Buitenland

„Mijn eer is mij voor altijd ontnomen”

Haider Sabbar Abed wijst op een foto van een naakte gevangene, zijn hoofd verborgen onder een kap en zijn handen op zijn rug gebonden. „Dat ben ik”, zegt de Irakees.

Lee Keath (AP)
7 May 2004 10:42Gewijzigd op 14 November 2020 01:12

Abed vormt met een aantal andere door Amerikaanse militairen mishandelde gevangenen uit de Abu Ghraib-gevangenis in Bagdad het middelpunt van een wereldwijd schandaal. Vertrouwen in het door de Amerikaanse president George Bush aangekondigde onderzoek naar het gedrag van de Amerikaanse militairen heeft de 36-jarige sjiiet niet. „Zal dat mij mijn eer teruggeven? Mijn waardigheid is door de Amerikanen vertrapt.”

Op foto’s die deze week werden gepubliceerd in onder meer de krant Washington Post en het tijdschrift de New Yorker is een groot aantal gevallen van mishandeling en misbruik van Iraakse gevangenen door Amerikaanse soldaten te zien. Abed vertelt dat hij door een van de soldaten werd gedwongen seksuele handelingen te verrichten terwijl een vrouwelijke militair vlak voor hem ging staan. Ook werden er ’piramides’ gemaakt van naakte gevangenen, ter vermaak van de toekijkende soldaten. Abed wijst op een stapel van zeven naakte mannen en wijst zichzelf aan, ergens onderop. „Ik herken mezelf aan de tatoeages.”

De foto’s die deze week in de publiciteit kwamen -Amerikaanse soldaten maakten er duizenden in Abu Ghraib- tonen ook beelden van naakte, vastgeketende gevangenen met duidelijke sporen van mishandeling.

Abed belandde in Abu Ghraib toen hij in juli een bezoek wilde brengen aan Bagdad. De auto waarin hij op weg was naar de Iraakse hoofdstad werd aangehouden door Amerikaanse militairen omdat het een type voertuig was dat herhaaldelijk was gebruikt voor het uitvoeren van aanvallen op Amerikaanse eenheden. De chauffeur die hem een lift gaf, die Abed niet zegt te kennen, had geen papieren bij zich. Alle inzittenden werden gearresteerd. Na een kort verblijf in een legerkamp werd hij overgebracht naar Abu Ghraib, de grootste gevangenis van Irak. Na een vechtpartij waar nog zes of zeven andere gedetineerden bij betrokken waren, werd Abed overgebracht naar de isoleerafdeling van de gevangenis.

Daar, uit het zicht van het overige gevangenispersoneel, vonden de mishandelingen plaats. „Daar begon de nachtmerrie”, zegt Abed. „De martelingen en vernederingen duurden uren.” Na een verblijf van meer dan drie weken op de isoleerafdeling werd hij weer teruggeplaatst naar de hoofdafdeling en op 15 april vrijgelaten, zonder ooit ergens van beschuldigd te zijn.

Abed wilde aanvankelijk niet praten over de vernederingen, maar zegt dat uiteindelijk toch te hebben gedaan om de buitenwereld te attenderen op de misstanden in Abu Ghraib. „Daar zitten veel onschuldigen vast die niks met het verzet tegen het Amerikaanse leger te maken hebben. Ik heb mijn plicht gedaan, meer kan ik niet doen. Maar in Irak kan ik niet blijven, daarvoor is de schaamte te groot.”

RD.nl in uw mailbox?

Ontvang onze wekelijkse nieuwsbrief om op de hoogte te blijven.

Hebt u een taalfout gezien? Mail naar redactie@rd.nl

Home

Krant

Media

Puzzels

Meer