Buitenland

Van Syrië naar Zweden gevlucht met zes jonge kinderen

„„Schiet me maar dood”, schreeuwde ik tegen de Hongaarse grenswachten die me tegenhielden bij de grens met Oostenrijk, nadat ons gezin al driemaal terug was gestuurd naar de plek waar we het land waren binnengekomen”, vertelt Achmad. „Mijn vrouw en kinderen waren de grens gepasseerd, maar ik moest achterblijven in Hongarije: de grenswachten richtten zelfs hun wapens op me. Ik was radeloos.”

Henrique Staal

6 January 2017 18:48Gewijzigd op 16 November 2020 09:31
De Syrische vluchtelingen Achmad (31) en Zainab (27) wonen met hun kinderen in een huis voor asielzoekers in het Zweedse Uddevalla, ten noorden van Götenburg. beeld Jaco Klamer
De Syrische vluchtelingen Achmad (31) en Zainab (27) wonen met hun kinderen in een huis voor asielzoekers in het Zweedse Uddevalla, ten noorden van Götenburg. beeld Jaco Klamer

Hun kinderen weerhielden Achmad (31) en Zainab (27) ervan om vanuit Syrië via Turkije naar Europa te vluchten, omdat de reis gevaarlijk is. „Tegelijkertijd waren zij juist de reden voor onze vlucht naar veiligheid, want wij wensen hun een veilige toekomst toe”, vertellen de ouders van Zaid (8), Jalela (7), Mariam (6), Butal (5), Emman (4), Abdalaziz (2) en baby Mohamed in hun tijdelijke onderkomen in Zweden.

„De reis naar en door Europa is heel kostbaar en zeer gevaarlijk”, weet Achmad nu ook uit ervaring. „Het is gevaarlijk om in Syrië te blijven, maar je neemt ook een groot risico als je vertrekt. Wij moesten het land verlaten. Tijdens onze tocht wilde ik mijn gezin behoeden voor gevaar: mijn vrouw was zwanger en mijn kinderen konden zomaar ziek worden.”

Achmad werd tegengehouden bij de grens van Servië met Hongarije, terwijl zijn vrouw en kinderen al in Servië waren. „Ik bereikte Hongarije, terwijl de grenspolitie me op de hielen zat en me dreigde te vermoorden. Tijdens de hele tocht was ik zeer gespannen en bang dat er iets zou misgaan: koste wat kost wilde ik mijn kroost de reis laten overleven. Ik probeerde mijn kinderen te beschermen zoals een kip haar kuikens onder haar vleugels beschut. Ik liep constant met een rugzak op mijn rug en twee kinderen op mijn armen. Toen we, op 17 september 2015, uiteindelijk veilig in Zweden aankwamen, was ik een maand lang ziek van spanning en zorg, en mijn rug was kapot.”

Bouwbedrijf

„Wij woonden in Idlib, vlak bij de grens met Turkije”, blikt Achmad terug. „Ik heb in mijn leven nog nooit een paspoort gehad, want ik had geen enkele behoefte om Syrië te verlaten. Toen ik jong was, zo’n tien jaar voordat de oorlog uitbrak, droomde ik er weleens van de grens met Turkije over te steken, maar die behoefte verdween toen ik getrouwd was.”

Achmad woonde naast zijn broer, die nu ook in Zweden is, en werkte met hem samen. „Ik was uitvoerder bij een bouwbedrijf. Ik kocht grond en bouwde er een huis op voor de verkoop. Mijn moeder, die weduwe is, woont nog steeds in Idlib, net als twaalf van haar veertien kinderen. Mijn jongste broer is ondertussen ondergedoken omdat hij gevaar liep. Opstandelingen uit Aleppo trekken nu massaal naar ons dorp, en Idlib wordt er niet veiliger op. Als er internet is in Syrië, hebben we contact via WhatsApp. Soms lukt dat drie weken niet. Mijn moeder meldde net dat er Iraanse en Russische vliegtuigen overvliegen.”

„Syriërs zijn over het algemeen welgesteld: 80 procent van hen was rijk”, vervolgt Achmad. „Er was voldoende werk en we keken om naar de armen. We hebben vaak grote gezinnen, die bij elkaar wonen. Het leven in Syrië was niet duur en er was ruimte genoeg om iedereen een huis te bieden met grond waarop eten kon worden verbouwd. Wij zijn Syrië dus niet ontvlucht uit armoede, om een beter leven te zoeken. Ik was het liefst bij mijn familie in Syrië gebleven.”

