Binnenland

„Probeer ook bij psychisch lijden altijd te hopen op herstel”

Het inwilligen van euthanasieverzoeken is in de ggz allang niet meer uitzonderlijk. De christelijke ggz-instelling Eleos zoekt naar een vorm van hulpverlening die ingaat tegen de heersende trend.

13 February 2017 20:58Gewijzigd op 16 November 2020 09:48
beeld Getty Images/Istock
beeld Getty Images/Istock

Tijdens een hoorzitting in het Tweede Kamergebouw over euthanasie, juni 2014, liet psychiater Paulan Stärcke er geen misverstand over bestaan. De richtlijn voor psychiaters over het omgaan met euthanasieverzoeken van psychiatrische patiënten was volgens haar toe aan herziening. Als uitgangspunt van de in 1998 opgestelde en in 2004 en 2009 geactualiseerde leidraad geldt nog altijd dat elk verzoek om euthanasie of hulp bij zelfdoding eerst gezien dient te worden als een verzoek om levenshulp. Fout, oordeelde Stärcke, woordvoerster van de Nederlandse Vereniging voor Psychiatrie, het was de geuite doodswens als zodanig die serieus genomen moest worden in het hulpverleningscontact.

Of Stärcke namens de meerderheid van de beroepsgroep van psychiaters sprak, kwam tijdens de hoorzitting niet uit de verf. Duidelijk is wel dat het aantal psychiatrische patiënten dat overlijdt door euthanasie of hulp bij zelfdoding in Nederland is gestegen; van twee in 2010 naar 56 in 2015. Minister Schippers (Volksgezondheid) noemde deze stijging in een reactie „logisch.” Ook psychiatrische patiënten vielen immers onder de reikwijdte van de euthanasiewet, van kracht geworden in 2002.

In november waarschuwden Ewoud de Jong en Hanneke Schaap-Jonker in een opinie-artikel in deze krant de gereformeerde gezindte: Neem deze ontwikkeling serieus. Beiden zijn verbonden aan de christelijke ggz-instelling Eleos. De Jong heeft als geneesheer-directeur bestuurlijke taken en werkt daarnaast voor 50 procent als psychiater. Godsdienstpsychologe Schaap-Jonker is rector van het Kennisinstituut voor christelijk ggz, in 2014 opgericht door Eleos en de evangelische ggz-instelling De Hoop.

„De acceptatie van euthanasie in Nederland groeit”, stelt De Jong. „Denk bijvoorbeeld aan de jaarlijks terugkerende Week van de Euthanasie. Hier en daar bespeur je zelfs een sfeer van enthousiasme, van wat mooi dat het lijden ook zo kan worden beëindigd. Bij hulpverleners kan dat soms leiden tot machteloosheid, ook bij Eleos.” Schaap-Jonker: „Een van onze collega’s, een sociaal-psychiatrisch verpleegkundige die hulp biedt aan patiënten met een soms zeer complexe zorgvraag, verzuchtte laatst: Ik lijk wel de enige die nog wil gaan voor het leven. De cliënt wil dood, en de familie en de verdere omgeving heeft daarvoor vooral begrip.”

Leven er volgens u alleen bij hulpverleners gevoelens van machteloosheid rond euthanasie, of ook daarbuiten?

Schaap-Jonker: „Ik denk ook af en toe daarbuiten. Recent maakten wij mee dat een ambtsdrager geen contact meer kreeg met een suïcidale cliënt, maar dat niet meteen aan de hulpverlener rapporteerde. Navraag leverde op dat hij er begrip voor zou kunnen opbrengen als de cliënt ervoor zou kiezen zijn leven te beëindigen. Daar schrik ik van.”

Komt het binnen Eleos voor dat patiënten concreet verzoeken om euthanasie?

Schaap-Jonker: „Recent is dat een keer gebeurd, voor zover we dat hebben kunnen achterhalen voor het eerst. Het betrof een cliënt in een van onze beschermende woonvormen, die wel bij ons verbleef, maar elders, bij een regionale ggz-instelling, in behandeling was. Deze persoon liet aan de woonbegeleider weten in gesprek te zijn met de Levenseindekliniek over de mogelijke uitvoering van een euthanasieverzoek.

