Goran M. is ’schaamteloos egocentrisch’ en ’normloos’
Goran M., hoofdverdachte van de moord op Maja Bradaric, is schaamteloos egocentrisch en normloos. Hij heeft een vergaande tolerantie voor geweld en vindt beledigingen onverdraaglijk. Als hij niet intensief en langdurig wordt behandeld, is de kans groot dat hij opnieuw betrokken raakt bij iets heel ernstigs.
Dat vinden onderzoekers van het Pieter Baan Centrum (PBC) in Utrecht, die Goran M. hebben onderzocht. Het is niet zeker of de 18–jarige inwoner van Beuningen zijn ernstige persoonlijkheidsstoornis heeft opgelopen omdat hij de oorlog in Bosnië heeft meegemaakt. De onderzoekers zijn van mening dat Goran M. uit zichzelf al gevaarlijke prikkels opzoekt en in aanleg een moeilijke jongen is. Zijn eventuele behandeling zal volgens psycholoog J. Oudejans een „lange, moeizame weg" worden.
Oudejans vindt Goran M. geen vriendelijke, maar juist een geharde jongen. „Hij is niet makkelijk benaderbaar. Dat zal zo blijven, of hij nu eerst een jarenlange gevangenisstraf moet ondergaan of niet", aldus de psycholoog.
Goran woonde tot zijn tiende jaar in Tuzla in Bosnië. Op zijn zesde brak de oorlog uit. De kleine Goran zag mensen zelfmoord plegen met een handgranaat. Hij was aanwezig bij de massaslachting in zijn dorp en zag hoe een vriendinnetje om het leven kwam. Toch zegt hij zelf nog dol op Bosnië te zijn. „Ik zou graag terug willen, want ik vind Nederland eigenlijk niet fijn", aldus de Bosniër tijdens de rechtszitting. De onderzoekers vinden dat Goran M. gefascineerd is door dood en geweld. Goran vindt zich een „playerstype", een soort jongen die niet zo trouw is aan vriendinnetjes en ze niet zo serieus neemt. Vrienden zijn daarentegen wel heel belangrijk voor hem. Met hen wil hij alles kunnen delen, zei hij tegen de Arnhemse rechter. Hij kan met hen zolang doorfantaseren en praten dat hij het gevoel heeft zijn woorden niet meer terug te kunnen nemen. Dat zou gezichtsverlies betekenen.
Goran M. wil zelf graag behandeld worden. „Er moet iets gebeuren, want ik wil zo niet de rest van mijn leven leiden. Dat meen ik heel serieus. Ik snap zelf dat ik begeleiding nodig heb", aldus de Beuningse jongen. De rechtbank besluit woensdagmiddag of er nog aanvullend onderzoek naar oorlogstrauma nodig is, zoals raadsman M. Stassen heeft verzocht.