Top in Astana werd geen feestje van Arabieren
Het vredesoverleg over Syrië in Astana is voorbij en in de Arabische media wordt druk gediscussieerd over wat er op de bijeenkomst in de Kazachstaanse hoofdstad bereikt is. Zowel vertegenwoordigers van het Syrische regime als die van de oppositie lieten weten dat ze in ieder geval niets hadden ondertekend.
Het akkoord van Astana werd maandag door het afhaken van Syrië en de rebellen in feite een overeenkomst tussen Rusland, Turkije en Iran over de toekomst van Syrië. De drie landen zijn echter niet-Arabische staten en de Libanese journalist Eyad Abu Shakra concludeerde dan ook verbitterd dat „de Arabieren nog slechts relevant zijn in de oorlog tegen het terrorisme.”
In tegenstelling tot eerdere conferenties zaten tijdens het overleg in Astana de Syrische oppositie en vertegenwoordigers van het regime van president Assad om dezelfde tafel, en dat was winst. ‘Astana’ illustreerde tevens dat de Syrische realiteit niet langer wordt genegeerd. Op eerdere bijeenkomsten hadden vertegenwoordigers van het Syrische regime steeds onderhandeld met leden van de burgeroppositie, terwijl iedereen wist dat die nauwelijks invloed heeft in Syrië. De delegatie van de oppositie in Astana bestond enkel uit leden van Syrische gewapende milities.
Grote afwezigen in Astana waren de Syrische Koerden. Aan het begin van de Syrische crisis leken zij de grote winnaar te worden, maar Astana maakte duidelijk dat zij nu aan de kant van de verliezers staan.
Opvallend in het slotcommuniqué was dat de zinsnede was weggehaald die het toekomstige Syrië als seculiere staat bestempelt. Delegatieleider Djafari van het Syrische regime liet nadrukkelijk zijn ongenoegen hierover blijken. Volgens hem was dit onder zware Turkse druk gebeurd. Djafari zei dat dit de ware bedoelingen van de Turkse president Erdogan blootlegt, die nog altijd beweert dat Turkije een seculiere republiek is, maar intussen streeft naar de islamisering van zijn land. Deze kwestie geeft iets weer van de ingewikkeldheid van het Syrische drama.
Mohammed Allush gaf op het overleg in Astana leiding aan de delegatie van de Syrische oppositie. Hij is in Syrië tevens leider van het gewapende Leger van de Islam. Deze militie heeft eerder gezegd dat ze in Damascus een kalifaat wil oprichten – iets wat onverenigbaar is met het idee van een seculier Syrië. Komende maand zal er in Genève een vervolgconferentie beginnen en de hamvraag is of de aard van de toekomstige Syrische staat seculier of religieus zal zijn.
Intussen moeten gewapende milities accepteren dat het regime in Damascus vooral dankzij Russische militaire steun veilig is. Tegelijk is waar dat het Moskou ernst is met het vinden van een oplossing voor Syrië. Rusland wenst militair niet verder in het Syrische moeras te worden getrokken. Het is immers geen geheim dat er in Syrië al meer Russische militairen zijn gesneuveld dan president Poetin lief is.