Duidelijkheid bieden als instelling is in zulke situaties van groot belang. Wij willen alles doen om te helpen zoeken naar alternatieven. Maar we zijn ook duidelijk geweest over ons uitgangspunt. Blijft een cliënt bij zijn wens, dan kan de levensbeëindigende handeling niet worden voltrokken op een van onze locaties. Euthanasie toestaan op de kamer van een cliënt heeft in onze ogen een te grote en te negatieve impact op de overige bewoners van de woonvorm.”

Onder psychiaters lopen de opvattingen over euthanasie uiteen, blijkt uit onderzoek. Kan zo’n opvatting van invloed zijn op de intentie waarmee een psychiatrische behandeling wordt ingezet?

De Jong: „Dat sluit ik niet uit. Nog niet zo lang geleden werd ik benaderd met de vraag welke mogelijkheden ik zag om een psychiatrische patiënt nog bij Eleos in behandeling te nemen. Toen ik vroeg om meer achtergrondinformatie bleek het te gaan om een patiënte met een euthanasieverzoek, die al contact had gelegd met de Levenseindekliniek. Haar verzoek was getoetst, met als conclusie dat ze vrijwel was uitbehandeld, op misschien nog een laatste therapie na.

Gaandeweg het gesprek bekroop mij een ongemakkelijk gevoel, want wat werd er nu precies van mij verwacht? Als je een nieuwe patiënt voor je krijgt, probeer je eerst een totaalindruk te krijgen. Wat is er aan de hand, hoe kun je helpen? Alleen nog even kijken naar een laatste, specifieke therapie; dat is natuurlijk raar. Ik kon mij niet aan de indruk onttrekken dat het hier vooral ging om het sluitend krijgen van een euthanasiedossier.

Als dat echt de opzet was, getuigt dat natuurlijk van een enorme zwakte. Een behandeling inzetten, alleen om vast te stellen dat iemand inderdaad is uitbehandeld, dat is geen hoopgevend, helend uitgangspunt.”

Bespeurt u onder uw collega-psychiaters beduchtheid voor een steeds ruimer wordende euthanasiepraktijk?

De Jong: „Ook dat verschilt van persoon tot persoon. Duidelijk is dat ook onze beroepsgroep een voorhoede kent van psychiaters met vooruitstrevende opvattingen. Vaak zijn dat ook de psychiaters die zich inzetten voor de Levenseindekliniek en zich daar buigen over euthanasieverzoeken die in een eerder stadium door andere artsen zijn afgewezen.

In het algemeen proef je rond euthanasie nog wel terughoudendheid, vanuit het besef dat het ziekteverloop bij een psychiatrische patiënt heel vaak onvoorspelbaar is. Dat maakt het ontzettend lastig om op enig moment vast te stellen dat iemand echt is uitbehandeld. Daar komt bij dat ook het denken over hoe om te gaan met chronisch lijden voortdurend in beweging is.”

Schaap-Jonker: „Zo is er momenteel in de psychiatrie een boeiende ontwikkeling gaande met betrekking tot het doel van een psychiatrische therapie. Is dat het snel en effectief oplossen van psychische klachten en van psychisch lijden? Lange tijd was dat het uitgangspunt. Tegenwoordig gaan er ook stemmen op voor de zogenaamde herstelgeoriënteerde visie, of de herstelbenadering. Vertrekpunt daarvan is dat patiënten in de ggz weliswaar streven naar een afname van klachten, maar vooral moeten leren om zo goed mogelijk met hun kwetsbaarheden en beperkingen om te gaan. Herstel van zingeving en persoonlijk herstel zijn daarbij belangrijke aspecten. Bij Eleos verbinden we deze benadering met identiteitsgebonden zorg.”

De Jong: „In de maatschappij klinkt steeds vaker: als behandelen niet meer helpt, waarom overweeg je dan geen euthanasie of hulp bij zelfdoding? Dat is een indringende vraag die om reflectie vraagt, ook binnen Eleos? Waarom wijzen wij euthanasie als oplossing af? Wat kunnen we wel betekenen voor de patiënt?”

Waar komt de manier waarop Eleos psychisch lijden benadert in de kern op neer?

Schaap-Jonker: „We spreken niet alleen met een patiënt over de problematiek, maar ook over de existentiële vragen die daarbij een rol kunnen spelen. Thema’s zoals hoop of de zin van het leven kunnen daarbij aan de orde komen, maar ook geloof en geloofsworstelingen.

