Burgemeester I. Opstelten en wethouder veiligheid M. van den Anker spreken van een trendbreuk. Het eerste jaar onder het bewind van Opstelten steeg de veiligheidsindex, het meetinstrument waarmee de gemeente de veiligheid aangeeft, nauwelijks: van 5,61 naar 5,64. Dat kwam het college op kritiek te staan. Nu is een behoorlijke stap gezet: naar 6,2. Daarmee laat de stad de categorie ”bedreigd” achter zich en zit hij nu in de categorie ”aandacht”. De volgende stap is ”veilig”.

Van de 62 wijken in Rotterdam is de situatie in 40 wijken fors verbeterd. Rotterdam heeft volgens de cijfers nog vijf onveilige buurten over. Dat waren er in 2002 acht. Van de wijken die toen als onveilig te boek stonden, zijn er vier opgeschoven tot probleemwijk. Dat zijn het gebied rond het Centraal Station, Middelland, Spangen en Oude Noorden.

Hillesluis is als enige wijk afgezakt naar de status ”onveilig” en vormt nu met Oude Westen, Cool/Nieuwe Werk/Dijkzigt, Tarwewijk en Zuidplein de laagste categorie in Rotterdam. In 2006 mag de stad van het bestuur helemaal geen onveilige wijken meer hebben.

„De veiligheidsaanpak werkt”, zegt Opstelten. „Dat is geen goednieuwsshow, want de index is gebaseerd op feitelijke gegevens en het oordeel van bewoners.” Volgens hem is Rotterdam er nog lang niet. „We liggen op koers, maar het moet nog stukken beter. Als je nu mensen in onveilige wijken gaat interviewen, dan zijn ze nog niet tevreden. In deze buurten moeten we dus nog fors inzetten.” Alle deelgemeenten scoren hoger op de index. Van de 62 wijken zijn er 40 fors gestegen, het aantal onveilige wijken is gedaald van acht naar vijf. „Het predikaat ”veilig” geven we als er aan het eind van dit jaar nog maar één onveilige wijk over is.” Opstelten weet het zeker: „In 2006 hebben we onze doelen gehaald.”

Volgens Opstelten is de overheid weer de baas op straat. Dat uit zich in dalende criminaliteitscijfers en een groter gevoel van veiligheid bij de inwoners. De politie zegt meer zaken aangebracht te hebben en gaat de komende tijd meer aandacht schenken aan overlastgevende jongeren in de Rotterdam-West.

Alleen het openbaar vervoer scoort slechter. Het aantal incidenten rond tram en metro is de afgelopen maanden toegenomen. Volgens Van den Anker komt dat door de strengere kaartcontroles, die bij sommige reizigers tot agressie leiden.

Dat zegt ook vervoerswethouder S. Hulman. „Er wordt nu veel meer geregistreerd. Camera’s worden continu afgelezen”, aldus Hulman. „Daarnaast zit er nu op elke tram een conducteur en zijn er ingangscontroles en toegangspoortjes in metrostations. We zien dus meer en schrijven het op. Het lijkt dus meer, maar het is het niet. Het zwartrijden in de tram is verminderd van 20 procent in 2002 tot 2 procent in 2003.”

Zorgenkind blijft het stadscentrum van Rotterdam, dat met 3,0 het laagst scoort in de veiligheidsindex. De situatie was in 2003 beter dan het jaar ervoor (2,3), maar diefstal, drugsproblemen, geweld en overlast maken van het hart van de stad nog altijd een onveilig gebied.

Veiligheidswethouder Van den Anker wil er niet van weten dat het succes van de toegenomen veiligheid mede is toe te schrijven aan het door haar voorgangster Rabella de Faria ingezette veiligheidsbeleid. Zij werd door haar partij, Leefbaar Rotterdam, weggestuurd opdat ze niet functioneerde. „Het succes is vooral aan de bevolking zelf, aan bestuurders en aan een preventief en repressief beleid te danken.”