Syp Wynia: Allochtoon moet niet leven lang sneu zitten doen
Onder migranten bestaat een groeiend onbehagen over Nederland, concludeert het Sociaal en Cultureel Planbureau (SCP) in een donderdag verschenen rapport. Vanwaar die onvrede? Twee kenners van migratietrends komen tot verschillende analyses.
Van de Marokkaanse, Turkse en Antilliaanse Nederlanders voelt 60 procent zich thuis in Nederland. Tien jaar geleden lag dat percentage hoger.
Hoe valt dat groeiende onbehagen te verklaren?
Syp Wynia, journalist en columnist bij Elsevier en auteur van het boek ”Achter de dijken. Kleine geschiedenis van het moderne Nederland” (2014): „Je weet niet hoe diep dat onbehagen zit. Het kan voor migranten tactisch goed uitkomen om te zeggen dat ze zich niet welkom voelen in ons land. Ze weten dat Nederlanders gevoelig zijn voor dat soort uitlatingen. Feit is dat sinds de eeuwwisseling duidelijk werd dat veel Nederlanders ongenoegen ervaren over allochtonen en moslims. Het zit autochtonen bijvoorbeeld dwars dat de helft van de moslims sympathiseert met de aanslagplegers die in 2001 in Amerika islamitische terreur pleegden. Met de komst van Fortuyn en Wilders ging het deksel van de put. Problemen met allochtonen werden benoemd. Dan is het niet ondenkbaar dat allochtonen zich aangesproken of aangevallen voelen.”
Migratiedeskundige prof. dr. Leo Lucassen, onderzoeksdirecteur bij het Internationaal Instituut voor Sociale Geschiedenis in Amsterdam: „De groeiende onvrede onder allochtonen heeft te maken met het sterk toegenomen antimigratie- en antimoslimsentiment. In de politiek, maar ook op sociale media. Ik kan me voorstellen dat menig migrant denkt: Wil ik hier wel oud worden?”
Is er een link tussen de ”minder Marokkanen”-uitspraken van Wilders in 2014 en de groeiende onvrede onder allochtonen?
Wynia: „Ik heb de ”minder Marokkanen”-uitspraken van Wilders destijds smakeloos genoemd. Tegelijk vind ik dat hij daarvoor niet strafrechtelijk had moeten worden vervolgd. De vrijheid van meningsuiting moet royaal zijn. Ik stel vast dat de rechter hem heeft veroordeeld voor onder meer groepsbelediging, maar níét voor haatzaaien. Ik bepleit terughoudendheid om vergelijkingen te maken met Hitler of de Holocaust.”
Lucassen: „De link tussen Wilders’ uitspraken en groeiende onvrede onder migranten is er absoluut. Wilders zet systematisch en voortdurend een groep in een hoek. Bovendien krijgt hij ruim baan in de media. Dat voedt onbehagen onder allochtonen. Ik trek een vergelijking met antisemitisme. Voor de Tweede Wereldoorlog werden op allerlei plekken –in de winkel, op de radio– voortdurend Joden van allerlei kwaad beschuldigd.”
Een andere hoofdlijn uit het SCP-rapport is dat allochtonen weliswaar steeds betere schoolprestaties leveren, maar beduidend lastiger een baan krijgen dan autochtonen.
Wynia: „Discriminatie van allochtonen acht ik niet ondenkbaar. Veel bedrijven leggen toch heimelijk een rangorde aan bij het aannemen van personeel. Ik werd eens gebeld door de directeur van een grote pizzaketen. Die liet me weten dat er nauwelijks Marokkaans personeel werd aangenomen. Hij vond dat geen voorbeeldige werknemers, het bedrijf kon betere mensen krijgen. Andersom komt het ook voor dat werkgevers juist graag allochtonen willen. Bijvoorbeeld om in een telefoonwinkel te werken. Die allochtone werknemer voelt bijvoorbeeld goed aan wat de wensen zijn van jonge klanten uit migrantenkringen. Als premier Rutte Marokkanen oproept om te vechten voor een plek op de arbeidsmarkt, dan ben ik het met hem eens. Je moet als allochtoon niet een leven lang sneu gaan zitten doen.”
Lucassen: „Tal van onderzoeken tonen aan dat allochtonen minder snel worden uitgenodigd voor een sollicitatiegesprek. Je kunt beter Mark dan Mohammed heten.
Die achterstelling beperkt zich overigens niet tot migranten. Ook kinderen van lager opgeleide autochtonen vinden lastiger een baan.”