Economie

„Eenverdiener eet maar cake in plaats van brood”

Eenverdieners die hoop koesteren dat de rechter hen van een onevenredige fiscale last verlost, doen er goed aan de datum van 3 maart in hun agenda te markeren.

Marcel ten Broeke
20 January 2017 18:06Gewijzigd op 16 November 2020 09:38
beeld ANP, Lex van Lieshout
beeld ANP, Lex van Lieshout

Op die dag spreekt het gerechtshof Den Bosch zich namelijk in hoger beroep uit in de zaak die is aangespannen door het kostwinnersechtpaar Dohmen uit Landgraaf. Het gezin is één van de naar schatting 400.000 Nederlandse eenverdienerhuishoudens die in het huidige fiscale stelsel gebukt gaan onder een fors hogere belastingdruk dan voor tweeverdieners geldt. Zo betaalt een tweeverdienersgezin, waarin de beide partners opgeteld 40.000 euro verdienen (2 keer 20.000 euro), nu slechts 1.836 euro belasting. Een eenverdiener met een inkomen van 40.000 euro is onder de streep maar liefst 10.325 euro kwijt: bijna zes keer zoveel.

Hoogleraar Algemene Staatsleer Jos Teunissen, die het fiscaal gedupeerde echtpaar bijstaat, laakte vrijdagmiddag tijdens de rechtszitting de uitspraak in eerste aanleg van de rechtbank Breda. Die overwoog ruim een jaar geleden dat de stapsgewijze afschaffing van de algemene heffingskorting, die in 2008 door de overheid voor niet-werkende partners in gang is gezet, weliswaar „niet onbelangrijk is voor eenverdienersgezinnen”, maar ook weer niet „als excessief kan worden aangemerkt.”

Teunissen stelde vrijdagmiddag voor de rechtbank dat die overweging hem deed denken aan de uitspraak van de Franse koningin Marie-Antoinette toen ze, vlak vóór de Franse revolutie, vernam dat het volk geen brood had om te eten. „„Als ze geen brood hebben, dan eten ze toch cake!” Mensen die er een bewijs voor zoeken dat rechters wereldvreemd zijn en in een bubble leven, kunnen dat in deze opmerking vinden.”

Eenverdieners, zoals het echtpaar Dohmen, betalen tot zes keer zoveel belasting als tweeverdieners met precies dezelfde draagkracht, benadrukte Teunissen. Het Nibud betitelde modale eenverdieners in 2015 al als een „risicogroep die feitelijk geld tekort komt en bezuinigen moet op voeding”. Teunissen: „Eenverdieners worden al enorm overbelast en dan wordt hen óók nog de algemene heffingskorting ontnomen: een bedrag dat neerkomt op een belastingvrije som van enkele duizenden euro’s.”

Teunissen benadrukte nog eens dat het echtpaar Dohmen „niets wil krijgen van de staat”, maar slechts wenst dat hen niets wordt ontnomen. „Want dat is wat er gebeurt wanneer aan een niet-werkende partner de heffingskorting wordt onthouden. Dan zegt de staat: uw primaire bestaansmiddelen hoeven niet te worden gerespecteerd, omdat u geen betaalde baan hebt. Dat is een diskwalificatie van mensen.”

Omdat rijke eenverdieners hun niet-werkende partner inkomen kunnen toerekenen uit spaargeld, en zo toch nog de complete heffingskorting kunnen incasseren, zijn volgens Teunissen ook nog eens alleen arme eenverdieners de dupe van het huidige kabinetsbeleid .

Volgens Teunissen heeft de door oud-GroenLinks-Kamerlid Halsema geïntroduceerde term “aanrechtsubsidie” aan het huidige onbegrip bijgedragen. „Woorden kunnen werken als gif. De term doet het voorkomen alsof er een voordeeltje wordt verleend, terwijl er juist geld wordt ontnomen. Mensen gaan dan denken dat het terecht is dat je het afschaft.”

Dat juist Halsema, die het eenverdieners met een gehandicapte partner financieel op die manier flink lastig heeft gemaakt, nu voorzitter is van Vereniging Gehandicaptenzorg Nederland (VGN), noemde Teunissen „hypocriet”.

Namens de belastinginspecteur stelde de verdediging in een reactie dat het kabinetsbeleid beoogt om niet-verdienende partners in een gezin „te prikkelen” om aan het werk te gaan. „Deze partners hadden alleen de heffingskorting tot hun beschikking, dus was dat ook het enige middel om iets mee te doen. In onze ogen is dat een objectieve en redelijke rechtvaardigingsgrond voor de afbouw van algemene heffingskorting.”

Teunissen noemt de „prikkels” waar de staat over spreekt echter dwangmaatregelen. „Er is geen terrein waarop de staat over méér dwangmiddelen beschikt dan het fiscale terrein.” Hij verwees naar een land dat ooit hetzelfde doel had als Nederland nu, namelijk om door het bevorderen van hun arbeidsparticipatie vrouwen economisch zelfstandig te maken. „Dat was de DDR. In 1989 werd daar een arbeidsparticipatie onder vrouwen bereikt van liefst 92 procent. Een fantastisch land moet dat zijn geweest, met allemaal ontzettend geëmancipeerde mensen! Je vraagt je haast af waarom ze er een ander regime wensten.” Uitspraak volgt over zes weken, naar verwachting op 3 maart.

Meer over
Eenverdieners

RD.nl in uw mailbox?

Ontvang onze wekelijkse nieuwsbrief om op de hoogte te blijven.

Hebt u een taalfout gezien? Mail naar redactie@rd.nl

Home

Krant

Media

Puzzels

Meer