Kadyrov: martelaar voor de Russische zaak
Achmad Kadyrov, een moslimgeestelijke die zijn carrière begon als rebel, is zondag als president van Tsjetsjenië om het leven gekomen bij een bomaanslag in het centrum van de Tsjetsjeense hoofdstad Grozny. Kadyrovs overstap naar het Kremlin maakte hem tot een bittere vijand van de rebellen en brak hem op 9 mei op, tijdens de viering van de overwinning op nazi-Duitsland in een sportstadion.
Kadyrov, die gedurende zijn ambtstermijn verscheidene bomaanslagen overleefde, probeerde met steun van het Kremlin Tsjetsjenië binnen de Russische staat tot stabiliteit te brengen. In tegenstelling tot zijn geestverwanten in het Kremlin was hij er echter weinig optimistisch over dat dit streven binnen afzienbare tijd succes zou hebben. Verleden jaar zei hij in een interview met persbureau Associated Press dat het nog vele jaren zou duren voordat de situatie in de republiek zou zijn gestabiliseerd. „Ik denk niet dat het mogelijk is over vijf jaar veilig ’s nachts uit te gaan”, zei Kadyrov. Over het einde van de oorlog was hij evenmin optimistisch. „Ik wil niet drie, twee of tien jaar zeggen. Deze bandieten zijn bandieten. We jagen overal op ze.”
Kadyrov werd geboren op 23 augustus 1951 in Kazachstan, waar de Tsjetsjenen in 1944 in grote aantallen naartoe waren verbannen door Stalin. In 1954 keerden zijn familie terug naar Tsjetsjenië. Hij studeerde islamitische theologie in de Sovjetrepubliek Oezbekistan en schopte het tot moslimgeestelijke, imam. In 1986 werd hij tot plaatsvervangend imam benoemd van de centrale moskee in Goedermes, de op een na grootste stad van Tsjetsjenië, waar hij een islamitisch instituut oprichtte.
Kadyrov ging in 1990 naar Jordanië om zijn theologische studie te vervolgen, maar brak die studie in 1991 af toen door het uiteenvallen van de Sovjetunie de hoop groeide op een onafhankelijke republiek Tsjetsjenië. Hij keerde naar huis terug, werd in 1993 benoemd tot plaatsvervangend moefti (hoogste geestelijke) van de deelrepubliek en raakte nauw betrokken bij de onafhankelijkheidsbeweging.
In december 1994 vielen Russische militairen Tsjetsjenië binnen in een poging de rebellie te onderdrukken en de deelrepubliek in het gareel te brengen. Kadyrov leidde een eenheid van de rebellen in de twintig maanden durende oorlog die uitmondde in het vertrek van de Russische strijdkrachten. Hij raakte echter in 1999 gebrouilleerd met rebellenleiders Aslan Maschadov en Sjamil Basajev, die hij verweet dat ze in zee waren gegaan met radicale moslims. Basajev verweet hij ook dat hij leiding had gegeven aan een inval in de aangrenzende republiek Dagestan, een stap die mede leidde tot de tweede Tsjetsjeense oorlog in september dat jaar.
Maschadov, die in 1997 tot president van Tsjetsjenië was gekozen, ontsloeg Kadyrov in 1999 wegens een ontmoeting met Vladimir Poetin, de toenmalige premier van Rusland. Het Kremlin benoemde Kadyrov in 2000 tot hoofd van een burgerbestuur en belastte hem met de organisatie van een referendum in 2003 over een grondwet die tot doel had de positie van Tsjetsjenië in het Russische staatsbestel te verankeren.
Hoewel Kadyrov nauwe banden met het Kremlin onderhield, kwamen er geregeld irritaties tussen zijn bewind en Moskou naar buiten. Kadyrov verweet Russische militairen herhaaldelijk een te hard optreden tegenover de burgerbevolking. Ook nam hij afstand van Russische vooroordelen jegens Tsjetsjenen en noemde hij het misdadig om een geheel volk als crimineel te bestempelen. De Russische rekenkamer verweet hem fondsen te verduisteren die waren bedoeld voor de wederopbouw.
