Schotten slikken speech van May niet
Theresa May’s brexitspeech van dinsdag is met gemengde reacties ontvangen. De Schotse premier noemde een tweede referendum over onafhankelijkheid nu „onvermijdelijk.”
May wil „goede vrienden” blijven met de EU, maar wenst niet met zich te laten sollen: „De EU moet ons niet proberen te straffen”, zei ze.
De Britse regering wil richting alle partijen „helder en duidelijk” over de brexit communiceren. Dat betekent echter niet dat de regering vanaf nu open kaart zal spelen. Sterker nog, „degenen die ons willen dwingen tot meer openheid (de oppositie, MB), handelen niet in het landsbelang”, stelde May. Te veel informatie kan immers de onderhandelingspositie ondermijnen.
May zoekt in het kader van een „sterker Groot-Brittannië” uitdrukkelijk naar eenheid tussen de vier landen (Engeland, Schotland, Wales en Noord-Ierland) van het Verenigd Koninkrijk. „Onderlinge verdeeldheid zal tegen ons gebruikt worden”, zei ze.
Daar ligt echter een moeilijkheid. De Schotse premier Sturgeon ligt na de speech alleen nog maar sterker op ramkoers. Nu duidelijk is geworden dat Groot-Brittannië als geheel de EU en de gemeenschappelijke markt gaat verlaten, acht zij een tweede onafhankelijkheidsreferendum „onvermijdelijk.”
May liet er geen twijfel over bestaan dat het Verenigd Koninkijk de EU niet nodig heeft, omdat het zich kan richten op de wereldwijde handel met de opkomende economieën. Helemaal vreemd klinkt dat niet uit de mond van de premier van het voormalige grootste koloniale rijk dat de wereld ooit gekend heeft. De contacten met Australië, Pakistan, India en diverse Afrikaanse landen zijn warm. „Veel landen zijn voor ons vertrouwder dan Europa”, aldus May.
Tegelijkertijd wil May „een nieuw, allesomvattend en ambitieus handelsverdrag” met de EU, waarin elementen van de douane-unie behouden blijven. Of dat laatste realistisch is, is de vraag. Guy Verhofstadt, die namens de Europese Unie de onderhandelingen zal leiden, stelt in een reactie dat „we nooit een deal zullen accepteren waarbij het gunstiger is om buiten de EU te staan, dan om lid te zijn.” May stelt op haar beurt dat ze liever „geen overeenkomst dan een slechte overeenkomst” heeft.
Toch overheerst na de speech de onzekerheid. Zo stelde May dat er zo spoedig mogelijk duidelijkheid moet komen voor EU-burgers in het Verenigd Koninkrijk. Meer dan dat zei ze echter niet; hun status blijft onzeker.
Verrassend is de aankondiging dat beide Kamers van het Britse parlement in ieder geval over het eindresultaat van de onderhandelingen mogen stemmen. Voor sommigen gaat dat echter niet ver genoeg. De liberaal-democraten willen dat er een tweede referendum georganiseerd wordt over het onderhandelingsresultaat. Volgens hen hadden de kiezers tijdens het eerste referendum geen enkel idee waar ze nu eigenlijk voor stemden.
De vraag of de onderhandelingen überhaupt van start kunnen gaan zonder toestemming van het parlement, zal naar verwachting aan het eind van de maand door het Britse hooggerechtshof beantwoord worden.