Italianen willen ook kwaliteit van recordbrekende premier
Het kabinet-Berlusconi is de langstzittende regering van Italië in bijna zestig jaar. In zo goed als drie jaar tijd zijn de werkloosheid en de inkomstenbelasting gedaald, maar op veel andere terreinen heerst ontevredenheid.
De Italiaanse premier Silvio Berlusconi kreeg afgelopen zondag een vervroegd cadeautje. Op die dag won AC Milan, de voetbalclub waarvan hij eigenaar is, het landskampioenschap. Niet eerder in de Italiaanse voetbalhistorie behaalde een club zo veel punten. De voetbaloverwinning kwam als een prelude op vandaag, de dag waarop Berlusconi een ander Italiaans record breekt. Niet eerder in de geschiedenis van de Italiaanse republiek (sinds 1946) bleef een kabinet zo lang aan. De regeringsploeg van Berlusconi heeft er 1060 dagen opzitten. Daarmee passeert deze Bettino Craxi, wiens kabinet in de jaren ’80 een dag minder regeringsverantwoordelijkheid droeg.
Het record van Berlusconi is niet alleen zijn eigen verdienste. De superkorte regeringen waarom Italië berucht was -te denken valt aan twee regeringen-Andreotti van respectievelijk negen en tien dagen en twee kabinetten-Fanfani van elf en twaalf dagen- behoren definitief tot het verleden. Door een nieuw kiessysteem, waarbij grosso modo het meerderheidsstelsel geldt, zijn regeringen de laatste tien jaar hoe dan ook stabieler.
Niet voor niets staat ook de linkse regering van Romano Prodi (1996-1998) hoog op de duurrecordlijst. Het meerderheidsstelsel begunstigt de winnaars. Zo leidde Berlusconi’s kleine verkiezingsoverwinning van mei 2001 tot een meerderheid van honderd parlementszetels. Ook dat wil helpen om lang in het zadel te blijven.
Dan de kwaliteit. Daarover zijn de meningen verdeeld. Vraag je het aan de regering dan krijg je een mooi lijstje van behaalde resultaten. Of je kijkt op straat en je blikt aan tegen een van die gigantische verkiezingsposters met een tevreden Berlusconi erop. De slogans wisselen: de werkloosheid is afgenomen, de inkomstenbelasting is verminderd, de illegale immigratie is gedaald en de pensioenen zijn gestegen.
Om al dat moois met het Italiaanse volk te delen, krijgen de komende tijd alle scholen en gemeenten een cd-rom met daarop de regeringssuccessen toegestuurd. Daarbij horen ook de ’grote werken’, zoals de brug over de Straat van Messina en nieuwe autosnelwegen. Dat is wat voorbarig, want van al die projecten is alleen nog maar de eerste paal de grond in gegaan. Bijgevoegd is een kopie van het zogeheten ”contract met de Italianen”, een A4’tje met beloften dat Berlusconi net voor de verkiezingen van 2001 -en rechtstreeks op tv- ondertekende.
De oppositie is minder tevreden. Het belangenconflict van Berlusconi is nog altijd niet opgelost. De 67-jarige Berlusconi is eigenaar van het grootste mediabedrijf van het land. Er lopen tegen hem nog steeds processen waarin hij beschuldigd wordt van omkoping. Een aantal van de in totaal 333 wetten van de afgelopen drie jaar komt Berlusconi als ondernemer in voetbal en communicatie en als aangeklaagde zacht gezegd goed uit. Te denken valt aan de verlaging van de gevangenisstraf voor valsheid in geschifte en een wet die het verdachten mogelijk maakt bij het hof overplaatsing van hun zaak naar een andere rechtbank aan te vragen als ze twijfelen aan de neutraliteit van de rechter. Prompt vroegen de advocaten van Berlusconi overplaatsing aan van hun zaak. Ook twee wetten die financieel ruimte geven aan professionele voetbalclubs komen de premier van pas.
Cruciaal is Berlusconi’s invloed op de communicatie. Hij weet als geen ander zijn voordeel te doen met de moderne media - met name de televisie. Er zijn weinig premiers voor hem geweest -behalve misschien Benito Mussolini (maar daarmee houdt de vergelijking wel op)- die hun stempel zo sterk op de samenleving drukten. Op tv, billboards en in boekwerkjes die hij huis aan huis laat bezorgen, het is Berlusconi die de klok slaat. De gepolitiseerde publieke omroep Rai -waar de regering recht heeft op een meerderheid in de raad van bestuur en in de verdeling van journalistieke baantjes- buit Berlusconi optimaal uit. In journaals worden soms merkwaardige montages gemaakt van gebeurtenissen in het buitenland, waarbij het lijkt alsof Berlusconi de hoofdrol speelt.
Zich bewust van de macht van de media heeft Berlusconi er het land aan als die tegen hem worden ingezet. Juist deze week kwam Freedom House, een Amerikaanse organisatie die wereldwijd de persvrijheid bewaakt, met een rapport waaruit blijkt dat de persvrijheid in Italië aan banden ligt. Italië zou behoren in hetzelfde rijtje van landen die de persvrijheid inperken als Rusland en Marokko.
Maandelijks worden programma’s om onduidelijke redenen uit de ether gehaald. Twee weken geleden mocht een satirisch programma niet worden uitgezonden omdat de minister van Communicatie op de hak werd genomen. In dezelfde week kreeg ook een documentaire over de maffia rood licht.
De afgelopen jaren moesten ten minste vijf bekende journalisten van de publieke omroep wegens kritiek het veld ruimen.
Ondanks de ’gelijkschakeling’ van de pers staat de regering er in opiniepeilingen niet best voor. Als er nu Europese verkiezingen zouden worden gehouden, zou links winnen. Voor mediaman Berlusconi is het de komende zes weken alle hens aan dek. Het is voor de premier te hopen dat er niet al te veel rampen gebeuren, economisch zoals de affaire-Parmalat, militair wat de Italiaanse aanwezigheid in Irak betreft. Want met voetbal alleen verovert Berlusconi niet meer het hart van de Italianen.