Kind met beperking vaker naar gewone school
Om meer kinderen met een psychische of fysieke beperking toch naar school te laten gaan, wordt de Leerplichtwet aangepast. „Een deel van de kinderen met een vrijstelling zit nu ongelukkig thuis maar kan misschien best gedeeltelijk naar school”, aldus staatssecretaris Sander Dekker van Onderwijs donderdag. Het gaat daarbij om zowel regulier als speciaal onderwijs.
Voordat ze deze kinderen vrijstellen van de leerplicht, moeten gemeenten voortaan eerst overleggen met het samenwerkingsverband van scholen in de regio. Het kan volgens het ministerie bijvoorbeeld zo zijn dat een kind niet in een gewone klas les kan volgen, maar wel in een klein klasje of deels vanuit huis.
Dekker wil dat artsen beter op de hoogte zijn van de onderwijsmogelijkheden voor kinderen met lichamelijke of psychische problemen. Om dat te bereiken overlegt hij met minister Edith Schippers en staatssecretaris Martin van Rijn (Volksgezondheid, Welzijn).
De laatste vijf jaar wordt steeds vaker vrijstelling verleend op basis van een artikel in de Leerplichtwet dat bepaalt dat kinderen met een zware psychische of lichamelijke beperking niet naar school hoeven. Voor een deel van de kinderen hoeven gemeenten volgens Dekker geen onderwijsaanbod te doen. „Zwaar gehandicapte kinderen in een zorginstelling bijvoorbeeld hebben overduidelijk terecht een vrijstelling gekregen.”
Begin dit jaar meldde de Nederlandse Stichting voor het Gehandicapte Kind (NSGK) dat Ouders van zwaar gehandicapte kinderen steeds vaker zelf klassen oprichten in gewone scholen. Die klassen worden gefinancierd met door ouders bij elkaar gelegd geld van het persoonsgebonden zorgbudgetten (pgb) en een bijdrage van de stichting. Gehandicapte kinderen zien dan leeftijdsgenoten aan wie ze zich kunnen optrekken.