Russische diplomaat klaagt over „westerse fobie”
Russen zien het liefst vrede in de wereld. Dat is de „alfa en de omega” van hun buitenlands beleid. Voor de veiligheid in de wereld werkt Rusland graag samen met de voormalige vijand, de NAVO. Jammer is dat die liefde van één kant komt, vindt Moskou. De NAVO heeft immers de deur dichtgedaan.
Aleksandr Groesjko is het Nederlands nog altijd niet verleerd. Zo’n dertig jaar geleden werkte hij als jong diplomaat op de ambassade van de Sovjet-Unie in Den Haag. Later werkte hij in Vlaanderen. Hij geniet van de gelegenheid om weer eens wat Nederlands te spreken. Maar zodra het over zaken gaat, voelt hij zich veiliger in het Engels.
Meestal zeggen diplomaten dat het heel goed gaat tussen het land waar ze vandaan komen en de regering waar ze naartoe zijn gestuurd. Maar Groesjko niet. Hij klaagt steen en been. Bijvoorbeeld over vliegtuigen van NAVO-landen op de militaire basis Ämeri in Estland. „Dat is vijf minuten vliegen van Sint-Petersburg.”
In 2012 werd Groesjko ambassadeur van Rusland bij de NAVO. De relatie tussen het Kremlin en het NAVO-hoofdkwartier in Brussel is nooit zonder spanning geweest, maar de grootste stormen kwamen na de Oekraïense crisis in 2014. De schuld daarvan ligt volgens het westerse bondgenootschap volledig bij Rusland. „De NAVO zal zich nooit neerleggen bij de annexatie van de Krim”, aldus een bron in het NAVO-hoofdkwartier.
Als diplomaat heeft Groesjko de taak om de relaties zo soepel mogelijk te houden. Momenteel lukt dat niet. „Het zit allemaal dicht tegen nul”, zegt hij met een diepe zucht. „De NAVO heeft al onze gezamenlijke projecten stopgezet. Ons grootste project was het trainen van Afghaanse officieren. We hebben er 4000 zien langskomen. Dat was een succes. Het is jammer dat dit stilligt.”
Het ontbreekt Rusland en de NAVO nu aan een „positieve agenda”, zegt Groesjko. Er is alleen heel veel wat beide partijen níét doen, en nauwelijks iets wat ze wél doen. „Na de NAVO-top van Warschau (in juli 2016, EvV) is onze relatie veranderd van samenwerking naar afschrikking.”
Die afschrikking is heel concreet, zegt Groesjko. „In Polen en de Baltische staten (Estland, Letland en Litouwen, EvV) is de oorlogsvoorbereiding gaande. Overal is Oost-Europa zien we transport van wapens. En in het zuiden zien we oorlogsschepen op de Zwarte Zee.”
Afschrikking is niet zomaar een woord. Het is een woord met een historische lading uit de Koude Oorlog. En dat is precies wat de Russische gezant bedoelt. „We zijn terug in de tijd van toen. Het niveau van bewapening is lager, maar het patroon is hetzelfde.”
Alles wat Oost en West na de Koude Oorlog hadden bereikt, staat op losse schroeven. „We hebben jarenlang hard gewerkt aan militaire de-escalatie. Met wapens kan immers een ongeluk gebeuren, dat kan leiden tot een conflict. Hoe minder wapens, hoe meer veiligheid.”
Toekomst
Het belangrijkste platform voor de Russische samenwerking met de NAVO is de NAVO-Russische Raad (NRC, van NATO Russia Council). Die bestaat vanaf 2002. In dit verband ontmoeten vertegenwoordigers van de 28 NAVO-lidstaten regelmatig Russische functionarissen. Maar na de gebeurtenissen op de Krim, in februari 2014, ligt dit stil.
Voor de toekomst van de verhoudingen verwijst de ambassadeur naar de NAVO-bondgenoten. „Het hangt van hen af. Ik ben er diep van overtuigd dat we niet terug moeten naar de Koude Oorlog. Er zijn talloze dreigingen die internationale samenwerking vereisen. Geen enkele staat of regio is een eiland van veiligheid. De bestrijding van Islamitische Staat heeft topprioriteit. Denk ook aan Syrië en Iran. Dit vraagt samenwerking zonder bijbedoelingen.”
