De zaak tegen de 23-jarige Hagenaar, die zich ook Latief noemt, werd gehouden in de zwaarbeveiligde rechtbank De Bunker in Amsterdam.

De Hagenaar vertrok in 2013 samen met een vriend voor het eerst richting Syrië, maar werd in Turkije tegengehouden en teruggestuurd naar Nederland. Begin 2016 probeerde hij het opnieuw. Het lukte hem toen om in Düsseldorf op een vliegtuig te stappen, hoewel hij als terreurverdachte geregistreerd stond en zijn paspoort was ingenomen. Als gevolg van een telefoonstoring was toen het uitvaardigen van zijn arrestatiebevel vertraagd. Over deze fout zijn ook Kamervragen gesteld aan destijds minister van Justitie Ard van der Steur.

In mei vorig jaar hielden de Turkse autoriteiten hem voor de tweede keer aan. Een maand later werd aan Nederland overgedragen.

N., zoon van een Nederlandse vader en Tanzaniaanse moeder, begon zich vanaf zijn achttiende meer te verdiepen in de islam. Volgens zijn omgeving werd hij steeds strenger in zijn geloof. Zelf vindt hij dat wel meevallen, maar hij vertelde de rechter wel dat een samenleving gebaseerd op de islam beter vindt. „De islamitische wetgeving heeft mijn voorkeur.”