Vlaams bedrijf warm onthaald in Zeeland
Zeeland maakt zich dit jaar extra sterk om onder nemers uit Vlaanderen over te halen zich in Neder land te vestigen. De provincie vindt zichzelf om vele redenen aantrekkelijk voor de Belgen.
Volgens Erwin van der Meer ligt het voor de hand dat Zeeland lonkt naar bedrijven uit het buurland. Hij is senior manager investerings bevordering bij Invest in Zeeland, een afdeling van de Zeeuwse ontwikkelingsmaatschappij Impuls. Uit het jaarplan van Impuls bleek onlangs dat de organisatie haar Belgische netwerk fors wil uitbreiden. Pluspunten van Zeeland zijn een uitstekende infrastructuur, prima bereikbaarheid –zeker afgezet tegen de dagelijkse verkeers congestie rond Brussel en Antwerpen– en het feit dat de vennootschapsbelasting er lager is dan in België. „De loon kosten zijn lager, er is een grotere arbeidsflexibiliteit en er wordt minder gestaakt dan in België”, somt Van der Meer op.
Via een campagne op internet, deelname aan ondernemersbeurzen en uitbreiding van zijn netwerk in het buurland probeert het bureau de naamsbekendheid van Zeeland bij de Vlamingen te vergroten. Van der Meer: „Belgische ondernemers kunnen vooral in Zeeuws-Vlaanderen op een laagdrempelige manier de Nederlandse markt betreden. Zeeland is een gebied dat te overzien is en het ligt bovendien om de hoek.”
Bij Invest in Zeeland kunnen geïnteresseerde Belgen met al hun vragen terecht, of het nu gaat om subsidiemogelijkheden, de te kiezen rechtsvorm of de meest geschikte locatie. „We willen het bedrijf dat hiernaartoe wil komen in het voortraject zo veel mogelijk ontzorgen”, zegt Van der Meer. „Maar het opbouwen van een vertrouwensrelatie is al even belangrijk. Bij Belgen vergt dat aandacht en tijd, je moet geduld hebben. Soms ligt een investeringsproject ogenschijnlijk stil, om dan plotseling weer op te leven.”
Sinds de start van Impuls in 2007 bouwde Invest in Zeeland contacten op met ruim tachtig Vlaamse bedrijven. Twaalf daarvan besloten daadwerkelijk hun geluk in Zeeland te beproeven.
Tuinbouw
Het glastuinbouwbedrijf Verenigde Groentetuinders (VGT) uit Rijkevorsel zette die stap in 2014, toen het neerstreek in het Zeeuws-Vlaamse Westdorpe, net over de grens. Daar bouwde VGT op een terrein van 40 hectare twee kassen complexen van elk 15 hectare waarin paprika’s worden geteeld. Bij VGT Zeeuws-Vlaanderen werken in de winter 90 mensen, zomers zijn dat er zo’n 150.
Mede-eigenaar Koen Neyens legt uit dat het besluit om zich in Zeeland te vestigen te maken had met de wens van VGT om duurzamer te produceren. „Wij zijn een zeer milieu bewust bedrijf en bij Westdorpe kregen wij de kans om onze kassen volledig te verwarmen met restwarmte van de nabijgelegen kunstmestfabriek Yara”, zegt hij. „In onze Belgische vestiging hadden we al gekozen voor een volledig biologische bestrijding van insecten. Al het regenwater dat daar op onze kassen valt, wordt bovendien binnen een gesloten systeem volledig hergebruikt. Maar we zijn in Rijkevorsel nog wel aangewezen op fossiele brandstoffen om onze kassen te verwarmen. In West dorpe zijn we niet eens aangesloten op het aardgasnet. We zijn daar compleet onafhankelijk van het gebruik van fossiele brandstoffen.”
Een andere reden om voor Westdorpe te kiezen, was dat VGT een geschikt perceel kon aankopen van havenbedrijf Zeeland Seaports waarop glastuinbouw toegestaan was. Neyens: „Het betrof een vierkant terrein dat ons bedrijf zodanig kon inrichten dat we verzekerd waren van een maximale lichtinval in de kassen. Onze verpakkingsloods en technische ruimten konden we zo neerzetten dat er helemaal geen schaduw op de kassen viel. Hoe meer lichtinval, des te sneller immers onze planten groeien. Dus ook in dat opzicht was Westdorpe een zeer gunstige optie.”
De ligging speelde eveneens een rol bij de keuze, aldus Neyens. „Als je vanuit Gent Nederland binnenrijdt richting Terneuzen is Westdorpe het eerste dorp dat je passeert. Onze Zeeuwse vestiging ligt daardoor nog steeds dicht bij de snelwegen waarover onze paprika’s Europa in worden getransporteerd. Maar Zeeuws-Vlaanderen is ook qua mentaliteit nog een beetje België. Het was dus voor ons ook psychologisch een kleine stap om te verkassen.”
Glastuinbouwgebied
De kassen van VGT staan in het 150 hectare grote glastuinbouwgebied Zeeuws-Vlaanderen, dat sinds 2008 werd ontwikkeld op initiatief van de provincie Zeeland. Het moest het meest duurzame kassengebied van het land worden, mede dankzij de mogelijkheid om restwarmte te betrekken bij Yara.
„Het gebied was bestemd voor bestaande glastuinders uit onder meer het Westland en Steen bergen die hun activiteiten wilden uitbreiden, maar daar in hun eigen omgeving geen ruimte voor hadden”, vertelt Jenny Crone, directeur van energiebedrijf WarmCO2, een samenwerkingsverband van havenbedrijf Zeeland Seaports en Yara dat op het terrein van de kunstmestfabriek de installaties bouwde waarmee de restwarmte wordt opgevangen en naar de kassen getransporteerd. „Mooi dat er nu ook een Belgische branche genoot bij is gekomen.”
Sinds 2016 draait twee derde van het kassenareaal in het gebied op de restwarmte en rest-CO2 van de fabriek.