Binnenland

„Strijd om titel oudste stad van Nederland is flauwekul”

Welke stad is de oudste van Nederland? Tot voor kort dongen drie gemeenten naar die titel: de markante tegenstrevers Nijmegen en Maastricht en outsider Voorburg. Sinds eind vorig jaar mengt ook Heerlen zich in de strijd. „Een flauwekuldiscussie.”

Gijsbert Wolvers
29 March 2017 19:49Gewijzigd op 16 November 2020 10:11
Het in 1940 ontdekte, Romeinse badhuis in Heerlen, het oudste bewaarde gebouw van Nederland, is te zien in het Thermenmuseum. beeld Thermenmuseum
Het in 1940 ontdekte, Romeinse badhuis in Heerlen, het oudste bewaarde gebouw van Nederland, is te zien in het Thermenmuseum. beeld Thermenmuseum

Regionale media brengen eind vorig jaar het nieuws dat Heerlen mogelijk de oudste stad van Nederland is.

Heerlen is de plaats waar in 1940 een grootse ontdekking wordt gedaan. Al kort na het uitbreken van de oorlog dreigen er voedseltekorten. Daarom besluit Heerlen voedsel te gaan verbouwen op alle braakliggende gronden in de gemeente.

Bij het uitvoeren van dit plan blijft een boer vlak bij het centrum met zijn ploeg achter een Romeinse zuil haken. De Limburgse amateurarcheoloog H. J. Beckers gaat er graven, samen met jongeren uit Heerlen. Die krijgen voor mooie vondsten betaald, dus zij doen hun best vooral munten en luxe aardewerk te scoren. Ze houden echter niet bij op welke plaats en diepte en in welke samenhang ze die voorwerpen vinden. Toch wordt duidelijk dat er een compleet Romeins badhuis onder de aarde verscholen ligt.

Op verzoek van het Rijk haalt Heerlen eind 1940 de Groningse archeoloog prof. dr. Albert van Giffen naar de stad. Dan is echter al bijna het hele badhuis blootgelegd – met zijn kleedruimten, ovens en warm-, lauw- en koudwaterbaden. Van Giffen rest in 1941 alleen nog een strook aan de oostkant van het complex op te graven – dit keer op een verantwoorde manier.

Zand erover

In zijn rapport ”Thermen en castella te Heerlen-Coriovallum” uit 1948 concludeert de Groninger dat het badhuis –waarover inmiddels letterlijk (zilver)zand ligt– in de tijd van keizer Tiberius Claudius, rond 40 na Christus, moet zijn gebouwd. Die conclusie verdwijnt naar de achtergrond door nieuwe opgravingen in Romeins Heerlen in de jaren 50.

De Nijmeegse archeoloog prof. dr. Jules Bogaers vindt bij het badhuis een tegel met een stempel van het 30e legioen dat vanaf 120 bij het Duitse Xanten was gelegerd. De betrokkenheid van de Romeinen bij Heerlen vanaf dat jaartal lijkt daarmee vast te staan.

Deze lezing is leidend als in Heerlen in de jaren 70 onder leiding van de stadsarchivaris een heus museum om het badhuis wordt gebouwd: het Thermenmuseum. In de jaren na de opening in 1977 blijkt het een ware publiekstrekker: jaarlijks komen er 40.000 bezoekers op af.

Oudere datering

Anno 2010 treedt dr. Karen Jeneson aan als conservator van het Thermenmuseum. Samen met collega-archeologen uit Maastricht en de Duitse steden Aken en Jülich richt zij een groep op van steden die hun verleden als Romeinse nederzetting (vicus) gemeenschappelijk gaan onderzoeken.

In alle vier nederzettingen blijken munten, aardewerk en mantelspelden te zijn gevonden uit de periode waarin keizer Augustus regeerde (27 v.Chr.-14 n.Chr.). De groep concludeert dat de steden hun oorsprong hebben in de tijd van Augustus.

Vier jaar later vindt Jeneson de documentatie van Bogaers terug: zijn vondstenboekjes, tekeningen, rapporten. Een nieuwe interpretatie daarvan draagt bij aan haar groeiende vermoeden van een oudere datering van de bouw van Heerlen, vertelt ze desgevraagd. De dakpannen waaruit Bogaers concludeerde dat Heerlen rond 120 moet zijn gebouwd, blijken te zijn verwerkt tijdens een eerdere verbouwing van het badhuis.

Ook vindt Jeneson op het terrein van het badhuis een inscriptie op een brokstuk met de letters ”TICLAV”, oftewel ”TI-CLAU”. Die stamt waarschijnlijk uit tijd van de regering van keizer Tiberius Claudius, die van 41 tot 54 na Christus regeerde. Dit komt overeen met Van Giffens bevindingen. „Als die datering klopt, heeft Heerlen in ieder geval het oudste stenen gebouw van Nederland.”

Hevige strijd

Ondertussen woedt er tussen Maastricht en Nijmegen een strijd over de vraag welke stad de oudste van Nederland is. In 2005 presenteerde Nijmegen zich tijdens de viering van zijn 1900-jarig bestaan nadrukkelijk als zodanig.

Nog in 2009 ruziën toenmalig burgemeester De Graaf van Nijmegen en zijn collega Leers van Maastricht over deze titel. De Graaf schrijft Leers in een brief dat Nijmegen „veel energie, tijd en middelen heeft gestoken in citymarketing, toeristisch en cultuurhistorisch beleid dat als logisch uitgangspunt het unieke karakter van oudste stad van Nederland kent.”

