Het einde van de Romanovs
De dag begon met een „grijze morgen”, maar zou later een „heerlijke zon” laten zien. Zo schreef tsarina Alexandra op 17 juli 1918 in haar dagboek. De rechterpagina is altijd blanco gebleven. Want voordat de dag om was, was het tijdperk van de Romanovs in bloed gesmoord.
Het kleine dagboekje van de tsarina is een van de persoonlijkste schatten die sinds afgelopen zaterdag tentoongesteld zijn in de Hermitage in Amsterdam. In het kleine schriftje schreef de van oorsprong Duitse prinses Alix van Hessen met potlood in het Engels.
Ze was getrouwd met kroonprins Nicolaas II, die in 1894 zijn vader Alexander III als tsaar van Rusland opvolgde. Het was een huwelijk uit liefde, echter zonder de hartelijke instemming van de families. Alix was een kleindochter van de Engelse koningin Victoria.
Ze waren al anderhalf jaar in ballingschap na de revolutie in februari 1917. Eerst in Tobolsk in Siberië en nu in Jekaterinaburg. En hoe heerlijk de zon die ochtend ook was, ze voelde iets aankomen, want ze probeert met dochter Olga de „medicijnen” te ordenen. Medicijnen is geheimtaal voor juwelen. Die naaiden ze in hun kleding.
Die avond werden ze meegenomen naar de kelder. Wat daar gebeurde, moet gruwelijk zijn geweest. Er werd geschoten en gestoken. Het verhaal gaat dat juist die ingenaaide juwelen ervoor hebben gezorgd dat de vrouwen niet direct dood waren.
Hun begrafenis was al even weinig stijlvol. De lichamen zijn waarschijnlijk meermalen versleept. En twee van de vijf kinderen werden apart begraven. Pas in 1991 werd bekend dat de meeste graven in 1979 waren blootgelegd. Tot die tijd gingen er onder Russen altijd verhalen rond dat de Romanovs helemaal niet dood waren.
Vijf van de zeven gezinsleden zijn in 1998 bijgezet in Moskou. Die laatste twee zijn in 2007 ontdekt. Het zou gaan om dochter Maria en kroonprins Aleksej. Het DNA-onderzoek naar de identiteit gaat nog steeds door. Pas als de Russisch-Orthodoxe Kerk er volledig van overtuigd is dat dit de twee ontbrekende Romanovs zijn, kunnen ze een kerkelijke begrafenis krijgen.
Verliefdheid
Het mocht dan verliefdheid zijn die de tsaar en de tsarina in een huwelijk had gelokt, er bestaat grote twijfel over of de partnerkeus van Nicolaas gelukkig moet worden genoemd. Alix had een weerzin tegen het Russische volk en gaf de voorkeur aan een teruggetrokken leven. En de volgzame Nicolaas deed met haar mee. Hij was immers zelf ook liever boer geworden, op het Engelse platteland.
De tsarina had ook een hekel aan het mondaine leven in Sint-Petersburg. In 1900 was daar het ideaal van tsaar Peter de Grote uit 1703 bereikt: alles was er te koop. Er was zelfs een Duitse gereformeerde kerk. De stad was even modern als Berlijn, Wenen en Parijs. De rijkdom was echter niet voor iedereen. Wie ervoor openstond, merkte dat dit steeds meer schuurde.
Het koninklijk paar liet het Winterpaleis in het centrum van Sint-Petersburg dus steeds meer leeg staan en verbleef in zijn buitenhuizen. Hoewel de tsaar alleenheerser was, kon de regering heel goed zonder hem, dacht hij. Hij hield meer van houthakken dan van vergaderen.
Van lieverlee drong het lijden en de armoede van het gewone volk niet meer tot hem door. Hun honger en pijn bleef hem onbekend. Opstanden liet hij met geweld neerslaan.
Grondwet
Na de opstand van 1905 probeerde Nicolaas wel tegemoet te komen aan de onvrede. Hij zou een grondwet laten opstellen en een parlement instellen. Maar van die grondwet –die de macht van de tsaar voor het eerst sinds Peter de Grote aan banden zou leggen– is het nooit gekomen. Die Doema is er wel gekomen, maar de tsaar hield het recht om dat parlement naar huis te sturen zodra hij dat goed achtte.
Hoewel Rusland rond 1900 nog de enige echte autocratie in Europa was, drong het niet tot Nicolaas door dat zijn regeerstijl riskant was. Hij voelde zich een gezant van God, en volgens hem paste democratisering daar niet bij. In 1902 noemde hij Rusland zijn „persoonlijk grondbezit.” De adel vormde daarvan het bestuur, de boeren de arbeiders. Verantwoording afleggen was niet nodig.
Het beste dat van hem wordt gezegd is dat hij een gezinsman was. Alexandra en hij kregen eerst vier dochters. Binnen het wereldbeeld van de tsaar was dat zorgelijk, want vrouwen mochten niet op de troon. Gelukkig was het vijfde kind een jongen: Aleksej (1904). Maar de zorg keerde terug toen bleek dat de jongen hemofilie had.
Deze bloedziekte zou waarschijnlijk tot een vroege dood leiden. Geen arts was in staat Aleksej te genezen. Daarom stelden de tsaar en de tsarina al hun hoop op de geheimzinnige geestelijke Raspoetin. Net als later Greet Hofmans in Nederland kreeg ook hij politieke invloed. Hij is in 1916 gruwelijk vermoord, en nog altijd is de werkelijke toedracht schimmig.
De deelname aan de Eerste Wereldoorlog was waarschijnlijk de doodsteek voor de Russische monarchie. Nicolaas trad naar voren als opperbevelhebber, maar maakte zichzelf nu verantwoordelijk voor alle verliezen én de honger in het binnenland. De revolutie was nu niet meer te stuiten.
In 1917 trad Nicolaas II terug, onder druk van het revolutionair geweld. Zijn akte van abdicatie ligt ook in Amsterdam, met potlood ondertekend. En daarmee kwam er een einde aan de regering van de familie Romanov die in 1613 was begonnen.
Fotorolletjes
De tentoonstelling ”1917 Romanov & Revolutie” laat precies honderd jaar later dit hele verhaal zien. Allereerst in beelden. De Romanovs bezuinigden niet op fotorolletjes. Er zijn zelfs filmbeelden van de familie en de kroning van Nicolaas. Daarnaast bevat de tentoonstelling veel voorwerpen van de familie of uit die tijd. Grote meerwaarde heeft ook de audiotour.
De catalogus ”1917 Romanovs & Revolutie. Het einde van een monarchie” is gewoon een zelfstandig boek geworden. Daarin staan prachtig geïllustreerde artikelen over het hofleven in Rusland. De bundel sluit af met een artikel over de „ongemakkelijke relatie tussen Wilhelmina en de Romanovs” van de journalist Alexander Münninghoff.
”1917 Romanovs & Revolutie” is tot en met 17 september te zien in museum Hermitage, Amsterdam. www.hermitage.nl
”1917 Romanovs & Revolutie. Het einde van een monarchie”, Cathelijne Broers (e.a.); uitg. Hermitage, Amsterdam, 2017; ISBN 978 90 78653 66 0; 200 blz.; € 29,95.