Minder asielzoekers, meer nareizigers
De Immigratie- en Naturalisatiedienst (IND) kreeg vorig jaar te maken met een kleinere stroom asielzoekers dan in 2015. Er waren wel relatief veel nareizende familieleden van Syrische vluchtelingen en ook veel asielzoekers uit veilige landen zoals Albanië.
Dat blijkt uit de jaarcijfers die maandag zijn gepresenteerd. De totale instroom was vorig jaar 31.600. Dat was bijna de helft lager dan in 2015, toen het er 58.900 waren.
In 2016 was 34 procent van de asielzoekers Syriër, gevolgd door Eritreeërs (9 procent) en Albanezen (5 procent). Er waren 18.170 eerste asielaanvragen, 1660 herhaalde aanvragen en 11.810 nareizigers.
Het aantal toegekende asielaanvragen is vorig jaar sterk gedaald: van 70 procent in 2015 naar 54 procent in 2016. Dat kwam onder meer doordat veel asielzoekers uit veilige landen kwamen. Behalve Albanië, zijn dat bijvoorbeeld Servië, Marokko en Algerije. Ook hadden deze mensen vaak al in een ander Europees land asiel aangevraagd, waardoor zij naar dat land moesten terugkeren om de asielprocedure te doorlopen.
Asielzoekers uit veilige landen zijn versneld afgewezen en teruggestuurd. Daardoor waren er meer opvangplekken beschikbaar voor asielzoekers die meer kans hebben om hier te mogen blijven.
De Dienst Terugkeer en Vertrek (DT&V) kreeg in 2016 bijna twee keer zoveel (afgewezen) asielzoekers van de IND overgedragen als in 2015. De DT&V registreerde in 2016 ongeveer 17.000 vertrokken vreemdelingen. Daarvan ging 40 procent zelfstandig onder toezicht, 47 procent zelfstandig zonder toezicht en 13 procent gedwongen.