Ondanks de spanningen schoof het Kremlin de gedrongen imam met het zware, hese stemgeluid naar voren als zijn kandidaat voor het presidentschap bij de verkiezingen van oktober 2003. De officiële uitslag gaf Kadyrov een klinkende verkiezingszege, maar critici verwierpen het resultaat, omdat in de aanloop naar de verkiezingen twee kandidaten die in de peilingen beter scoorden dan Kadyrov van de kieslijst waren geschrapt. Onafhankelijke waarnemers spraken hun twijfel uit over de officiële opkomstcijfers, die veel hoger waren dan op grond van waarnemingen in de stembureaus aannemelijk was.
De populariteit van Kadyrov in Tsjetsjenië zelf had ernstig te lijden onder beschuldigingen dat zijn veiligheidsdienst, die onder leiding stond van zijn zoon Ramzan, verantwoordelijk was voor een golf ontvoeringen, moorden en ander geweld. Het Kremlin ging nooit rechtstreeks op deze beschuldigingen in. Poetin, Kadyrovs beschermheer in Moskou, bleef hem tot zijn dood toe steunen. „Gedurende de afgelopen vier jaar heeft de president van Tsjetsjenië, Achmad Kadyrov, zijn plicht voor zijn volk met waardigheid en moed vervuld. Hij was een waarlijk heroïsch mens, die met al zijn activiteiten overtuigend bewees dat een heel volk niet over één kam kan worden geschoren met bandieten en terroristen”, zei Poetin. „Achmad Kadyrov stierf op 9 mei… onoverwonnen.”
MOSKOU (AP) - De moord op de Tsjetsjeense president is zeker niet de eerste uiting van geweld. Hieronder een lijst van recente aanslagen die volgens de Russische autoriteiten door Tsjetsjeense rebellen zijn gepleegd.
6 februari 2004: Een explosie blaast een met reizigers volgepakte metro in Moskou aan stukken. Er komen 41 mensen om het leven.
9 december 2003: Een vrouw blaast zichzelf op voor een hotel bij het Rode Plein. Behalve de vrouw komen vijf omstanders om het leven.
5 december 2003: Een zelfmoordaanslag op een forensentrein in het zuiden van Rusland kost aan 44 mensen het leven. In september hadden twee aanslagen langs dezelfde spoorlijn al zes leven geëist.
16 september 2003: Een zelfmoordaanslag op een kantoor van de Russische veiligheidsdienst FSB in de buurt van Tsjetsjenië kost het leven aan vijf mensen, onder wie de twee daders, die met een vrachtwagen vol explosieven op het pand inreden.
1 augustus 2003: Vijftig mensen komen om het leven als een vrachtwagen vol explosieven een militair ziekenhuis in de buurt van Tsjetsjenië ramt en explodeert. Onder de doden bevinden zich Russische soldaten die in Tsjetsjenië gewond waren geraakt.
10 juli 2003: Een agent komt om het leven als een bom die hij onschadelijk wil maken ontploft. De bom zat in een tas waarmee een Tsjetsjeense vrouw een café in het centrum van Moskou was binnengelopen.
5 juli 2003: Een dubbele zelfmoordaanslag op een popfestival in Moskou kost het leven aan zeventien mensen, onder wie de twee vrouwelijke daders.
5 juni 2003: Bij een zelfmoordaanslag op een bus met luchtmachtpersoneel in de buurt van Tsjetsjenië vallen zestien doden. De dader is een vrouw.
14 mei 2003: In Tsjetsjenië komen zeker achttien mensen om het leven als een vrouw zichzelf temidden van een menigte islamitische pelgrims opblaast.
12 mei 2003: Bij een zelfmoordaanslag met een vrachtwagen vol explosieven op een overheidsgebouw in het noorden van Tsjetsjenië vallen zeker zestig doden.
27 december 2002: Het hoofdkantoor van de door Rusland gesteunde Tsjetsjeense regering in Grozny wordt verwoest bij een zelfmoordaanslag met een vrachtwagen vol explosieven. Er vallen 72 doden.