Rome kan niet tegen de regen
Rome is trotser op het Colosseum dan op de ”cloaca maxima”. Niet alleen omdat deze antieke ’riolering’ mogelijk een onsmakelijk idee oproept, maar vooral omdat de oude leiding het regenwater tegenwoordig niet meer kan verwerken.
Wie het antieke Rome in gedachten heeft, denkt aan het Colosseum, het Forum Romanum en het Pantheon. Minder voor de hand ligt het om de stad te verbinden met de cloaca maxima. Toch is dit afwateringsysteem ouder dan het kolossale amfitheater, en misschien wel de belangrijkste oorzaak dat Rome de eeuwen heeft overleefd. De eerste cloaca moest het regenwater afvoeren dat van de zeven Romeinse heuvels naar het laagste punt stroomde, waar later het Forum Romanum zou komen te liggen. De cloaca maxima, de ”grote uitvoergang”, werd gebouwd door Tarquinius Superbus, de laatste van de legendarische Romeinse koningen (534-510 voor Christus).
Of Tarquinius werkelijk bestaan heeft is nog maar de vraag, en daarmee ook de vraag of de buis echt al 2500 oud is. Hoe dan ook is de cloaca onderdeel van de vroege geschiedenis van Rome. En het aardige is, zo legt Fabrizio D’Andrea van de afdeling openbare werken van de gemeente uit, zij is nog altijd in functie. „De cloaca maxima maakt nog steeds deel uit van het drainagesysteem, ook al wordt een deel van het water ondergronds geleid naar de waterzuiveringsinstallatie aan de zuidkant van de stad.”
In de vroege Oudheid was de cloaca eigenlijk niet meer dan een gekanaliseerde waterweg, waarover nota bene houten bruggen waren gebouwd. Later kwam de cloaca ondergronds te liggen. Het is een enorme buisvormige gang (2,70 meter hoog), opgebouwd uit zware steen. De cloaca maxima verwerkt het water dat zich vormt in het Forum Romanum, het Circus Maximus en de Suburra, de wijk waar Caesar werd geboren. Er waren overal openingen aan de bovenzijde aangebracht, waardoor ook regenwater kon wegvloeien. Die openingen konden worden gesloten. De bekendste deksel is de enorme marmeren schijf die in de voorhal van de kerk Santa Maria in Cosmedin hangt, ook wel bekend als de Mond der Waarheid. Op de cloaca waren -anders dan veel reisgidsen menen te weten- niet de latrines aangesloten. Dus is er eigenlijk niet zo zeer sprake van een riolering als wel van een waterafvoer.
Niet ver van de Cosmedin-kerk mondt de cloaca uit in de Tiber. Dertig kilometer verderop stroomt de rivier vervolgens in zee. Bij het sluitstuk van de cloaca hangen nog wel eens zogeheten ”fiumaroli”, riviervissers, rond die met een zeef munten of andere antieke zaken opvissen. Op de ronding van de opening hebben twee zwervers met matrassen en kartonnen dozen hun verblijf gemaakt. Nog steeds is vanaf de kademuur de monding goed te zien. Jammer genoeg is een bezoek aan de cloaca sinds een paar jaar niet meer mogelijk.
De cloaca maakt 2500 jaar na dato overuren, maar dat is niet voldoende. Dat blijkt telkens weer, zoals dit voorjaar, toen er zeer veel regen viel. Als het in Rome een beetje regent, staan binnen no time de straten blank. Dat heeft te maken met onder meer achterstallig onderhoud, zoals het schoonhouden van afvoerputten, en de onvoldoende capaciteit van de cloaca. Bood de cloaca in het antieke Rome voldoende lucht, in de tussentijd is het inwoneraantal van Rome fors gestegen en werd het autoverkeer geïntroduceerd. „In Rome staan per 1000 inwoners 896 voertuigen geregistreerd, dat is echt te veel”, meent D’Andrea.
Dat heeft direct gevolg voor het wegdek, dat zeker door het regenachtige voorjaar sterk is verslechterd. Scooterrijden -fietsen is hier ondenkbaar- is een gevaarlijke bezigheid geworden. Het asfalt brokkelt op veel punten af en er ontstaan gaten in het wegdek. Een oorzaak is dat domweg over veel klinkerwegen asfalt is gelegd. Dat laat snel los. Soms ontstaan hele kraters als een deel van de oude klinkerweg instort omdat de ondergrond daaronder is weggespoeld. De gemeente Rome probeert met lapwerk de ergste schade te herstellen, maar structurele verbetering is volgens D’Andrea niet te verwachten: „Rome is met 5500 straten en 50 miljoen vierkante meter aan wegdek een van de grootste steden van Europa. Het onderhoud kost 500 miljoen euro, en dat bedrag is er niet.” Het Romeinse wegdek is zo berucht dat buitenlandse autofabrikanten hun nieuwe modellen in deze stad testen. Als de schokdempers het hier houden, dan kunnen de auto’s overal wel de weg op.