televisienetten. Urenlang was er vrijwel niets anders op de televisie te zien. Kranten deelden op straat speciale edities uit met het nieuws. Japan leefde mee.
Drie anderen, een echtgenoot en twee dochters, bleven in Noord-Korea achter. De echtgenoot is Charles Robert Jenkins, een voormalige sergeant van het Amerikaanse leger. In 1965 verdween hij plotseling tijdens een patrouille in Zuid-Korea. De VS zien hem als een deserteur. Tijdens een gesprek met Koizumi vertelde Jenkins dat hij wist dat de Amerikaanse ambassadeur hem naar de VS wil zenden, waar hem de krijgsraad wacht. Jenkins zal nu samen met zijn dochters zijn vrouw in Peking ontmoeten.
De vreugde over de hereniging van de twee gezinnen werd getemperd door het besluit van Jenkins en de dochters achter te blijven. Maar de grootste domper was Koizumi’s onvermogen meer informatie te krijgen over het lot van tien andere ontvoerde Japanners. Tijdens zijn vorige bezoek aan Noord-Korea werd hem verteld dat zij inmiddels overleden waren, maar het bewijs dat hiervoor werd geleverd, was erg dun. Hun familieleden zijn ervan overtuigd dat zij nog leven en tegen hun wil in Noord-Korea worden vastgehouden.
Voor zijn vertrek naar Noord-Korea had Koizumi de familieleden beloofd dat hij alles zou doen om de waarheid te achterhalen. Ondanks de enorme cadeaus die hij meebracht -250.000 ton voedsel en 10 miljoen dollar aan medicijnen- was het enige wat de Japanse leider wist los te krijgen een belofte van Kim Jong Il het onderzoek te heropenen.
De in Tokio wachtende familieleden waren razend. Shigeru Yokata, vader van Megumi, die op 13-jarige leeftijd door Noord-Koreaanse agenten werd ontvoerd, noemde het „de slechtst mogelijke uitkomst.” „Het resultaat is desastreus”, zei Yuko Hamamoto, broer van een van de gerepatrieerde Japanners. „Ik heb het gevoel dat mijn hart in stukken is gescheurd.” De volgende dag werden in Japan overal handtekeningen verzameld om Koizumi onder druk te zetten. Yokata eiste zelfs dat de Japanse premier zijn verantwoordelijkheid neemt voor het resultaat en aftreedt.
Ook in de kwestie van de Noord-Koreaanse atoomwapens wist premier Koizumi zijn land enkel teleur te stellen. Zoals gewoonlijk bevestigde Kim Jong Il het Noord-Koreaanse recht atoomwapens te bezitten. De enige belofte die Koizumi ontving, was dat Noord-Korea het moratorium op het lanceren van raketten in stand zal houden en dat het zal blijven onderhandelen om de atoomkwestie vreedzaam op te lossen.
Hoewel veel Japanse politici blij zijn dat vijf van de acht achtergebleven familieleden nu eindelijk in Japan zijn, toonden zij zich verre van tevreden over de verdere resultaten van de onderhandelingen.
Voormalig minister van Economische Zaken Hiranuma -een partijgenoot van Koizumi- zei dat hij „uitermate ontevreden” was. „Het resultaat was slecht gezien het feit dat de premier naar Noord-Korea ging. Er was geen nieuwe informatie over de tien vermiste personen. Er werd zelfs niet gepraat over het feit dat er mogelijk meer mensen zijn ontvoerd door Noord-Korea.”
Oppositieleider Okada sprak zijn zorgen uit over Koizumi’s beloftes voor humanitaire hulp. „Het is duidelijk dat de hulp verbonden is met het komen van de familieleden naar Japan. Het heeft een slecht precedent geschapen voor toekomstige onderhandelingen.” Zijn partijgenoot Sengoku viel hem bij: „Vanaf nu zal Japan moeten betalen voor de veiligheid van vermiste personen en als er vooruitgang wordt geboekt in de kwestie van atoomwapens. Het is net ruilhandel.”