Daarmee loopt het concern, dat 80 procent van de Nederlandse boerderijmelk verwerkt, vooruit op het fosfaatplan, dat vorige week door de zuivelsector werd bekendgemaakt. Dat treedt op zijn vroegst in maart 2017 in werking. FrieslandCampina wil zijn melkveehouders „stimuleren tijdig met de taakstelling van het sectorplan te beginnen”, aldus een verklaring.

Een tweede reden voor de zogeheten standstill-maatregel is dat het bedrijf meer melk dreigt te ontvangen dan de fabrieken kunnen verwerken. Begin dit jaar was dat ook al het geval. Toen kregen boeren die hun levering beperkten, enige tijd een premie uitbetaald. Uit gegevens van ketenorganisatie ZuivelNL blijkt dat Nederlandse boeren tot en met november ruim 8 procent meer melk hebben geleverd dan in dezelfde periode vorig jaar.

Op te veel geleverde melk zal FrieslandCampina vanaf 9 januari 90 procent van de maandelijkse zogeheten garantieprijs inhouden. Bedrijven die onder hun referentie blijven, krijgen juist een bonus. Boeren kunnen zelf hun referentie kiezen uit drie perioden: 20 augustus tot en met 17 september 2016 of 1 januari tot en met 31 maart 2016 of 13 november tot en met 12 december 2016.

De maatregel loopt door tot het moment dat het fosfaatplan van de zuivelsector in werking treedt, dus naar verwachting minimaal tot begin maart. Dat plan ligt momenteel ter goedkeuring bij de betrokken zuivelfabrikanten en boerenorganisaties. De ledenraad van FrieslandCampina heeft er inmiddels mee ingestemd, meldde het bedrijf woensdag.

Na goedkeuring door alle betrokkenen moet het ministerie van Economische Zaken het plan nog algemeen verbindend verklaren. Dat traject kost enige tijd, mede omdat het met Brussel moet worden afgestemd. De Europese Commissie blokkeerde eerder dit jaar de invoering van fosfaatrechten per 2017 omdat die zouden leiden tot ongeoorloofde staatssteun.

Met het fosfaatplan loopt de melkvee- en zuivelsector komend jaar al vooruit op de invoering van de wettelijke zogeheten fosfaatrechten in 2018. Beide moeten leiden tot vermindering van het aantal koeien in Nederland en daarmee de productie van fosfaat. Dat is nodig om de derogatie –een Brusselse ontheffing waardoor Nederlandse veehouders extra mest op grasland mogen uitrijden– te behouden