Dr. Hans Krabbendam duikt als calvinist in roomse archieven
Een kenner van Amerika die in de rooms-katholieke archieven duikt. Dr. Hans Krabbendam verruilde recent het Zeeuwse Roosevelt Study Center voor het Katholiek Documentatie Centrum in Nijmegen. Een calvinist aan het roer van een instituut dat in heel andere tradities wortelt. „Er zijn verschillen, maar er zijn veel meer overeenkomsten.”
Het is zoeken naar een parkeerplaats. Het universiteitscomplex in de stad die zich graag de oudste van Nederland noemt, kent vooral grote verzamelplaatsen voor fietsen. Voor Hans Krabbendam is dat voldoende. Hij bezit geen auto, mag graag af en toe hardlopen en maakt altijd gebruik van het openbaar vervoer en de tweewieler. „Je kunt, als je er rekening mee houdt, goed zonder auto. Ik heb wel een rijbewijs. Dat kun je bijvoorbeeld in Amerika niet missen. Ook op het platteland van Zeeland is het erg lastig zonder auto, maar we hebben altijd in de stad gewoond.”
Hij heeft een „groene vrouw”, meldt hij en passant. „Ze is betrokken bij A Rocha, een beweging van christenen die zorg willen dragen voor de schepping. In het christendom zijn schepping en milieu nog altijd stiefkindjes.”
Het Katholiek Documentatie Centrum (KDC) valt onder de Radboud Universiteit en bevindt zich op de eerste etage van de universiteitsbibliotheek. Het is door een glazen wand gescheiden van de bibliotheek. In de studiezaal herinneren foto’s en andere afbeeldingen in vitrines aan het rijke roomse leven van weleer. Aan de wand hangt een schilderij met daarop het portret van paus Johannes XXIII, die opriep tot meer oecumene. In een hoek staat een lessenaar, eens gebruikt door ”doctor” Herman Schaepman, de eerste priester die lid werd van de Tweede Kamer. Samen met Abraham Kuyper wist hij in 1901 een rechtse coalitie te smeden.
Sinds 16 januari zwaait Krabbendam de scepter over het KDC, met ongeveer 10 kilometer archief een centrale plaats voor de geschiedenis van de rooms-katholieken in Nederland. Het instituut telt 45 medewerkers, ruim de helft van hen werkt als vrijwilliger. De anderen zijn collectiespecialisten en bronnenontsluiters.
Wat doet het Katholiek Documentatie Centrum?
„Het KDC bewaart en beheert de archieven van katholieke maatschappelijke organisaties in Nederland zoals de Katholieke Volkspartij (KVP), de KRO, vakbonden, scholen en ziekenhuizen. De kerkelijke collecties zijn opgeslagen in de bisdommen; de kloosterarchieven hebben een eigen verzamelplaats.”
Wat viel u hier het meeste op?
„Eerst de enorme rijkdom van die archieven en daarnaast de goede samenwerking; met de bibliotheek en met andere universiteitsafdelingen. Ik ervaar echte dienstbaarheid en een sterk verantwoordelijkheidsgevoel. Deze universiteit is een gemeenschap met hart voor de zwakken en oog voor de menselijke maat. Ik voelde me al snel thuis.”
Krabbendam verblijft van maandag tot en met vrijdag in de universiteitsstad. Hij verhuist in juni richting Nijmegen. „Het kostte wel wat moeite om in deze overspannen markt een geschikte woning te vinden. Ik heb nu een tijdje een weekendhuwelijk.” Hij groeide op in Katwijk, woonde in Middelburg. „Ik voelde me altijd een kustbewoner.” Vader, moeder en de vier kinderen waren aangesloten bij de Nederlands Gereformeerde Kerken.
Een beschermde omgeving?
„Nee, niet echt. Eigenlijk behoorden we niet tot de kern van Katwijk; het dorp is vooral hervormd. Ik ging er naar de protestants-christelijke Calvijnschool, een van de weinige niet-hervormde scholen. In ons gezin was absoluut geen sprake van een antihouding in welke richting dan ook. Ik werkte als jongen bij een katholieke bollenboer uit Katwijk aan den Rijn. In mijn studententijd kwam ik bij de christelijke studentenvereniging Ichthus in aanraking met studenten die rooms-katholiek waren opgevoed. Ook hadden mijn ouders verschillende rooms-katholieke vrienden.”