Toch lijkt het pleit allang beslecht. Het is dr. Titus Panhuysen –van 1979 tot 2014 stadsarcheoloog van nota bene Maastricht– die na de vondst van een erezuil in 1980 in Nijmegen deze stad aanwees als Neêrlands oudste. Op de godenpijler staat Tiberius afgebeeld, keizer van 14 tot 37 na Christus. De rijk bewerkte pijler is mogelijk rond 17 opgericht om veldheer Germanicus te eren voor een overwinning tegen de Germanen. Deze zuilen werden vooral in steden van betekenis opgericht, aldus Panhuysen.

Onbetekenende nederzetting

In 2002 noemt Panhuysen de zuil „een monument dat met de vroegste stichting van de stad in verband gebracht kan worden.” Later benadrukt hij echter dat Nijmegen het niet kan waarmaken dat het sinds de Romeinse tijd een stad is geweest. Nadien verviel het namelijk tot een onbetekenende nederzetting.

Anno Domini 2017 schiet Panhuysen in de lach als hem naar zijn visie over de oudste stad van Nederland wordt gevraagd. „Flauwekul”, zegt hij lachend door de telefoon. „En dat Heerlen de oudste stad zou zijn, is nog grotere flauwekul.”

„Kort en goed”, zegt hij, „er zijn in Nederland twee steden die in wettelijke en juridische zin Romeins stadsrecht hebben gekregen: Nijmegen en Voorburg. Nijmegen is omstreeks het jaar 100 de Romeinse hoofdstad van de Bataven geworden en is in die zin ouder dan Voorburg.” Deze plaats werd in 161 de hoofdstad van de Cananefaten, maar werd na de Romeinse tijd verlaten.

Maastricht en Heerlen werden weliswaar continu bewoond, maar waren niet meer dan een nederzetting langs de grote weg van provinciehoofdstad Keulen naar Noord-Frankrijk. Panhuysen: „Maastricht had een brug over de Maas en een belangrijk heiligdom, maar het hoorde bij het district van de toenmalige hoofdstad Tongeren. Heerlen lag op een kruispunt van die weg.” En het badhuis van Heerlen dan? „Elke vicus had een badhuis.”

Voer voor journalisten

Conservator Karen Jeneson van het Thermenmuseum in Heerlen gelooft niet zo in de strijd om de oudste stad van Nederland. Dat is vooral „voer voor journalisten”, stelt ze. Het wetenschappelijk onderzoek naar de Romeinse aanwezigheid in het gehele Euregio gebied, tussen Nijmegen, Keulen en Maastricht, noemt ze „veel interessanter.”

Wel trekt ze enkele conclusies over het „journalistenwedstrijdje”: „Heerlen was in de Romeinse tijd met een nederzetting van 60 hectare ongeveer twee keer groter dan Maastricht.” Over Nijmegen: „Het is jammer dat op grond van één steen met een inscriptie van Tiberius wordt geconcludeerd dat Nijmegen de oudste stad van Nederland is.”

Desalniettemin lijkt de conclusie vooralsnog gerechtvaardigd: Nijmegen is de oudste stad van Nederland, maar Heerlen heeft het oudste stenen gebouw binnen de landsgrenzen.

spannendegeschiedenis.nl

Argumenten voor en tegen onderstaande steden als oudste van Nederland:

Mosae Trajectum (Maastricht)

voor:

  • Romeinse aanwezigheid, vermoedelijk vanaf de late 1e eeuw v.Chr.
  • Eerste Romeinse vondsten: de Romeinse brug in Maastricht (vanaf het eerste kwart van de 1e eeuw n.Chr.), resten van een heiligdom in de museumkelder van hotel Derlon (2e eeuw n.Chr. of eerder).
  • Permanente en ononderbroken stedelijke bewoning sinds komst Romeinen.

    tegen:
  • Geen Romeinse stadsrechten ontvangen.

Oppidum Batavorum (Nijmegen)

voor:

  • Romeinse nederzetting Oppidum Batavorum bij Valkhof, Oost-Nijmegen en legerkampen vanaf het tweede decennium v.Chr.
  • Mogelijk al Romeinse stad vanaf tweede decennium n.Chr. (godenpijler keizer Tiberius (14-37) uit 17 n.Chr.)
  • Verlening Romeinse markt- en stadsrechten tussen 98-102 n.Chr. aan municipium Ulpia Noviomagus Batavorum (West-Nijmegen).

    tegen:
  • Geen continue bewoning, vanaf midden 3e eeuw verlaten.

Forum Hadriani (Voorburg)

voor:

  • Komst Romeinen in 47 n.Chr.
  • Stads- en marktrechten rond midden 2e eeuw n.Chr. door keizer Antoninus Pius.

    tegen:
  • Bewoning begint veel later dan die in Heerlen, Maastricht en Nijmegen.
  • Geen permanente bewoning; rond 270 verlaten.

Coriovallum (Heerlen)

voor:

  • Romeinse nederzetting gesticht rond 15 v.Chr. (munten, militaire mantelspelden en resten bekers gemaakt tussen 20 v.Chr.-0).
  • Vestiging Romeinse veteranen uit de eerste helft van de 1e eeuw n.Chr. (grafmonumenten).
  • Een brok van een in 120 n.Chr. hergebruikte dakpan van ther- men en inscriptie duiden op datering rond regering van keizer Tiberius Claudius (41-54).
  • Markten in de Romeinse tijd wijzen op toekenning marktrecht (vondst delen Romeinse weegschalen).

    tegen:
  • Geen Romeinse stadsrechten.
  • Geen permanente bewoning.

RD.nl in uw mailbox?

Ontvang onze wekelijkse nieuwsbrief om op de hoogte te blijven.

Hebt u een taalfout gezien? Mail naar redactie@rd.nl

Home

Krant

Media

Puzzels

Meer