CBS: Levensgeluk Nederlanders stabiel
De overgrote meerderheid van de Nederlandse volwassenen noemt zichzelf gelukkig: 88 procent waardeert het eigen geluk met een rapportcijfer 7 of hoger, meldt het CBS maandag. Het statistiekbureau houdt het cijfer sinds 2013 bij en constateert dat het stabiel is.
Aanleiding voor de publicatie is de Internationale Dag van het Geluk, in 2013 door de Verenigde Naties in het leven geroepen „om het belang van geluk in de levens van mensen wereldwijd te erkennen”. Het is een van de circa 130 internationale dagen van de VN.
Grote verrassingen bieden de cijfers niet. Zo zijn mensen met een goede gezondheid veel vaker gelukkig dan mensen die hun gezondheid als ‘zeer slecht’ omschrijven: 94 procent versus 58 procent. Van de mensen die voor de optie ‘gaat wel’ kiezen, is 80 procent desondanks gelukkig. Een goede relatie gaat ook samen met geluk. Maar ook van de gescheiden mensen zegt 82 procent gelukkig te zijn. Bij weduwen en weduwnaars ligt dat percentage op 75 procent.
Van de 7500 ondervraagden geeft 3 procent aan echt ongelukkig te zijn. De overige 9 procent hangt ertussenin en noteerde een 5 of een 6 als cijfer.
In eerder onderzoek signaleerde het CBS ook aanzienlijke verschillen tussen inkomensgroepen. Mensen uit de hoogste inkomenscategorieën bleken het vaakst gelukkig en mensen met de laagste inkomens het vaakst ongelukkig. Maar de hoogte van het salaris is volgens de onderzoekers minder bepalend dan gezondheid, relaties en het hebben van werk.