Reformatorische kringen staan nog altijd op gespannen voet met de roomse leer.
„Die spanning is er vooral binnen de reformatorische zuil. Ik bespeur een parallel met de heftige reacties die moslims nu oproepen bij veel leden van reformatorische kerken. Dat komt denk ik omdat ze zichzelf vaak definiëren tegenover datgene wat ze niet zijn. Ik kijk liever naar de positieve krachten in die kringen, om daar je voordeel mee te doen.
Historisch is die veroordeling van de roomse leer verklaarbaar, maar nu minder goed te begrijpen. Ik lees bijvoorbeeld werk van de bekende theoloog Edward Schillebeeckx en ervaar vooral verwantschap en verrijking.”
U koos tijdens uw studie bewust voor verdere verdieping in Amerika.
„Mijn belangstelling voor de Amerikaanse geschiedenis had ik al op jonge leeftijd. Als jongen van een jaar of twaalf was ik geboeid door een feuilleton over landverhuizers in het Nederlands Dagblad. Toen is die fascinatie begonnen. Later is me opgevallen dat bij veel vakgenoten de eerste aanzet voor hun belangstelling voor Amerika teruggaat op jeugdboeken. Zelfs ”Pietje Bell in Amerika” heeft daaraan bijgedragen. Jeugdliteratuur kan je vormen.”
De verrichtingen van president Trump volgt u op de voet. Zijn uw zorgen vergroot door de recente ontwikkelingen?
„Onvoorspelbaar gedrag kan heel gevaarlijk zijn in gespannen situaties. Aan de andere kant kun je met een kromme stok soms een rechte slag toebrengen. Mijn bezorgdheid overheerst omdat Trump een land bestuurt alsof het een bedrijf is. Daarbij maakt hij structurele denkfouten en weet je vaak niet wat hij precies bedoelt.” Krabbendam slaat direct een bruggetje: „Hij is de tegenhanger van bijvoorbeeld paus Franciscus, die, juist in het Lutherjaar, in woord en gebaar probeert wederzijds begrip te kweken.”
Toch nog even Amerika. Legt u uw werk als commentator neer?
„Mijn belangstelling blijft, maar ik ga me wel anders oriënteren. Ik vertegenwoordig nu dit instituut. Pas is me door het RD gevraagd om een boek over Amerika te recenseren. Dat deed ik voorheen vaker, maar nu heb ik dat met spijt in het hart moeten afslaan.”
U slaat na lange tijd een geheel nieuwe weg in. Waarom en waarom nu?
„Ik heb in totaal 26 jaar met veel plezier bij het Roosevelt Study Center gewerkt, dat ook een nieuwe fase ingaat. Dit is een goed moment om iets nieuws te beginnen. Ik ben 52. Als je iets anders wilt, moet je niet te lang wachten. Onze kinderen studeren en mijn vrouw doet vertaalwerk. Dat kan overal. Bovendien heeft ze een deel van haar jeugd in Nijmegen doorgebracht en zag ze een terugkeer helemaal zitten.”
Sinds 2014 was u in Middelburg raadslid voor de CU. Was het moeilijk om dat los te laten?
„Ik mis de lokale politiek zeker. Ik maakte deel uit van een fantastische fractie en had het er uitstekend naar mijn zin, met onder meer financiën en duurzaamheid in mijn portefeuille. Concrete zaken waar ik me in mocht verdiepen; als nieuwkomer kun je echt doorvragen, je concentreren op de grote lijnen en met een frisse blik naar problemen kijken.”
De overstap van de academie naar het documentatiecentrum was voor sommigen een verrassende. Kunt u dat begrijpen?
„De breuk is minder groot dan hij lijkt. Amerika is in zekere zin vergelijkbaar met de rooms-katholieke wereld. Beide zijn internationaal, hebben een enorme schaalgrootte, tal van vertakkingen en oefenen veel macht uit. En ik belandde niet in een totaal nieuwe wereld. Mijn stap naar Nijmegen doorbreekt vanzelfsprekendheden, van een protestantse naar een rooms-katholieke omgeving, van Zeeland naar Nijmegen. ”Change perspective”, is de slogan van de Radboud Universiteit. In het Engels, dat klinkt vertrouwd en het past me heel goed. Het is ook voor mij een welkome wisseling van perspectief.”
