Buitenland

Rode Kruis blijft bij stille aanpak

Door alle commotie over de mishandeling van gevangenen in Irak staat het Internationale Rode Kruis onder druk zijn stilzwijgen over misstanden die het bij zijn bezoeken aan gevangenissen aantreft, te verbreken. Toch blijft de organisatie erbij dat oorlogsslachtoffers uiteindelijk het meest gebaat zijn bij een stille aanpak.

Alexander G. Higgins (AP)
12 May 2004 11:10Gewijzigd op 14 November 2020 01:13

Nadat de foto’s van naakte, vernederde Iraakse gevangenen de wereld rond waren gegaan en alom afgrijzen hadden gewekt, werd bekend dat het Rode Kruis de Amerikaanse autoriteiten al meer dan een jaar geleden op de hoogte had gesteld van de mishandelingen die werden gepleegd in hun gevangenissen. Hoewel het Rode Kruis vermaningen bleef uiten, veranderde er weinig, getuige de gepubliceerde foto’s.

„We krijgen e-mails, we krijgen commentaar van journalisten, we zien overal in de media berichten dat het een schandaal is, dat we iets hadden moeten zeggen”, zegt woordvoerster Antonella Notari van het Internationaal Comité van het Rode Kruis (ICRC) in Genève.

Het in 1863 opgerichte ICRC is door de Conventie van Genève aangesteld als het orgaan dat toezicht moet houden op de behandeling van krijgsgevangenen en andere gedetineerden in oorlogstijd. „Eén organisatie -en dat zijn wij- moet kunnen blijven werken om zaken ter plekke op te nemen met de direct getroffenen en de mensen die over hun lot beschikken, en proberen de actuele situatie pragmatisch tegemoet te treden”, zegt Notari.

„Onze manier van werken heeft effect, maar niet altijd meteen. En we weten ook dat informatie over schending van mensenrechten die wel openbaar is, de actuele situatie niet verandert.” Verontwaardiging heeft bijvoorbeeld de wreedheden die in de jaren ’90 op de Balkan en in Rwanda werden gepleegd niet voorkomen, zegt zij.

Pierre Krähenbühl, directeur operaties van het ICRC, heeft vorige week gezegd dat het Rode Kruis bijna altijd vertrouwelijke gesprekken voert, omdat die vruchten afwerpen en het ICRC toegang garanderen tot de personen die er de meeste behoefte aan hebben - gevangenen in oorlogssituaties. „Het is belangrijk dat iemand die detentieplaatsen bezoekt en concreet iets doet om de omstandigheden te verbeteren en de gevangenen in hun benarde situatie niet alleen laat”, zei hij.

Notari zegt dat de commotie over Irak de aandacht heeft afgeleid van de bezoeken die het Rode Kruis vorig jaar heeft afgelegd aan 460.000 gevangenen in meer dan 70 landen. Zonder vertrouwelijkheid zou het daar niet toe in staat zijn geweest, zegt zij.

Het belang van die bezoeken werd Notari vorige week weer eens duidelijk gemaakt door Souha Bechara, een Libanese vrouw die tien jaar gevangen heeft gezeten in Zuid-Libanon en de bezoeken van het Rode Kruis als een reddingsboei ervoer. Bechara werd in 1988 gevangengezet na een poging tot moord op generaal Antoine Lahd, de commandant van een door Israël gesteund militie in Zuid-Libanon. Ze werd uiteindelijk vrijgelaten op grond van een deal waarbij Frankrijk zich bereid verklaarde haar op te nemen.

Bechara, die nu 37 is en in Genève woont, vertelt in een vraaggesprek dat zij zes jaar in eenzame opsluiting had gezeten voordat het ICRC toegang kreeg tot het Israëlische gevangenkamp waar zij zat opgesloten. „In onze cellen hadden we geen water en geen toilet, alleen een emmer om onze behoefte te doen”, zei zij. „Er waren geen bedden. De matrassen op de grond waren altijd vochtig. Je had geen contact met je familie, je was volkomen afgesneden van de buitenwereld. Dat veranderde toen het Rode Kruis arriveerde en geld gaf voor verbeteringen.” Later plachten zij en een andere vrouwelijke gedetineerde altijd te schertsen dat de komst van het Rode Kruis hun gevangenis in een vijfsterrenhotel had veranderd. De veranderingen werden bewerkstelligd door middel van vertrouwelijke gesprekken met de Israëliërs en niet door een publieke veroordeling.

Het belangrijkst was, zei Bechara, dat het Rode Kruis het contact tussen de gedetineerden en hun familie had hersteld. „Kun je je voorstellen hoe het voelt om na tien of vijftien jaar opgesloten te hebben gezeten een brief van je familie te krijgen?”

RD.nl in uw mailbox?

Ontvang onze wekelijkse nieuwsbrief om op de hoogte te blijven.

Hebt u een taalfout gezien? Mail naar redactie@rd.nl

Home

Krant

Media

Puzzels

Meer