Kustforten als werelderfgoed
Monumenten zijn op Sint Maarten hun leven niet zeker. Orkanen, oprukkende bebouwing, afwezigheid van nationale trots en gebrek aan geld eisen hun tol. Topstuk in de maar matig gevulde grabbelton van erfgoed is Fort Amsterdam.
Dit bouwwerk uit 1631 is het eerste Nederlandse fort in het Caraïbische gebied. Gelukkig is er recent geld vrijgemaakt voor noodzakelijke noodreparaties aan het vervallen bouwwerk, dat ook plaatsbiedt aan een kolonie pelikanen.
Het Caraïbisch gebied was eeuwenlang strijdtoneel van Europese mogendheden. Engeland, Frankrijk, Spanje, Portugal en zelfs Denemarken en Zweden streken er neer om handel te drijven, geloof te verspreiden of grondgebied te verwerven. Onderling bestreden de Europeanen elkaar te vuur en te zwaard, intussen werden indianen vermoord en negerslaven ingevoerd. Sint Maarten lag strategisch op de handelsroute van enerzijds de Caraïben en de Amerika’s en anderzijds Europa. Hier bouwden de Nederlanders eerder een fort dan op bijvoorbeeld Curaçao of in Suriname. Sint Maarten werd uiteindelijk verdeeld tussen Nederland en Frankrijk. Ook op de Franse kant staat een fort: Fort Saint Louis.
Kustforten
Neville York is hoofd van de Dienst Cultuur van het land Sint Maarten. Hij oogt verlegen en lijkt weggestopt op de bovenverdieping van een sterk verouderd overheidskantoor in hartje Philipsburg. Zijn bureau ligt vol met boeken, mappen en losse papieren. York maakt zich –gesteund door belangengroepen– sterk voor behoud van nationaal erfgoed. Dat doet hij sinds kort over de landsgrenzen heen. Hoewel de Sint Maartenaar het Nederlands wel machtig is, spreekt hij liever Engels. „We zijn bezig met een internationale aanvraag om kustforten van een reeks Bovenwindse Eilanden op de werelderfgoedlijst van Unesco te krijgen. De landen die intussen al meedoen zijn Dominica, Saint Lucia, Saint Vincent en de Grenadines, Saint Kitts en wij hier op Sint Maarten.”
York schetst het gemeenschappelijke karakter in de aanvraag: „De forten hadden hetzelfde doel. Ze bevinden zich allemaal aan de kust, dienden alle voor de verdediging van het achterliggende land en hielden verband met de lucratieve handel in producten zoals suiker op Saint Kitts en zout op Sint Maarten. Forten zorgden ervoor dat de vloot van de Europese bezetter veilig voor anker kon gaan.”
Koninkrijk
„Willemstad in Curaçao staat al op de werelderfgoedlijst en ook de oude binnenstad van Paramaribo in Suriname. Nu zijn wij dus bezig met een eerste aanvraag die de landsgrenzen overschrijdt.” Volgens York maakt de ingewikkelde staatkundige verdeling van de regio door het koloniale verleden –waar de forten een overblijfsel van zijn– het bereiken van een gezamenlijk doel er niet eenvoudiger op. „Het land Dominica heeft als eerste de aanvraag voor de voorlopige werelderfgoedlijst van Unesco geplaatst, daarna volgde Grenada al snel. Maar Sint Maarten kan als zelfstandig land binnen het Nederlandse Koninkrijk zelf niets doen: wij worden door Unesco niet als onafhankelijk beschouwd. Men ziet het als een aangelegenheid van het Koninkrijk der Nederlanden, niet van Sint Maarten zelf.”
De Nederlandse overheid wil pas meewerken als er een uitgebreid dossier ligt. York, verbouwereerd: „Ik zit hier maar in m’n eentje, daar is hier geen mankracht voor.” De positie van Sint Eustatius als bijzondere gemeente van Nederland maakt het geheel nog ingewikkelder. York: „We willen het fraaie Fort Oranje op Sint Eustatius er ook bij betrekken, maar Nederland bestuurt Sint Eustatius vanuit de Rijksdienst Caraïbisch Nederland op Bonaire.” Wat York betreft moet er gewoon „hupsakee” gestart worden met de voorlopige aanvraag. „Daarna werken we wel verder aan het hele dossier.”
