GZB-werker Heij vertrekt uit Zuid-Sudan
Het leek veilig in Kajo-Keji, de plaats in Zuid-Sudan waar Marya Heij sinds augustus 2016 Engelse les gaf op een theologische opleiding. Vorige maand haalde zendingsorganisatie GZB, die haar met de hervormde gemeente Oude-Tonge uitzond, haar echter terug. En de opleiding in het door een burgeroorlog geteisterde land verhuisde naar Noord-Uganda.
Het verblijf van Marya Heij in Nederland is tijdelijk. Vrijdag gaat ze terug naar de predikantenopleiding, die inmiddels dus in veilig gebied wordt voortgezet.
Heij hoefde niet stil te zitten na haar thuiskomst. Ze kreeg deze week de driedaagse veiligheidstraining die niet nodig leek toen ze voor de eerste keer naar Afrika vertrok. „Voor kortetermijnuitzendingen was geen veiligheidstraining nodig, dacht de GZB. Ik zou aanvankelijk namelijk voor een jaar naar Zuid-Sudan gaan. Dat lijkt nu overigens twee jaar te worden. Inmiddels is de GZB, mede op basis van mijn ervaringen, op andere gedachten gekomen als het gaat over veiligheidstrainingen. Deze worden nu gekoppeld aan de plaats waar je naartoe gaat en niet aan de duur van een uitzending.”
Toen ze in augustus naar Zuid-Sudan vertrok, was het gebied waar ze terechtkwam relatief veilig. „Kajo-Keji ligt dicht bij de grens met Uganda. We hoorden wel van de oorlog die in de rest van het land woedt, maar altijd uit de tweede hand.”
Totdat de omstandigheden ook in dit gebied verslechterden na een aanslag op een bestuurder in de regio. Inmiddels besloot de Anglicaanse Kerk, waar de opleiding van uitgaat, dat het niet langer verantwoord was verder te gaan in dit deel van Zuid-Sudan. Ook de docenten en studenten voelden zich niet langer veilig.
De opleiding is verhuisd naar Uganda. Betekent dit dat veel studenten moeten stoppen?
„Waarschijnlijk niet. Veel studenten waren al naar een vluchtelingenkamp in Noord-Uganda gegaan, net over de grens met Zuid-Sudan. Voor hen was het gevaarlijker om naar Zuid-Sudan te komen dan om hier lessen te volgen. Verder weet ik van één docent dat hij tijdelijk teruggegaan is naar Nigeria, waar hij vandaan kwam.
De school waar ik werk, biedt vijf opleidingen aan: waaronder theologie en een lerarenopleiding. Bij elke opleiding zitten zo’n tien tot twintig studenten en tussen de zes en tien docenten. Ik denk dat ik de meesten van hen gewoon terugzie.
Wel is het aanbod van de lessen versoberd.”
Zuid-Sudan lijdt ook onder een hongersnood. Wat merkte u daarvan?
„Niet zoveel, omdat we dicht bij Uganda zaten. Wel zag je de prijzen enorm oplopen, vooral van mais, rijst en groente. Veel Zuid-Sudanezen eten maispap, omdat dat goedkoopp en ook voedzaam is. Veelzijdig en gevarieerd eten zit er echter niet in.
Ikzelf kon wel groente en fruit kopen. Dat voelde ongemakkelijk. Ik wilde anderen de ogen niet uitsteken en tegelijk moest ik goed voor mezelf zorgen. Ik probeerde mijn steentje bij te dragen door bijvoorbeeld een deel van de rijst voor de lunch op school te betalen. Helaas kon ik er niet aan beginnen om voor anderen eten te kopen. Dat loste ook niet echt iets op.”
Wat leerde u tijdens de veiligheidstraining?
„Je leert risico’s in te schatten en je bewust te worden van eventuele gevaren. Ook kreeg ik een korte medische basistraining. Verder leer je hoe je tijdens een gijzeling moet handelen en hoe je moet omgaan met agressie.”
Bent u bang om terug te gaan?
„Die vraag krijg ik van veel mensen. Nee, ik ben niet bang. Ik geloof dat ik niet alleen terugga, God gaat met mij mee. Verder ga ik naar een op dit moment veilig gebied en naar mensen van wie ik weet dat ik hen kan vertrouwen.”