Bewoner komt om bij ongeval in opvanghuis Jemima
Een 35-jarige bewoner van Jemima, een vanuit Nederland bestuurde instelling voor gehandicapten op de westelijke Jordaanoever, is woensdag om het leven gekomen.
De man kwam in aanraking met een elektrische kachel, waarna zijn kleding in brand vloog. Korte tijd later overleed hij.
Het slachtoffer, de 35-jarige Samech, woonde al 24 jaar bij Jemima, aldus bestuursvoorzitter Kees Bel donderdagmorgen. De jongen werd als 11-jarige verstoten door zijn Arabische familie en kwam toen terecht in het opvanghuis in Beit Jala.
Volgens Bel is de precieze toedracht van het ongeval nog onduidelijk. Donderdag vertrekt een bestuurslid van Jemima naar Israël, om zich op de hoogte te stellen van de situatie. Bel: „Het ongeval had plaats in gebouw Eber, in een leslokaal. Er waren ook andere bewoners en personeelsleden aanwezig. Zij zijn ongedeerd gebleven. We zullen met hen nagaan hoe dit heeft kunnen gebeuren.”
Bel spreekt van een „grote slag voor de bewoners, het personeel en andere betrokkenen bij Jemima.” Jemima verleent zorg aan enkele tientallen gehandicapten. Een deel van deze mensen woont bij de instelling. Anderen krijgen dagopvang.
Jemima is zo’n dertig jaar geleden opgericht door het Nederlandse echtpaar Ed en Heleen Vollbehr. De christelijke instelling biedt onderdak aan gehandicapte kinderen en jongvolwassenen, overwegend uit Palestijnse moslimgezinnen. Voor de financiering is de instelling voor een belangrijk deel aangewezen op giften, onder meer vanuit Nederland.