Poetins Tsjetsjenië-politiek door moord op Kadyrov terug bij af
De Tsjetsjeense kwestie eist opnieuw alle aandacht van het Kremlin op. Door de moord op de Tsjetsjeense president Achmed Kadyrov vorige week zondag is er in de afvallige Russische deelrepubliek een politiek vacuüm ontstaan waardoor de kans op een nieuwe golf van geweld snel toeneemt.
Naar alle waarschijnlijkheid zullen op 5 september nieuwe presidentsverkiezingen worden gehouden. Maar het Kremlin lijkt geen geschikte kandidaat voor handen te hebben. De opvolger van Kadyrov moet namelijk zowel populariteit genieten onder de Tsjetsjeense bevolking als loyaal zijn aan Moskou.
Bovendien moet de nieuwe president over een stevige machtsbasis beschikken onder de alom in Tsjetsjenië aanwezige milities. Anders zal hij nooit in staat zijn zich te beschermen tegen geweld en manipulatie van de nog altijd actieve moslimrebellen.
In het Russische leger en de Doema gaan inmiddels steeds meer stemmen op de afvallige republiek weer onder rechtstreeks presidentieel bestuur te stellen. „Het Kremlin moet een speciale Russische afgezant in Tsjetsjenië benoemen met een volledig militair en bestuurlijk mandaat’’, meent Doema-lid Dmitri Rogozin. Maar in dat geval zal er een abrupt einde worden gemaakt aan de persoonlijk door de Russische president Vladimir Poetin ingevoerde ”tsjetsjeniseringspolitiek”.
Deze is gericht op de minimalisering van de Russische militaire betrokkenheid in de afvallige deelrepubliek ten gunste van Tsjetsjeense veiligheidstroepen. Poetin hoopt zo de sympathie van de lokale bevolking (gedeeltelijk) terug te kunnen winnen. Tegelijkertijd moedigt hij de Tsjetsjeense politieke elite aan zelf te werken aan de oplossing van de politieke problemen, uiteraard onder zijn toeziend oog.
Kadyrov bleek voor Poetin de ideale uitvoerder van deze politiek. Hij genoot populariteit onder de Tsjetsjeense bevolking, maar was ook loyaal aan het Kremlin. Bovendien beschikte hij over een eigen privé-leger dat tegelijkertijd functioneerde als neutralisator van de rebellen. In geval van onvoorwaardelijke overgave ontvingen de rebellen automatisch volledige amnestie en een positie in het privé-leger.
De aanslag op Kadyrov kwam voor Poetin daarom als een donderslag bij heldere hemel. Net twee dagen eerder had hij tijdens zijn beëdiging als Russisch president nog verklaard dat na een decennium van geweld in Tsjetsjenië eindelijk de vrede was teruggekeerd.
Hoewel er nog steeds op grote schaal sprake is van geweld in de Noord-Kaukasische republiek met vrijwel dagelijks slachtoffers, is de situatie er de afgelopen tijd inderdaad enigszins gestabiliseerd. Dit blijkt onder meer uit het langzaam maar zeker op gang komen van het dagelijkse leven in de volledig verwoeste hoofdstad Grozny.
Zo worden er op grote schaal door oorlog verwoeste woonblokken gerestaureerd en hebben de afgelopen maanden verschillende nieuwe winkels en café’s hun deuren geopend. Ook keren steeds vaker vluchtelingen naar de hoofdstad terug en is er zelfs sprake van een toenemend aantal geboortes.
Waarnemers schrijven deze stabilisering toe aan de -gemanipuleerde- verkiezing van Achmed Kadyrov oktober vorig jaar tot Tsjetsjeense president. Het was van begin af aan duidelijk met welke regels hij de deelrepubliek zou gaan besturen. „Hierdoor wist de bevolking in ieder geval waar ze aan toe was,’’ zo meent Jekaterina Sokirianskaja van de mensenrechtenorganisatie Memorial.