Groenteverkoper

Door zijn kritiek op het regime van Assad liep Achmad echter gevaar. „Al-Nusra heeft zijn hoofdkwartier op 7 kilometer van mijn huis en de rebellen van al-Nusra en al-Qaida meldden zich in ons dorp. Ik drukte dorpsbewoners op het hart zich niet in te laten met deze militanten, omdat het geweld daardoor zou oplaaien en dat onze situatie niet ten goede zou komen.”

De imam deelde, namens al-Qaida, wapens uit. „Hij rapporteerde aan de opstandelingen dat ik hem daarop aansprak. Zij trokken naar mijn huis om mij een lesje te leren. Ze troffen mij niet thuis, schoten op de stoep groenteverkoper Anmar –hij was 21 jaar– dood en schoten daarna hun wapens leeg op de dorpsschool. Pure intimidatie.”

„Ik heb geen spijt van mijn opstand tegen Assad”, zegt Achmad resoluut. „Er was vrede onder zijn bewind, maar hij controleerde iedereen van zijn tenen tot zijn nek, tot verstikkens toe. Nadat het regime zeven onschuldige kinderen doodde, vroegen demonstranten de regering om uitleg. Wij willen vrede, democratie en gerechtigheid: mensen die kinderen doden moeten zich verantwoorden voor het gerecht. Maar ze legden geen verantwoording af, er werden nog meer onschuldige mensen gedood. Het was de start van de revolutie. Het Vrije Syrische leger was bezig met een goede zaak, maar kreeg nauwelijks steun uit het buitenland. Dat gaf milities van al-Nusra en al-Qaida vrij spel om dood en verderf te zaaien. Zo zorgde Assad ervoor dat gewelddadige groepen zich met Syrië gingen bemoeien.”

Nieuwe start

Achmad en Zainab wonen nu met hun kinderen in een woning voor asielzoekers in Uddevalla, ten noorden van Göteborg. „Onze registratie kan elk moment komen. Dan hebben we toestemming om vijf jaar in Zweden te wonen: we krijgen dan een eigen woning en kunnen naar Zweedse les. Gelukkig gaan de kinderen al naar school. We kunnen hier ons leven opbouwen, een nieuwe start maken.”

Achmad wil graag werken. „Ik zou graag aan de slag gaan in een kaasfabriek, of voor mezelf beginnen. Als ik geregistreerd ben en een paspoort heb, kan ik me vrij bewegen in Zweden. Zainab kijkt uit naar de taallessen. Ze voelt zich geïsoleerd doordat ze de taal niet spreekt, en heeft –naast het naar school brengen van de kinderen– geen activiteiten buitenshuis”, zegt Achmad, die zelf contacten heeft via de moskee.

„De tijd in Zweden wil ik gebruiken om de werking van een democratie te leren begrijpen. Zweden is veilig, dat spreekt ons aan. Je mag in vrijheid beslissen wat je wilt doen. De kinderen gaan graag naar school en genieten van de natuur: ze groeien op onder positieve omstandigheden. Mensen respecteren hier regels en wetten. Nadeel is het weer, en de moeite die het kost om werk te vinden.”

Als het in de toekomst rustig is in Syrië, zou Achmad graag teruggaan, „maar het zal lang duren voordat het echt weer vrede is. Kijk naar Irak, waar chaos heerst en dagelijks bommen vallen, ondanks dat de vrede zestien jaar geleden werd getekend. Wij willen terug naar Syrië als het echt veilig is.”

Turkije

Nadat ze hun land waren ontvlucht, woonden Achmad en Zainab eerst acht maanden in Turkije. „We werden er niet goed behandeld: de Turken namen onze auto in beslag, en ik kon die van een corrupte politieman terugkopen voor 1200 dollar, en 7 dinar opstalkosten per dag. We huurden in Turkije woonruimte en wachtten een goed moment af om naar Europa te reizen. Een boottocht naar Italië viel af vanwege de kosten: het was onbetaalbaar voor een gezin met zes kinderen.”

Het was voor Achmad geen optie om Zainab met de kinderen in Turkije achter te laten. „In haar omstandigheden was het niet mogelijk alleen, zonder man en verdere familie, voor zes kinderen te zorgen, en daarnaast nog een kind ter wereld te brengen. Het zou wel een jaar kunnen duren voordat ik haar weer zou kunnen bijstaan als ik alleen naar Europa zou reizen. Ik wilde haar niet aan haar lot overlaten. Van het bedrag waarvoor we de auto verkochten, betaalden we voor ons gezin de overtocht naar Lesbos, in Griekenland.”

