Het eerste meisje aan wie hij zich vergreep, woonde een aantal jaar bij hem en zijn partner in huis. Het ging om de dochter van zijn stiefdochter, de kleindochter van zijn partner dus. De man vergreep zich vanaf 2003 aan zijn stiefkleindochter tot zij en haar moeder in 2005 ergens anders gingen wonen.

Sinds 2006 paste hij en zijn partner regelmatig op de jonge dochter van de ex-man van zijn partner. Ook aan deze vierjarige vergreep de man zich geregeld.

De man uit Vlijmen zou volgens de rechtbank „meerdere en zeer verstrekkende” ontuchtige handelingen met de meisjes hebben gepleegd. Het eerste slachtoffer beschouwde de man als haar opa. Het latere slachtoffer speelde veel en vaak bij de verdachte en zijn partner thuis. „Hij heeft hiermee niet alleen het vertrouwen van de slachtoffers, maar ook dat van het gezin en de familie ernstig geschaad”, meldt de rechtbank. De man wordt is verminderd toerekeningsvatbaar omdat hij volgens deskundigen een gebrekkige ontwikkeling van de geestvermogens heeft.

Hij moet zich laten opnemen in een kliniek en aansluitend meewerken aan een vervolgtraject en een ambulante behandeling. Ook mag hij niet meer zorgen voor minderjarigen, deze in huis nemen of zich aansluiten bij een vereniging, instantie of bedrijf waar hij in contact kan komen met minderjarigen.