De kern van Kadyrovs politiek was dat Tsjetsjenië zo veel mogelijk door de Tsjetsjenen zelf geregeerd moest worden, maar dat daarbij absoluut geen plaats was voor ultranationalisten en wahabisten (islamitische fundamentalisten), die de basis vormen van de rebellenbeweging.
Zij waren volgens Kadyrov staatsvijand nummer een en moesten met alle mogelijke middelen worden bestreden. De Russen beschouwde hij daarentegen niet als vijand van het Tsjetsjeense volk en hij werkte openlijk met hen samen.
Wel streefde de Tsjetsjeense president ernaar steeds meer veiligheidstaken van het Russische leger over te nemen, geheel in overeenstemming met Poetins poging de oorlog in de afvallige deelrepubliek te ”tsjetsjeniseren”.
De basis van deze politiek is vastgelegd in de Tsjetsjeense grondwet. Deze voorziet in een zo ruim mogelijke autonomie binnen de structuren van de Russische Federatie. Ook garandeert ze reguliere presidents- en parlementsverkiezingen.
Maar de rebellen -inclusief de in 1997 legitiem gekozen Tsjetsjeense president Aslan Maschadov- zijn uitgesloten van deelname. Ook ligt er een absoluut taboe op onderhandeling met deze groep Tsjetsjenen. Critici zoals mensenrechtenactivisten en liberale politici menen dat zonder dergelijk overleg er nooit een volledige vrede in Tsjetsjenië kan worden bereikt.
Toch stemde maart vorig jaar tijdens een door onregelmatigheden gekenmerkt referendum een ruime meerderheid van de Tsjetsjeense bevolking voor deze grondwet. Zij vormde in oktober ook de basis van verkiezing van Kadyrov tot president, die eveneens was gemanipuleerd door het Kremlin.
Dat zag namelijk in Kadyrov de enige geschikte kandidaat om de tsjetsjeniseringspolitiek voort te zetten en om meer stabiliteit te brengen in de chaotische deelrepubliek. Kadyrov was tot dat moment al een aantal jaren bestuurshoofd van Tsjetsjenië en had in die hoedanigheid ruimschoots zijn loyaliteit aan het Kremlin bewezen.
Dat Kadyrovs succes in belangrijke mate te danken was aan het steeds gewelddadiger optreden van zijn door zijn zoon Ramzan geleide privé-leger leek het Kremlin weinig te deren. Dat keek vooral naar de resultaten, en die mochten er wezen. Verschillende kopstukken uit het rebellenleger zijn de afgelopen tijd geëlimineerd of hebben zich overgegeven.
Maar nu Kadyrov dood is, wordt het Kremlin pijnlijk geconfronteerd met de keerzijde van het kritiekloos inzetten van alle kaarten op een man. Nu deze is weggevallen, is er een politiek vacuüm ontstaan waarvan de rebellen profiteren.
Het Kremlin zit vooral in zijn maag met het machtige privé-leger van Kadyrovs zoon Ramzan. Het wil met alle macht voorkomen dat dit overloopt naar de rebellenzijde. Vandaar dat Poetin Ramzan Kadyrov vrijwel direct heeft benoemd tot vice-premier van de deelrepubliek.
De invloedrijke Tsjetsjeense staatsraad heeft het Kremlin inmiddels verzocht de kandidatuur van zoon Kadyrov voor het presidentschap te steunen. Volgens de grondwet is hij te jong om president te worden, maar de staatsraad voorziet grote chaos indien Ramzan niet zijn vader opvolgt.
Maar het Kremlin is hiervoor huiverig, gezien de politieke onervarenheid en de gewelddadigheid van de 27-jarige Tsjetsjeen. Tegelijkertijd ontbreekt het aan een andere geschikte kandidaat. Daardoor lijken de mogelijkheden om het politiek vacuüm in Tsjetsjenië op te vullen zich te beperken tot de keuze uit twee kwaden: rechtstreeks presidentieel bestuur of het presidentschap voor Ramzan Kadyrov.