MKB kreeg de twee andere ondernemersorganisaties, VNO-NCW en LTO Nederland, op één lijn. De vakbonden vinden het voorstel evenwel veel te mager, bleek woensdag na overleg tussen werkgevers en werknemers.

Door het mislukken van de bemiddeling vallen vakcentrales FNV, CNV en MHP en MKB en LTO terug op hun oude voorstel. Zij willen dat werknemers met 62 jaar met prepensioen kunnen. Mensen moeten daar bovenop ongeveer een jaar eerder kunnen stoppen met werken door het spaartegoed uit hun verlofregeling in te zetten.

VNO-NCW houdt als enige vast aan een prepensioenleeftijd van 63 jaar. Desondanks zegt voorzitter J. Schraven van de werkgeversorganisatie dat „twee klassieke kampen” van werkgevers en werknemers zijn ontstaan.

Minister De Geus van Sociale Zaken reageerde gisteravond teleurgesteld op het mislukken van de besprekingen. „Het lijkt nu onmogelijk met de partijen nog een vruchtbaar overleg te voeren”, aldus de minister, doelend op het voorjaarsoverleg van volgende week dinsdag tussen kabinet en sociale partners. De Geus is wel nog steeds bereid met iedereen te praten.

In de bemiddelingspoging van MKB-Nederland waren de drie werkgeversorganisaties het in principe eens geworden over een leeftijd voor prepensioen van 62,5 jaar. Door het geld uit de verlofregeling in te zetten, zouden mensen dan met ongeveer 61,5 jaar kunnen stoppen met werken.

FNV-voorzitter L. de Waal kwalificeert het voorstel van de werkgevers als „een schijnbeweging die niets voorstelt.” Toch betekent het inmiddels achterhaalde plan voor zowel VNO-NCW als MKB een concessie van een halfjaar. Voor de organisatie voor het midden- en kleinbedrijf is een prepensioenleeftijd van 62,5 jaar de absolute minimumgrens, aldus voorzitter L. Hermans. VNO-NCW ziet liever dat werknemers langer doorwerken.

Omdat de vakbonden en de werkgevers het maar niet eens worden, heeft het kabinet zijn voorstel voor een prepensioen op 63,5 jaar inmiddels van tafel gehaald. In dit plan is de schatkist van het Rijk in 2006 ongeveer 600 miljoen goedkoper uit dan bij een prepensioenleeftijd van 62 jaar, zoals vijf van de sociale partners voorstellen.