Turkse bombardementen wekken wrevel
De Verenigde Staten en Rusland hebben woensdag afzonderlijk geprotesteerd tegen de Turkse luchtaanvallen in Syrië en Irak. Moskou noemde de bombardementen onacceptabel, terwijl de VS eerder gewaarschuwd hadden willen worden.
Turkse gevechtstoestellen bestookten recentelijk Koerdische doelen in Irak en Syrië. Bij die aanvallen kwam ook een aantal YPG-strijders om het leven. De groep is in Syrië de belangrijkste partner van het Westen in de strijd tegen Islamitische Staat. Turkije ziet in de militie een verlengstuk van de verboden PKK.
Een Amerikaanse legerwoordvoerder stelde dat Amerikaanse militairen zich op enkele kilometers afstand bevonden van een van de plekken die werden gebombardeerd. Hij klaagde dat de waarschuwing over de aankomende luchtaanval te laat kwam en bovendien te vaag was om de eigen manschappen in veiligheid te brengen.
„We kregen de waarschuwing minder dan een uur voordat de aanval werd uitgevoerd”, stelde de woordvoerder. „Bovendien was dit een notificatie. Er was geen sprake van coördinatie, zoals je dat zou verwachten van een bondgenoot en partner in de strijd tegen Islamitische Staat.”
Ook het Russische ministerie van Buitenlandse Zaken zei zich „ernstig zorgen” te maken over de aanvallen. „Het feit dat de Turkse luchtaanvallen werden uitgevoerd op het grondgebied van soevereine staten, waarvan de regeringen werden gepasseerd, moet wel een bron van zorgen zijn”, meldde het departement volgens staatspersbureau TASS.