Oost-Aleppo is het belangrijkste stedelijke gebied dat tot nog toe onder controle stond van diverse rebellengroepen. Die hebben tijdens gevechten in de afgelopen twee weken ongeveer twee derde van het stadsdeel verloren.

In een verklaring hebben de rebellen woensdag gevraagd om een „humanitair staakt-het-vuren”. Dat zou onmiddellijk moeten ingaan en vijf dagen moeten duren, zodat het leven van burgers wordt gespaard. De rebellen willen dat inwoners die hun kant van de stad willen verlaten daar de kans voor krijgen. Zo’n vijfhonderd mensen die acuut medische zorg nodig hebben, zouden onder toezicht van de VN geëvacueerd moeten worden.

De Syrische regering en bondgenoot Rusland hebben nog niet gereageerd op de noodkreet.

Aleppo werd voor het grondoffensief zeer hevig gebombardeerd door de luchtmachten van beide landen. De Russen voeren naar eigen zeggen al weken geen luchtaanvallen meer uit. Ze laten het gevecht over aan de grondtroepen van president Bashar al-Assad.

Een Russische officier is woensdag overleden, nadat hij eerder deze week gewond was geraakt door een artilleriebeschieting in Aleppo. Hij was volgens Defensie in Moskou als militair adviseur aanwezig aan de westkant van de stad, waar de regering het voor het zeggen heeft. Bij de beschieting werd een Russisch veldhospitaal geraakt en vielen direct al twee doden.

De rebellen in Oost-Aleppo willen van overgave tot nog toe niets weten. Rusland heeft aangekondigd snel met de VS te gaan praten over terugtrekking van de rebellen. Gewapende strijders die achterblijven zullen „als terroristen en extremisten” worden behandeld, dreigde minister van Buitenlandse Zaken Lavrov maandag nog.