Welke reden zou de NAVO kunnen hebben troepen te verzamelen aan de westelijke grens van Rusland?
„Dat moet u de NAVO-landen vragen. Over ónze vreedzame bedoelingen hoeft geen twijfel te bestaan. Na de Koude Oorlog zijn wij onze afspraak nagekomen door alle troepen weg te halen uit Oost-Europa. In 1991 hebben wij ook de onafhankelijkheid van de Baltische staten erkend.
Tegen deze achtergrond wantrouwen wij de samentrekking van troepen rond onze grenzen. Wij zien niet alleen NAVO-vliegtuigen boven de Baltische staten. Er varen ook oorlogsschepen zeer dicht bij ons op de Oostzee en de Zwarte Zee. Dat is bedreigend. Terwijl Rusland altijd kiest voor samenwerking, in terreurbestrijding en handel in energie.
De Baltische staten waren tot 2014 voor Rusland „militair irrelevant”, zegt Groesjko. „Maar door deze nieuwe wapenwedloop is dat helemaal veranderd. Die troepenbewegingen die daar voor het oog van iedereen plaatsvinden, roepen het beeld van vijandigheid op.”
Binnen het NAVO-hoofdkwartier wijst men op de 300.000 Russische militairen aan de westgrens.
Groesjko glimlacht. „Vergeet niet: onze mensen bewegen zich op ons eigen grondgebied. Bovendien is het heel normaal dat een land zijn grenzen bewaakt. Per kilometer grens hebben wij internationaal gezien juist heel weinig militairen; wereldwijd staan wij op nummer 40.”
Een belangrijke oorzaak van de onrust langs de grens ligt in de uitbreiding van de NAVO met Oost-Europese lidstaten vanaf eind jaren negentig. „Bij de eenwording van Duitsland in 1990 sprak het Westen met de Sovjet-Unie af dat er geen NAVO-troepen in Oost-Europa zouden worden gevestigd, en dat ook de Sovjet-Unie haar troepen zou terugtrekken. Dat laatste is gebeurd.
Wij hebben het Warschaupact opgeheven. Je zou verwachten dat de NAVO hetzelfde zou doen. Maar wat is er gebeurd? De nieuwe Amerikaanse president Clinton zette de deur van de NAVO open voor alle landen die wilden toetreden. Dat was een schending van onze afspraken.”
Kortom, een behoorlijke uitdaging voor een diplomaat.
Groesjko wacht even. „Theoretisch wel. Maar om samen te werken heb je twee partijen nodig. Met sommige landen valt nauwelijks een gesprek te voeren.”
De NAVO-lidstaten zeggen dat de uitbreiding nodig was omdat landen in Oost-Europa zich niet veilig voelden in de buurt van Rusland.
„We spreken niet over percepties, maar over feiten.” De ambassadeur verwijst naar een artikel uit het Duitse weekblad Der Spiegel. Zijn assistent stuurt dit artikel uit 2009 later na.
Uit gespreksverslagen die daarin worden aangehaald, blijkt dat de Duitse minister Genscher en zijn Amerikaanse collega Baker inderdaad bij hun Sovjetcollega Sjevardnadze (op zijn minst) de indruk wekten dat de NAVO niet naar het oosten zou uitbreiden. Uit die verslagen is echter niet duidelijk of deze toezeggingen waren bedoeld voor de korte termijn, of ook voor de lange.
Groesjko: „De belofte was dat de NAVO geen troepen zou vestigen in het voormalige gebied van het Warschaupact. En wat doet men? De lidstaten wisselen elkaar af. In theorie is het dan geen permanente vestiging aan de Russische grens, maar in de praktijk natuurlijk wel. Het is spelen met definities.”
De NAVO stuurt haar troepen alleen omdat Polen en de Baltische staten de bondgenoten daarom hebben uitgenodigd.
