„Verzetstheoloog Dietrich Bonhoeffer was geen revolutionair”
Voor Dietrich Bonhoeffer ging gehoorzaamheid aan God boven gehoorzaamheid aan de overheid. Maar daarmee was de Duitse theoloog nog geen revolutionair.

Dat stelde prof. dr. G. C. den Hertog, emeritus hoogleraar aan de Theologische Universiteit Apeldoorn, maandag in Amsterdam. Hij sprak op een studiedag over Bonhoeffer aan de Vrije Universiteit. De bijeenkomst was georganiseerd door de Protestantse Theologische Universiteit (PThU) en het Bonhoeffer Werkgezelschap Nederlandstalig, dat veertig jaar bestaat.
Irene Meijer, lid van het eerste uur, vertelde hoe het werkgezelschap in 1977 begon met het bestuderen van teksten van de bekende, in de Tweede Wereldoorlog omgekomen Duitse theoloog Dietrich Bonhoeffer. Er waren toen nog geen vertalingen van zijn werken in het Nederlands. Hoogtepunten vormden voor haar de vierjaarlijkse internationale conferenties, waar aanvankelijk Eberhard Bethge, de vriend van Bonhoeffer, ook aanwezig was. Ze memoreerde dat de belangstelling van evangelischen voor Bonhoeffer sterk is toegenomen en dat er in Kigali een Bonhoeffer Centrum van de grond is gekomen om een bijdrage te leveren aan de verzoening in Rwanda.
De toegenomen belangstelling voor de Duitse theoloog blijkt ook uit het groeiende aantal vertaalde biografieën over hem. Volgende maand verschijnt bij uitgeverij Kok de vierde: de levensbeschrijving door Ferdinand Schlingensiepen, die in 2005 in het Duits uitkwam.
Hoofdmoot gisteren was de lezing van prof. Den Hertog over Bonhoeffers opstel over kerk en staat. Hij haalde een citaat aan waarin Bonhoeffer schrijft dat alle aardse gezag gefundeerd is in de heerschappij van God. „Onze gehoorzaamheid tegenover God verplicht ons tot gehoorzaamheid tegenover onze ouders en de overheid, maar het is niet zo dat alle gehoorzaamheid tegenover onze ouders en de overheid ook al gehoorzaamheid tegenover God is. Onze gehoorzaamheid geldt nooit mensen maar alleen God.”
Bonhoeffer was geen revolutionair, gaf de emeritus hoogleraar als antwoord op een vraag. „Het ging hem om de gehoorzaamheid aan God. Die kan uitgaan boven de gehoorzaamheid aan de overheid, omdat Jezus Christus en Zijn Koninkrijk dat eisen.”
Het kwam hem te staan op een opmerking van prof. dr. Edward van ’t Slot, voorzitter van het werkgezelschap, dat deze uitgangspunten toch wel leidden tot een revolutionaire houding. Prof. Den Hertog: „Het gaat om iets persoonlijks. Dat is heel wat anders dan met een grote groep meelopen in een demonstratie.”
Stevo Akkerman, journalist bij Trouw, is huiverig voor het denkbeeld dat gezag van boven komt. „Het gezag van de overheid komt van beneden en is net zo moreel als burgers toestaan.” Hij erkende tegelijkertijd dat de ruimte voor morele keuzes in het huidige politieke klimaat beperkt is, wat heeft geleid tot een morele leegte. „Dat hebben de populisten herkend. Zij vullen op wat anderen hebben laten liggen. Er is sprake van een wezenlijk gemis. Politici moeten laten zien wat hen inspireert, maar de overheid moet geen goddelijke aanspraken doen.”
Prof. Den Hertog vindt dat het leven steeds platter wordt. Hij plaatste vraagtekens bij de hedendaagse invulling van het woord vrijheid. „Wat heeft een democratie zonder gevulde vrijheid nog te bieden?” We hebben het in onze samenleving „hard nodig” om vrijheid te verstaan vanuit het Evangelie van Jezus Christus.
Prof. dr. Dorottya Nagy, hoogleraar missiologie aan de PThU, reageerde op de lezing van prof. Den Hertog. Ze benoemde als een van de kernen van Bonhoeffers theologie dat de kerk er is voor de ander.