Ode aan de eerste impressionist
Met een beeldverhaal en een tentoonstelling wordt de relatief onbekende schilder Daubigny door striptekenaar Luc Cromheecke geëerd als voorloper van het impressionisme.
De invloed van de Franse landschapsschilder Charles-François Daubigny (1817-1878) wordt met terugwerkende kracht steeds duidelijker. Hij schilderde graag in de buitenlucht en volgde zijn eigen blik zonder het landschap te idealiseren. Met zijn vernieuwende werkwijze inspireerde hij kunstenaars zoals Vincent van Gogh. De Mesdag Collectie brengt met ”Cromheecke tekent Daubigny” een eerbetoon aan de vernieuwer van de Franse landschapskunst.
De Vlaamse striptekenaar Luc Cromheecke (1961) had te lang achter zijn tekentafel gezeten en kreeg behoefte om in de buitenlucht te werken en te schetsen. Zo kwam hij in aanraking met Daubigny, de oervader van het impressionisme. Vijf jaar lang deed Cromheecke uitgebreid onderzoek naar het leven en werken van de pionierende schilder. Samen met scenarioschrijver Bruno De Roover bezocht hij de atelierwoning van Daubigny en het Musée Daubigny in Auvers-sur-Oise.
Losse toets
Het resultaat van deze zoektocht is ”De tuin van Daubigny”, een grafische roman van Cromheecke en De Roover. Het is een eerbetoon aan de pionier Daubigny en verbeeldt Daubigny’s fascinatie voor de natuur aan de hand van waargebeurde verhalen en briefcitaten. Het boek, gebaseerd op feiten, is aangevuld met vleugjes fantasie en humor. In een losse toets heeft Cromheecke het levensverhaal van Daubigny opgetekend, als een ode aan het schetsen in de buitenlucht.
De tentoonstelling ”Cromheecke tekent Daubigny” in De Mesdag Collectie vervlecht het levensverhaal van Daubigny met het wordingsproces van het stripverhaal. Het is een wisselwerking tussen een schetsende schilder en een schilderende tekenaar. Het statige pand van De Mesdag Collectie geeft de expositie extra glans. Het interieur van het laatnegentiende-eeuwse gebouw is weelderig voorzien van authentieke decoraties. De rode lak, de brons- en goudverf op de muren en de luxe tapijten op de vloer ademen de sfeer van de voormalige bewoners Hendrik Willem en Sientje Mesdag.
Het Haagse kunstenaarsechtpaar liet zijn levensmotto aanbrengen op de muren van het woonhuis. ”Kunst is Godesdienst” en ”Werken is genot” staat er in gouden letters geschilderd. Daubigny deelde zeker de levensvisie ”Werken is genot” met het echtpaar Mesdag. De geboren Parijzenaar groeide op in het dorpje Valmondois buiten Parijs. Hier ontstond zijn liefde voor de natuur en zijn behoefte om buiten te schilderen.
Atelierboot
Omdat Daubigny zo graag buiten werkte, kocht hij in 1857 een kleine veerboot die hij verbouwde tot atelierboot. Met dit bootje bevoer hij de rivieren om de natuur bij het water vast te leggen. „Want het is bij uitstek aan de oevers van de rivier dat je de mooiste landschappen aantreft.” Een reconstructie van de atelierboot staat in de voortuin van De Mesdag Collectie. Een kleine boot met een grote hut. Ietwat uit proportie. Anders dan in het beeldverhaal is er bij deze, door Vera Selhorst gereconstrueerde boot geen ruimte om de roeispanen te bedienen.
Hoogtepunt van de tentoonstelling is de ‘strip’ die Daubigny maakte over zijn omzwervingen met het bootje. Eenentwintig prenten uit het album ”Voyage en bateau” (”De reis met de boot”) tonen de avonturen die de authentieke schilder samen met zijn zoon Karl op zijn reizen beleefde. De collectie tekeningen van Jill Newhouse Gallery en Thomas French Fine Art uit New York geeft het plezier van de schilder weer.
Humorvolle scènes tonen het wel en wee aan boord van de bateau. De mannen vissen, koken, schilderen, slapen en kampen met een gebroken roeispaan. De tekeningen waren oorspronkelijk bedoeld om in familie- en vriendenkring te tonen. Dat moet een succes zijn geweest, want in 1862 werden ze als prentenalbum gepubliceerd.
Afstand
De tuin van Daubigny is een prachtig beeldverhaal over het leven van de schilder, zijn vrouw en zijn zoon. Een schets van het leven in de negentiende eeuw. Daubigny was geen gekwelde kunstenaar, maar een zelfstandige, succesvolle schilder die goed kon leven van zijn werk. Hij kon een landhuis laten bouwen en trok zijn eigen plan. Hij bekeek de wereld anders vanaf zijn boot. Met meer afstand en rust bij het kabbelende water.
Daubigny en Cromheecke leggen in hun werk de teerheid en vluchtigheid van de natuur vast. De gouden gloed van een zonsondergang, een brandende lucht die na enkele tellen weer verdwijnt. Daubigny en Cromheecke hebben er oog voor. De grafische roman en de tentoonstelling zijn een ode aan de verstilling, een ode aan het vertragen, het goed om je heen kijken en de Schepper eren door te genieten van de natuur, in plaats van eraan voorbij te gaan. ”Kunst is Godesdienst” en ”Werken is genot”, zegt Mesdag. Daubigny en Cromheecke zeggen het hem na in hun beelden.
”Cromheecke tekent Daubigny. Een kunstenaarsleven verbeeld” is tot en met 5 maart te zien in De Mesdag Collectie, Laan van Meerdervoort 7F, Den Haag. demesdagcollectie.nl
Boekgegevens
De tuin van Daubigny (grafische roman), Luc Cromheecke en Bruno de Roover; uitg. Ballon Media, Antwerpen, 2016; ISBN 978 94 6210 463 1; 55 blz.; € 16,95.