Hoe bedoelt u dat?
„Voorheen bestudeerde ik de geschiedenis vooral vanuit protestantse ervaringen, bijvoorbeeld in emigratiepatronen. Ik werk nog aan een boek over Amerikaanse protestanten die na de oorlog Europa probeerden te herkerstenen. Zij zagen staatskerken en homogene katholieke gebieden als de kern van het probleem. Nu ben ik me veel meer bewust van het perspectief van de Europese ontvangers.”
Was er bij uw sollicitatie geen cultuurdrempel?
„Toen ik de advertentie las, heb ik eerst een vriend en collega die het KDC goed kent om advies gevraagd. Hij voorzag een goede match. Ik heb die vraag ook gesteld aan de vertegenwoordiger van de universiteit. Mijn achtergrond bleek geen enkel probleem te zijn, want de documentatie is wel katholiek, maar het centrum als zodanig niet. Affiniteit met het rooms-katholieke gedachtegoed was wel een voorwaarde, en daar voldeed ik aan.”
Wat is uw opdracht?
„Dit instituut is in 1969 opgericht om zo veel mogelijk archieven te redden van opruimingsdrift ten gevolge van het ontzuilingsproces. Dat is prachtig gelukt, er liggen nu bijna 1400 collecties en honderdduizenden foto’s. In de volgende fase moest al dat materiaal worden ontsloten. Ook dat staat goed op de rails. Het draait niet om nostalgie, al tref je natuurlijk charmante stukjes uit het rijke roomse leven aan. Het is mijn taak om te vernieuwen en de ervaringen te gebruiken bij het zoeken naar historische trends. Zo willen we een bijdrage leveren aan reflectie op en discussie over huidige uitdagingen, zoals de plaats van religie in het publieke domein.”
Is er in de praktijk al wat zichtbaar?
Krabbendam veert op, zoekt even tussen zijn paperassen en toont een brief. „We kunnen prachtig aansluiten bij het project van prof. Fred van Lieburg van de Vrije Universiteit in het onderzoek naar het volkspetitionnement van 1878. Abraham Kuyper wierf een half miljoen handtekeningen tegen de onderwijswet. Dat inspireerde de rooms-katholieken om ook in actie te komen, wat 164.000 handtekeningen extra opleverde. Dat was opzienbarend, want 25 jaar daarvoor stonden beide groepen nog lijnrecht tegenover elkaar. In deze brief staat dat we kunnen rekenen op een bijdrage van het Dr. Kuyperfonds en een soortgelijk verzoek ligt bij het Dr. Schaepmanfonds. Het zou prachtig zijn als deze samenwerking zich herhaalt.”
Gaat het rooms-katholieke denken u beïnvloeden?
„Ik zie de kracht en de zwakheden van de Rooms-Katholieke Kerk. Kracht in de lange traditie en het bewaren van de eenheid, daardoor raakt ze niet in paniek door de secularisatie. De eenheid, die door de hiërarchie wordt bevorderd, is ook een zwakheid omdat lokale gemeenten weinig autonomie hebben. Over het sacrale karakter, zoals van de eucharistie, denk ik heel anders, maar het zet me wel aan het denken over de formuleringen in de protestantse traditie.”
U blijft protestant?
„Ja hoor, dat gaat heel goed samen met deze baan. Maar misschien dat we ooit nog eens allemaal katholiek worden. Dat zou mooi zijn.”
Hans Krabbendam
Dr. Hans Krabbendam (52) werd geboren in Utrecht en groeide op in Katwijk. Hij studeerde geschiedenis in Leiden en daarna in Ohio (VS). Eenmaal terug in Nederland kreeg hij een promotieplaats bij het Roosevelt Study Center, dat recent van naam is gewijzigd en nu Roosevelt Institute for American Studies heet. Hij werkte er 26 jaar, waarvan een groot deel als adjunct-directeur. Begin dit jaar begon hij als directeur van het Katholiek Documentatie Centrum in Nijmegen. Krabbendam is in Middelburg aangesloten bij de christelijke gereformeerde kerk. Hij is gehuwd en heeft drie kinderen: één dochter en twee zoons.