„Sommige mensen denken dat we Tallinn (hoofdstad van Estland, EvV) willen binnenvallen. Maar er is geen reden om aan onze vreedzame intenties te twijfelen.
De landen in het oosten noemden zich lange tijd frontstaten. Dat gaf hun natuurlijk politieke aandacht en geld, maar het was niet erg realistisch.”
Hoe gaat u om het wantrouwen tegen uw land?
Groesjko tilt zijn hand op. „Wij gaan daar zakelijk mee om. Ik spreek met alle NAVO-partners. ”
Hoe herstelt u het wederzijds begrip?
„Na de Krimcrisis in 2014 heeft de NRC twee jaar niet vergaderd. In 2016 hebben we weer drie ontmoetingen gehad en eind maart opnieuw één. In die zin is er verbetering. Feit blijft dat de NAVO onze vitale veiligheid in gevaar brengt.”
Ontmoet u begrip in de NAVO-Russische Raad?
„Nou, veel van wat we doen komt neer op het beperken van schade. Wij zouden echter liever samen met de NAVO iets opbouwen. Dat Koude Oorlogdenken moet weg.”
U benadrukt uw vreedzame intenties. Kunt u uw NAVO-partners daarvan overtuigen?
„We leggen dat overal uit. Maar ja, tegen fobieën valt niet te praten.”
Is de annexatie van de Krim nog steeds een probleem voor de NAVO?
„Dat moet je aan de lidstaten vragen. Voor ons ligt de zaak helder: als 97 procent van de inwoners in een referendum zegt terug te willen naar de Russische Federatie, dan is men welkom. Wist u trouwens dat de onafhankelijkheid van Kosovo zelfs zonder referendum door 24 van de 28 NAVO-lidstaten wordt erkend?”
Datzelfde geldt voor het NAVO-lidmaatschap voor Oost-Europese landen: in diverse referenda bestond hiervoor overweldigende steun.
„Dat kan zo zijn. Maar het opendeurbeleid van Clinton was het breken van een belofte.”
Geldt uw verzet tegen uitbreiding ook Montenegro, dat momenteel bij de NAVO in de wachtkamer zit?
„Natuurlijk. Wie bereidt er nu een invasie in Montenegro voor? Ook deze uitbreiding verzwakt de veiligheid in Europa en is daarom een stap terug.”
Het Westen maakt zich zorgen over Russische activiteit in Oekraïne.
„Die zaak is simpel. Oekraïne weigert de afspraken van Minsk uit 2015 uit te voeren. De oostelijke regio’s rond Donetsk en Loegansk krijgen geen aparte status. Ook de grondwetsherziening blijft uit. Intussen gaan de operaties van het leger door.”
Is het waar dat in het oosten van Oekraïne Russische vrijwilligers actief zijn?
„Dat zal vast. Er wonen daar 4 miljoen mensen, van wie velen militaire ervaring hebben. Daarnaast zijn er veel maatschappelijke organisaties. Omdat het gebied Russischtalig is, hoeft het niet te verbazen als daar vrijwilligers rondlopen. Zij hebben het gevoel dat ze hun land verdedigen.”
Zolang u het zo blijft zeggen, komt u nooit dichter bij elkaar. Alle NAVO-landen zien dit totaal anders.
„Tja, hier spelen de genen van de NAVO mee. De eerste secretaris-generaal, baron Ismay, zei dat de NAVO er was om de Amerikanen binnen te houden, de Duitsers eronder, en de Russen erbuiten. Dat is altijd zo gebleven. Wij zouden graag onze gezamenlijke belangen dienen. Met beide benen op de grond.”
Topdiplomaat
Aleksandr Groesjko (1955) koos in de Sovjet-Unie voor een loopbaan bij het ministerie van Buitenlandse Zaken. Hij was gevestigd op diverse vertegenwoordigingen in Europa, waaronder Nederland. In 2005 werd hij onderminister van Buitenlandse Zaken. Vanaf 2012 is de topdiplomaat ambassadeur van de Russische Federatie bij de NAVO.