Apaches tweede keus bij uitzending Irak
Een week na de begrafenis van de eerste Nederlandse militair die in Irak sneuvelde, stuurt de regering zes Apache-gevechtshelikopters die kant op. Maar wat doet een Apache tegen een handgranaat?
Parlementaire gevechtshelikopters zijn de robuuste Apaches eens genoemd. Dat was toen ze in februari 2001 op aandrang van de Kamer naar Djibouti moesten om de Nederlandse mariniers in Eritrea te beschermen. Tussen de heli’s en de mariniers zat zes uur vliegen.
In Irak lijken de Apaches beter op hun plaats. In het inmiddels ook onrustige zuiden van het land moeten ze „de ogen en oren van de commandant zijn”, zegt een woordvoerder van de luchtmacht. Dat Nederland opereert in de Britse sector in Zuid-Irak lijkt iedereen vergeten. Leveren de Britten dan geen ogen en oren, geen informatie?
Nog opvallender is het tijdstip waarop de Apaches naar de zandbak afreizen. Volgende week, met nog anderhalve maand voor de boeg. Half juli loopt de termijn van Nederlandse deelname aan SFIR af. Kabinet en Kamer moeten de komende weken beslissen over verlenging van de missie.
Opnieuw lijken de Apaches inzet van een politiek steekspel. Stuurt defensieminister Kamp ze nu om de partijen die verlenging van de missie afwijzen (PvdA) of dreigen af te wijzen (D66) over de streep te trekken? Vanzelf niet, klinkt het vanuit het ministerie aan het Plein in Den Haag. Nu is er de noodzaak.
De zes Apaches zullen volgende week op eigen kracht naar Zuid-Irak vliegen. Een reis van enkele dagen. Maar konden de heli’s -waarvan de luchtmacht er dertig in huis heeft- niet eerder? Uit voorzorg? En dan nog: Wat doet een Apache tegen een handgranaat? Een handgranaat die bijna twee weken geleden een einde maakte aan het leven van sergeant Dave Steensma. Het antwoord is simpel: niets.
De AH-64D beschikt weliswaar over een groot wapenarsenaal (neem alleen al de Hellfire lasergeleide antitankraket), maar zal die in Irak niet gebruiken. De helikopter moet het vooral hebben van „de prachtige sensoren”, weet de luchtmachtwoordvoerder. Hij doelt dan onder andere op daglichtcamera’s en een infraroodcamera, waarmee 127 keer kan worden ingezoomd. Dat komt neer op een bereik van 6 à 7 kilometer. Overdag, maar ook ’s nachts. „Daarmee kunnen minder prettige elementen worden opgespoord.” Maar niet uitgeschakeld. „Het is aan de commandant om er grondpatrouilles op af te sturen.”
Bij dit alles komt dat de Apache eigenlijk tweede keus is. Eerder vroegen de in Irak gestationeerde mariniers om Orion-patrouillevliegtuigen. De recent gemoderniseerde toestellen kunnen met fijnmazige apparatuur complete provincies vanuit de lucht in de gaten houden. Kamp wilde de Orions niet sturen omdat de vliegtuigen en het bijbehorende vliegkamp Valkenburg worden opgedoekt. Een glansrijke rol voor de in de boeken al afgeschreven Orion kwam de minister zeer slecht uit.
Daarom nu de Apaches. Zes exemplaren van dit type staan al enkele maanden in Afghanistan. Behalve dat er ginds een keer op een Apache is geschoten, komen er weinig berichten over de inzet van de heli’s in dat land. Misschien is dat maar goed ook. Geen bericht, goed bericht.