Buitenland

Drie miljoen Sudanese vluchtelingen zitten klem in Caïro

In het schemerlicht dat door het raam van zijn sobere flat in Caïro valt, vertelt Jere Maluk hoe zijn eens zo rustige stadje Juba in Zuid-Sudan bezweek onder het geweld van de burgeroorlog.

IPS
18 May 2004 09:04Gewijzigd op 14 November 2020 01:14

Miljoenen Sudanezen vluchtten de afgelopen jaren naar Egypte, waar ze vaak zonder mogelijkheid om te werken hun dagen slijten. Het Amerikaanse comité voor vluchtelingen (USCR) schat dat het er zo’n 3 miljoen zijn, terwijl Caïro 17 miljoen inwoners telt. De vluchtelingen voelen zich onveilig en geïntimideerd.

Toen rebellen de stad omsingelden, vluchtte Maluk met zijn vrouw en zes kinderen via de hoofdstad Khartoem naar Caïro. „Ik was bang. Of je nu in Juba of Khartoem zit, het is overal even gevaarlijk. We namen de trein naar Wadi Halfa, daarna gingen we met een Egyptische stoomboot naar Aswan en uiteindelijk belandden we in Caïro.”

Miljoenen Sudanezen met soortgelijke verhalen, vluchtten naar Caïro. De meeste vluchtelingen zien reikhalzend uit naar vrede in hun vaderland. Na twintig maanden onderhandelen en directe betrokkenheid van de Verenigde Staten, staan het Bevrijdingsleger SPLA en de Sudanese regering op het punt een einde te maken aan de langstdurende burgeroorlog in Afrika.

In Caïro voelen de Sudanese vluchtelingen zich onveilig en geïntimideerd. Moses Majak, een Sudanees die in 2001 een vluchtelingstatuut aanvroeg bij het VN-commissariaat voor de vluchtelingen (UNHCR) in Caïro, zet zich er nu voor in medevluchtelingen te behoeden voor geweld van Egyptische bendes. Hij maakte bij de UNHCR melding van herhaaldelijk geweld van een jeugdbende tegen Sudanese vluchtelingen, zowel volwassenen als kinderen: een kind werd op het hoofd geslagen met een Pepsi-fles en liep een gehoorbeschadiging op. Een vrouw werd in haar huis geslagen en beroofd van 3000 Egyptische ponden (ruim 400 euro).

Aangifte bij de politie had geen zin, want de Sudanese migranten genieten geen wettelijke bescherming en kunnen geen zaken aanspannen tegen Egyptische burgers, werd Majak meegedeeld. „Ik heb meer dan twintig incidenten vastgelegd. Maar er zijn er zo veel, dat ik het niet meer allemaal kan bijhouden”, zegt Majak. „De UNHCR zegt niet verantwoordelijk te zijn. Het komt erop neer dat niemand zich verantwoordelijk voelt.”

Egypte erkent het recht op asiel, maar heeft geen asielwetgeving. Toekenning van de vluchtelingenstatus is uitbesteed aan de UNHCR. Maar Majak en zijn familie behoren tot de 15.000 „afgesloten dossiers”: zij hebben geen legale status gekregen en werden ook in hoger beroep niet erkend. Velen van hen werden beoordeeld op grond van strengere maatstaven dan de UNHCR nu hanteert.

„We overwegen geen revisie van de 15.000 afgesloten dossiers”, zegt Alistar Boulton van de UNHCR in Caïro. „Misschien dat er individuele gevallen zijn die onrechtvaardig beoordeeld zijn. Tot op zekere hoogte moet ik erkennen dat de status van vluchteling een kwestie van timing was.”

Barbara Harrell-Bond, oprichtster van de Forced Migration and Refugee Programme van de Amerikaanse universiteit in Caïro, zegt dat de UNHCR geen heldere redenen geeft voor afwijzing van een asielverzoek. „Ze geven alleen een code. ”Loc” betekent ”gebrek aan geloofwaardigheid” (lack of credibility) en ”nwf” betekent ”ongegronde angst”. De UNHCR staat vluchtelingen of hun adviseurs niet toe hun dossier in te zien. Als je in beroep gaat tegen een afwijzing, dan moet je wel over een glazen bol beschikken om te weten waartegen je precies beroep aantekent.”

De vluchtelingen in Caïro weten door de continu veranderende regels niet waar ze aan toe zijn, zegt Harrell-Bond. Een nieuwe aanslag in de Verenigde Staten zou de doorstroming naar dat land lam kunnen leggen. Dat gebeurde ook na de aanslagen van 11 september 2001. Toen werd de migratie zes maanden stilgelegd.

De tienduizenden Sudanezen van wie de zaak afgesloten werd, of die onder de conventie van 1969 werden erkend, of die simpelweg nooit asiel hebben aangevraagd, moeten desondanks proberen om in Caïro te integreren. Tot 1995 had toekenning van de vluchtelingenstatus tot gevolg dat de mogelijkheid om betaalde arbeid in Egypte te verrichten verviel.

Aangezien dat wel was toegestaan aan Sudanezen die zich vrij vestigden, was het voor velen niet interessant om asiel aan te vragen. Die mogelijkheid om na vrije vestiging te werken, werd echter afgeschaft nadat in 1995 in Ethiopië een aanslag werd gepleegd op president Hosni Mubarak. Bij die aanslag zou volgens sommigen de Sudanese regering betrokken zijn.

Jere Maluk kwam de eerste tijd in Caïro, toen hij nog niet mocht werken, door met het onderwijzen van zijn zes kinderen. De kinderen krijgen nu in plaatselijke kerken les in het Arabisch. Maar ze raken achter, zegt Maluk. De meeste tijd kunnen ze niet naar buiten, omdat ze dan het risico lopen te worden lastiggevallen door Egyptische buurtbewoners.

Omdat de vredesonderhandelingen in Sudan vergevorderd zijn, is de UNHCR al bezig met de voorbereidingen voor repatriëring. Maar de situatie in Sudan is nog allesbehalve stabiel.

RD.nl in uw mailbox?

Ontvang onze wekelijkse nieuwsbrief om op de hoogte te blijven.

Hebt u een taalfout gezien? Mail naar redactie@rd.nl

Home

Krant

Media

Puzzels

Meer