Indianen verliezen slag om oliepijpleiding
Een rechter in Washington heeft maandag bepaald dat de aanleg van het laatste stuk van de beruchte Dakotapijpleiding voor olietransport gewoon kan doorgaan. Een groep indianen uit het bewuste gebied had de rechter in het District of Columbia verzocht de aanleg te laten stoppen.
De Standing Rock Sioux en Cheyenne River Sioux hadden ingebracht dat door de voltooiing van de pijpleiding de indianen hun religieuze ceremonies niet meer kunnen uitvoeren. De leiding wordt onder meer aangelegd bij een meer waar het omringende land volgens de indianen heilig voor hen is.
De Dakota-pijpleiding verbindt de olievelden in North Dakota met raffinaderijen in de Golf van Mexico. De leiding is 1885 kilometer lang. De aanleg van de pijpleiding kost 3,8 miljard dollar (3,5 miljard euro). President Trump besloot per decreet dat de leiding ondanks protesten van de indianen en klimaatactivisten er kan komen.
Juristen zijn ervan overtuigd dat de indianen nu geen juridische middelen meer hebben om de aanleg tegen te gaan.