Column: Boekje open over jeukwoorden
De laatste kerstbomen zijn afgevoerd, de meeste resten van het vuurwerk opgeruimd, skiënde gezinnen teruggekeerd en jongeren weer neergezegen in de schoolbanken. Nu nog, althans voor een deel van de bedrijven, de nieuwjaarsborrel en dan hebben we vrijwel de hele riedel weer gehad.
Over de borrel gesproken: die mag niet worden genuttigd voordat de hoogste baas zijn ei heeft gelegd in de vorm van een nieuwjaarstoespraak. Hij zal het hebben over „de drempel van het nieuwe jaar waarop we met zijn allen staan”, over „onzekere tijden” die altijd weer opduiken, over „ontwikkelingen die elkaar in razend tempo opvolgen” en over uitdagingen „die vooral moeten worden omgebogen tot kansen.” Natuurlijk bedankt hij voor de getoonde inzet, maar minstens zo sterk beklemtoont hij de voortzetting van de inspirerende samenwerking. Dan waren er nog de ups en downs die achter ons liggen, dienen er toppers in het zonnetje te worden gezet en o, wat was het een bewogen jaar.
Dat heb ik niet allemaal zelf verzonnen maar voor een belangrijk deel ontleend aan het nieuwe boek van Japke-d. Bouma, ”Uitrollen is het nieuwe doorpakken”. Ze kan het weten want zij is gespecialiseerd in zogeheten jeukwoorden op kantoor. Voorbeeld van een verzameling jeukwoorden is volgens haar de eerdergenoemde nieuwjaarsspeech bij bedrijven.
Wat zij vooral niet meer wil horen is dat het een bewogen jaar was. Volgens haar is het altijd een bewogen jaar. Wat haar betreft mag je alleen nog bewogen jaar zeggen als je als directeur erbij gaat snotteren. Dat maakt indruk, je laat zien dat het je wat kan schelen.
Zou het gebruik van jeukwoorden beperkt blijven tot nieuwjaarsspeeches, dan zou het allemaal nog wel meevallen. Maar in de dagelijkse kantoorpraktijk wemelt het ervan. Daarbij signaleert Bouma een voorliefde voor woorden uit de bouw. Talent wordt aangeboord, managers worden doorgezaagd, prototypes worden in de steigers gezet, zekerheden borgen we, waarden dien je te verankeren en voorstellen worden afgehamerd. Er zijn volgens de auteur behoorlijk wat kantoren waar collega’s de hele dag met elkaar praten alsof ze in een bouwput staan.
De luchtvaart is eveneens populair. Uitdagingen worden aangevlogen, collega’s stijgen boven zichzelf uit, expertise moet worden ingevlogen en een helikopterview is nodig vanwege de naderende turbulentie in de markt.
Bouma wordt er helemaal niet goed van; vandaar het begrip jeukwoorden. Maar ach, een beetje relativeren kan geen kwaad. Zij vindt ”uitrollen” echt verschrikkelijk. Vandaar dat het in de titel is terechtgekomen. Maar persoonlijk vind ik het wel een beeldend begrip. Ik zou er dan ook helemaal geen bezwaar tegen hebben als Bouma’s boek landelijk in alle kantoren zou worden uitgerold.