Zuid-Koreaanse president in ere hersteld
Het Zuid-Koreaanse constitutionele hof heeft vrijdag de afzetting van president Roh Moo Hyun bestempeld als onconstitutioneel en heeft bevolen dat het staatshoofd zijn functie weer mag oppakken.
Het negen leden tellende hoogste rechtscollege van het land maakte het vonnis bekend in een rechtstreekse televisie-uitzending.
„Er zijn geen redenen die ernstig genoeg zijn om de president uit zijn functie te ontheffen. Het hof wijst het verzoek tot afzetting af”, zo las president Yun Young Chul het vonnis voor. Onduidelijk is hoe de stemmen binnen het rechtscollege verdeeld waren. Om de afzettingsprocedure rechtsgeldig te maken, hadden minstens zes van de negen opperrechters voor moeten stemmen.
Het door de oppositie beheerste parlement zette Roh op 12 maart af wegens het handelen in strijd met de kieswet. De formeel onafhankelijke en partijloze president had zich positief uitgelaten over de URI-partij, wat in de ogen van een meerderheid van de parlementariërs voldoende was om hem af te zetten.
Opperrechter Yun tikte Roh wel op de vingers voor het overtreden van wetten met betrekking op electorale neutraliteit van de president en voor het oproepen tot een referendum over zijn functioneren. Roh bekleedt sinds februari 2003 de post van president en raakte al eerder in opspraak wegens vermeende illegale donaties door het bedrijfsleven voor zijn verkiezingscampagne.