Erosie
Ook de Amerikaanse Maagdeneilanden hebben intussen aangegeven mee te willen doen. „In 2017 vieren de eilanden Saint Thomas, Saint John en Saint Croix dat ze honderd jaar onder Amerikaanse vlag zijn, los van Denemarken. Bovendien vieren wij in 2019 in Sint Maarten dat het 375 jaar geleden is dat Peter Stuyvesant probeerde ons eiland op de Spanjaarden te heroveren.”
Fort Amsterdam verkeert inderdaad in troosteloze staat. De strategische landtong met het fort is alleen te voet bereikbaar. De toegang naar het pad omhoog loopt dwars door een Amerikaans vakantiehotel. De fortmuur staat nog net overeind. Op het terrein bevinden zich verder nog de vervallen resten van een oud hospitaaltje en een zendstation dat tot in de vorige eeuw diende voor internationale verbindingen. Onkruid en bosjes bieden enerzijds wat bescherming tegen winderosie, maar ondermijnen anderzijds het metselwerk.
Een bezoek aan de plek biedt meer dan alleen een blik op oude stukken muur en roestige kanonnen: het uitzicht over Great Bay met in de verte Philipsburg en de haven voor cruiseschepen is adembenemend. Gelukkig staan overal nog leesbare borden die toelichting geven op onderdelen van het fort. Ook vogelaars kunnen hun hart ophalen, want aan de voet van het fort huist een kolonie pelikanen.
Potje
Neville York: „We willen graag de grootste scheuren in het bouwwerk conserveren door stabiliserende maatregelen. Hurricanes en hevige regenval zorgen voor steeds meer erosie.”
Intussen ligt er omgerekend 36.000 euro op Sint Maarten, gevonden in een potje met geld uit Nederland voor onderwijs en cultuur. Ook het Amerikaanse Divi Little Bay Beach Resort, de eigenaar van het monument, wil wel een steentje bijdragen. Een lokaal architectenbureau heeft de bouwplannen al klaarliggen.
York hoopt vurig dat de regionale plannen voor het behoud van de forten voortgang vinden. „De forten zijn restanten van plaatsen waar Europeanen de lokale bevolking ontmoetten en ermee mengden.”
Mocht het Sint Maarten toch niet lukken om Fort Amsterdam op de werelderfgoed van Unesco lijst te krijgen, dan wil Neville York het wel over een heel andere boeg gooien: „Ik zou de bestemming van het fort dan wel willen wijzigen van ”war” (oorlog) naar ”love” (liefde). We kunnen er een park aanleggen als mooie bestemming voor een avondwandelingetje. Verliefde stelletjes kunnen er dan van het uitzicht genieten.”
Historie Fort Amsterdam
In de zeventiende eeuw bezit Nederland zowel Nieuw-Amsterdam (New York) als Nieuw-Holland (Recife, Brazilië). Sint Maarten wordt het strategisch verversingsstation voor onderweg. Daar kunnen zeilschepen eten en drinken inslaan. In 1631 bouwen dertig mannen met planken en aarde een fort met vier kanonnen. Ooit woonden er op deze plek indianen, bij latere opgravingen werden indiaans aardewerk en sierschelpen gevonden.
Twee jaar later al planten de Spanjaarden hun vlag op het fort. Ze verstevigen het met grote stenen. Op Palmzondag in 1644 tracht de legendarische Peter Stuyvesant het fort tevergeefs te heroveren. Vanaf 1648 bezetten de Fransen het noordelijke deel van Sint Maarten, de Nederlanders krijgen het zuiden. Later wordt het fort verder uitgebreid. Ten tijde van commandeur Philips, naar wie de huidige hoofdstad is vernoemd, houdt het eilandsbestuur er vergaderingen. Rond 1800 wordt Sint Maarten enige tijd Brits. In 1955 wordt het schiereiland met fort en al verkocht aan een hotelexploitatiemaatschappij. In 1986-1987 treft men bij conserverende maatregelen en bodemonderzoek het skelet aan van de Spaans soldaat Sebastiano. Ook vele andere bodemvondsten zijn te zien in het Sint Maarten Museum in Front Street te Philipsburg.