Bij Eleos hebben we een lastige tijd van reorganiseren en afslanken achter de rug. Inmiddels kunnen we ons gelukkig weer richten op de vraag hoe het christelijk geloof een plek kan krijgen in onze hulpverlening. Veel van onze patiënten worstelen met geloofsvragen naast of vanwege hun psychische problematiek. Waar is God? Ziet Hij mij in mijn lijden? Hoe kan de Bijbel mij helpen om met dat lijden om te gaan? Die vragen een goede plek geven in de behandeling gaat niet vanzelf. De herstelbenadering draagt daarvoor waardevolle bouwstenen aan.”

De Jong: „In deze benadering is de hulpverlener niet alleen de deskundige die vanuit zijn expertise de juiste diagnose stelt en vervolgens de juiste medicatie of therapie voorschrijft. Hij is ook degene die als medemens probeert de patiënt echt te zien en te horen. Aandacht ontvangen, genereert bij een patiënt betekenis en hoop.”

Schaap-Jonker: „Hoop heeft ook alles te maken met christelijk geloof. Vanuit het kruis van Christus mogen we weten van een groter perspectief. Soms betekent dit dat je als hulpverlener de hoop bewaart wanneer de patiënt zelf op dat moment geen hoop meer heeft; dat je samen de gebrokenheid van het leven probeert uit te houden. Zo’n benadering gaat tegen de cultuur in en is misschien wat tegendraads.”

Steun kerken

Juist bij de zorg voor zeer kwetsbare mensen heeft Eleos de steun van de kerken hard nodig, stellen de twee. Schaap-Jonker: „Dat de diaconale taak van de gemeente zich ook uitstrekt tot psychiatrische patiënten wordt denk ik overal wel erkend, maar in de praktijk kan het lastig en weerbarstig zijn. Vrijwillige hulp bieden is soms een zaak van uithouden en volhouden.

Gelukkig zijn er op een aantal plekken in het land mooie informele, kerkelijke zorgprojecten ontstaan. Sommige gemeenten hebben een bezoekregeling, waarbij een gemeentelid regelmatig langsgaat bij een patiënt. Dat klinkt als iets heel kleins, maar soms is een koffieafspraak ’s ochtends om tien uur voor een patiënt de reden om uit bed te komen. Dat is dus niet klein, dat maakt een wereld van verschil.”

De Jong: „Psychiatrische patiënten kampen soms met een laag zelfbeeld of een wantrouwende levenshouding met als gevolg dat ze zich soms afwerend opstellen ten opzichte van vrijwilligers. Wie bij ze op bezoek gaat, kan dat als lastig ervaren en denken: Nou, nou. Een kop koffie drinken met een goede vriend is een stuk makkelijker. Naast mensen staan, vraagt altijd zelfverloochening. Ik hoop dat er in de christelijke gemeente leden zijn die zich daarin willen bekwamen. Daar is zowel de patiënt als de vrijwilliger goed mee, daar ben ik van overtuigd.”


Week van de Euthanasie

In de Week van de Euthanasie, die dit jaar loopt van 11 tot 18 februari, laat de Nederlandse Vereniging voor een Vrijwillig Levenseinde (NVVE) traditiegetrouw nabestaanden aan het woord van patiënten die overleden door euthanasie. Zo sprak zaterdag moeder Monique de Gooijer over haar 38-jarige jarige zoon Eelco. Hij overleed met doktershulp nadat hij om euthanasie had gevraagd, onder meer omdat hij kampte met diverse zware en moeilijk te behandelen vormen van autisme. „Ik weet zeker dat zijn laatste twee weken de gelukkigste van zijn leven waren”, stelde De Gooijer op een bijeenkomst van de NVVE-Jongeren.

Hoogleraar cognitieve neurowetenschap aan de Universiteit van Amsterdam Victor Lamme omschreef initiatieven zoals de Week van de Euthanasie recent als een gevaarlijk staaltje van euthanasiemarketing. Hij sprak van „een giftige mix” van appelleren aan angst, kuddegedrag en het gebruiken van positieve begrippen zoals ”mooi” en ”waardig.” Dezelfde marketing die booking.com gebruikt om mensen een hotel in te jagen, wordt ingezet om mensen de dood in te jagen, aldus Lamme, eind december in Volkskrant Magazine. „Ik vind het raar dat het mag.”

RD.nl in uw mailbox?

Ontvang onze wekelijkse nieuwsbrief om op de hoogte te blijven.

Hebt u een taalfout gezien? Mail naar redactie@rd.nl

Home

Krant

Media

Puzzels

Meer