Paasappel hhg Ede: Leerling worden van de Schrift
Christenen moeten meer leerling worden van de Schrift en minder onder de indruk zijn van de wereld om hen heen.
Die boodschap klonk maandagmiddag tijdens een paasappel in de Zuiderkerk te Ede. De bijeenkomst, georganiseerd door een werkgroep van de hersteld hervormde gemeente van Ede, Bennekom en Wageningen e.o., trok ongeveer 250 jongeren.
Het thema ”Bestemming bereikt?” werd belicht door twee predikanten aan de hand van de geschiedenis van de Emmaüsgangers uit Lukas 24. Ds. W. J. C. van Blijderveen, hersteld hervormd predikant te Woudenberg, had als onderwerp ”Op weg in verwarring”, terwijl ds. A. A. Egas, predikant van de christelijke gereformeerde kerk te Nieuwkoop, sprak over ”Op weg met blijdschap”.
De Emmaüsgangers waren in verwarring door wat er die dag gebeurd was, zei ds. Van Blijderveen. Ze hadden gehoord dat het lichaam van de Heere Jezus niet meer in het graf lag en vrouwen vertelden hun dat ze Hem ontmoet hadden. De twee concludeerden dat de vrouwen overstuur waren. De Heere Jezus had echter al eerder gezegd dat Hij zou opstaan. De Vreemdeling die Zich bij hen voegde, herkenden ze niet. „God hield hun ogen dicht, nadat ze zelf hun ogen gesloten hadden voor het verhaal van de vrouwen. De Heere gaf hun onderwijs. Ze moesten niet leven bij ervaringen, maar bij het Woord.”
De predikant begrijpt dat jongeren in verwarring kunnen raken en gaan twijfelen als het in hun leven heel anders gaat dan ze eerst dachten. Er blijft echter een zekerheid. „Ook als ik twijfel of mijn bekering wel echt is en ik me afvraag of ik me niet bedrogen heb, blijft de zekerheid dat de Heere Jezus is opgestaan. Als Pasen niet waar zou zijn, zou alles op losse schroeven staan.”
Vanuit de zekerheid van de Schrift sprak de predikant over twijfels die er kunnen zijn. Verwarring kan volgens ds. Van Blijderveen heel goed veroorzaakt worden door „wat we zien en horen om ons heen.” Hij adviseerde om meer te letten op wat er in de Schrift staat. „Het Woord luidt: „Wie tot Mij komt, zal Ik geenszins uitwerpen.” Waardoor laten we ons leiden: door de Schrift of door wat we om ons heen horen?”
Ook ds. Egas wees op het belang van de Bijbel. „We bladeren vaak zomaar wat in de Bijbel. We moeten echter leerlingen van de Schrift worden en niet zo veel babbelen.”
Hij zei dat het maar de vraag is of jongeren de Heere Jezus als predikant zouden willen hebben. „Er is niemand met zo veel liefde voor de mensen als Hij, maar er is ook niemand zo scherp als Hij. Hij noemt de Emmaüsgangers, zo staat het in de Engelse King Jamesbijbel, dwazen. Zou je nog eens naar een dominee gaan als die je een dwaas noemt?”
Ds. Egas wees erop dat het licht in het hart van de twee wandelaars opging toen Jezus de Schriften uitlegde. „Ze werden geraakt tot in hun diepste vezels.”
De predikant vindt het moment van het afscheid cruciaal. „Wat doe jij als je niet meer zonder Hem kunt? Ga je dan naar huis en volg je je eigen weg, of zeg je: „Ik laat U niet gaan tenzij Gij mij zegent?” Het is het heerlijkste moment als de Heere Jezus Zich aan jou wegschenkt.”
Toch is daarmee niet alles gezegd. „De Emmaüsgangers gingen het hun broeders vertellen. Zou jij de boodschap van de vergeving van de zonden niet aan anderen willen vertellen? Daarin ligt toch je bestemming als je een kind van God bent?”