Verschrikkelijk bang

Op een avond gingen Achmad en Zainab met hun kinderen op weg naar de zee tussen Turkije en Griekenland. Ze reisden per bus en maakten daarna een voettocht naar het strand. „De overtocht op een volle rubberboot vond ik het moeilijkste deel van de reis”, rilt Zainab. „Ik was verschrikkelijk bang dat we een van de kinderen onderweg zouden verliezen of dat geen van allen de overtocht zou overleven. We zaten met zo’n zestig mensen op een rubberboot die geschikt is voor twintig personen. We strandden, in het pikkedonker, op de rotsen van Lesbos: kletsnat en smerig van zand en zout zeewater.”

Ook oudste zoon, Zaid, wil niet terugdenken aan die bange overtocht over zee. „Ik probeerde me van alles af te sluiten, zo erg vond ik het”, bekent hij. „We hadden geluk dat de overtocht in één keer slaagde”, beaamt Achmad, die daarna bij zijn broer moest aankloppen voor 3000 dollar om zijn reis te kunnen vervolgen. „De overtocht kostte mijn gezin 5500 dollar. Het was alles wat we hadden.”

„Vluchtelingen reizen meestal in groepen, voor veiligheid en steun, maar niemand wilde zich bij ons aansluiten”, verzucht Achmad. „Mensen zagen het niet zitten om met zes kleine kinderen te reizen: ze waren bang dat hun reis vertraging zou oplopen. Ik was verdrietig dat we het alleen moesten zien te rooien, maar besefte later dat het ook voordelen had om als gezin te reizen: we kregen soms voorrang met onze kinderen.”

Rillen van spanning

Het reizen met kinderen maakte de tocht naar en door Europa onvergetelijk voor Achmad en Zainab. „Zij beleefden de reis vaak anders dan wij”, vertellen ze. „De kinderen genoten als we door de natuur liepen en vonden het schitterend toen we door een boomgaard moesten tijgeren omdat de takken zo laag hingen. Ze hadden de dag van hun leven, terwijl wij op onze stijve knieën nauwelijks vooruitkwamen.”

Achteraf kijken de ouders blij terug op hun ontsnapping uit Hongarije. „We werden met een bus naar de grens vervoerd, waar we zouden worden opgevangen in een vluchtelingenkamp. Dat wilden we absoluut niet, want we waren bang dat we daar zouden worden geregistreerd waardoor we Zweden nooit zouden kunnen bereiken. Zainab stond, na de tocht, buiten de bus. Ik gaf haar door het busraampje een voor een de kinderen aan, uit het zicht van de politie. Daarna kroop ik zelf door het raampje, en we gingen ervandoor. Zo bleven we uit handen van de Hongaarse politie.”

Bij de grens van Griekenland met Macedonië moest het gezin urenlang in de stromende regen op de trein wachten. „We waren doorweekt. Toen de trein kwam en wij daarin mochten plaats­nemen, werden de kinderen onder de voet gelopen door mensen die een plek wilden veroveren in de trein die hen naar het noorden zou brengen. Gelukkig konden we onze kinderen weer bij elkaar brengen, en –ijskoud en kletsnat– in de trein plaatsnemen. Anderhalf uur zaten we te rillen van kou en spanning. Achteraf zijn we trots dat onze kinderen met ons alle ontberingen hebben doorstaan.”


Niet meer veilig in Idlib

Op een donkere avond in september 2015 ontmoette fotograaf Jaco Klamer de Syrische vluchtelingen Achmad en Zainab, net nadat ze met een volle rubberboot vanaf de Turkse kust kletsnat waren aangekomen op het Griekse eiland Lesbos. Ze waren gevlucht uit Idlib, waar ze niet langer veilig waren. Het gezin met zes jonge kinderen reisde via Griekenland verder naar Zweden, waar het later die maand na een zware reis asiel aanvroeg. In dat land werd hun jongste kind geboren. Recent bezocht Jaco Klamer de Syriërs in hun tijdelijke huis in Uddevalla, ten noorden van Göteborg. Daar sprak hij Achmad en Zainab uitgebreid over hun vlucht naar Europa en hun eerste ervaringen in Zweden.

RD.nl in uw mailbox?

Ontvang onze wekelijkse nieuwsbrief om op de hoogte te blijven.

Hebt u een taalfout gezien? Mail naar redactie@rd.nl

Home

Krant

Media

Puzzels

Meer