„Minder geweld, maar meer druk op christenen”
Christenen hebben vorig jaar met minder ‘zichtbaar’ geweld te maken gehad dan in 2015. Toch nam de druk op hen toe, van de overheid, familie of omgeving. Dat stelt de organisatie Open Doors, die woensdag voor de 25e keer de ‘Ranglijst Christenvervolging’ publiceert.
Op de lijst staan vijftig landen waar christenen het meest om hun geloof worden vervolgd. In de onderzochte landen wonen 215 miljoen christenen, die in ‘sterke tot zeer sterke mate’ worden vervolgd. Volgens Open Doors komt dat neer op één op de elf van de 2,48 miljard christenen in de wereld.
Onder vervolging verstaat de organisatie „het bewust vijandig bejegenen van christenen in woord en daad”. Zij onderscheidt hierin twee vormen: ‘verstikken’ of ‘verbrijzelen’. In de eerste vorm gaat het om druk van overheid, familie of omgeving, in de tweede om geweld, een vorm die duidelijker zichtbaar is.
De Ranglijst toont dat het ‘zichtbare’ geweld tegen christenen in 2016 is afgenomen ten opzichte van het jaar ervoor. Werden er in 2015 nog 7106 christenen vermoord om hun geloof, in 2016 waren dat er 1207. Ook werden minder kerken vernield.
Open Doors ziet een trend naar toenemend ‘religieus nationalisme’ in Azië. Bijvoorbeeld in India, waar hindoeïsme en staatsburgerschap „bij elkaar horen” en aanhangers van andere religies worden gediscrimineerd. Als andere landen zien dat India wel vaart bij een religieus nationalistische koers, zullen zij dat voorbeeld willen volgen.
Radicaal-islamitisch gedachtegoed schiet volgens Open Doors steeds meer wortel in landen in de Sahel. Radicale moslims verspreiden hun ideologie met financiële steun uit Saudi-Arabië. Dat gebeurt volgens de organisatie onder andere in Somalië, Kenia, Niger en Burkina Faso.