Tot de groep van toegetreden naties behoren Cyprus, althans het Griekse deel ervan, Estland, Hongarije, Letland, Litouwen, Malta, Polen, Slovenië, Slowakije en Tsjechië. Zij vergroten het aantal EU-burgers met 75 miljoen tot een totaal van ruim 450 miljoen.

„Vijf decennia nadat ons project van de eenwording begon, is er aan de verdeling zoals we die kenden tijdens de periode van de Koude Oorlog definitief een einde gekomen. We leven nu voor eens en voor altijd in een verenigd Europa”, verklaarde voorzitter Prodi van de Europese Commissie ter gelegenheid van de historische gebeurtenis.

Premier Balkenende zei in de Ierse hoofdstad: „Deze dag kenmerkt zich door optimisme gezien de perspectieven die de uitbreiding biedt voor het bevorderen van de stabiliteit en voor het versterken van de Unie als waardegemeenschap en gezien de kansen die er over en weer uit voortvloeien op economisch terrein.”

Hij waarschuwde tegen euroscepticisme in ons land. „Nederland is altijd internationaal georiënteerd geweest. We stonden mede aan de wieg van de EU. We moeten ons ook thans bewust zijn van de mogelijkheden. Onze toekomst ligt in Europa”, benadrukte de minister-president, die er verder op wees dat het bedrijfsleven volop investeert in de nieuwe lidstaten.

Balkenende constateerde dat onder de regeringsaanvoerders breed de wens leeft om de onderhandelingen over de Europese grondwet op de top van 17 en 18 juni af te ronden. „Dat zijn we ook wel verplicht”, voegde hij daaraan toe, waarbij hij toelichtte dat het beoogde constitutioneel verdrag de spelregels zal bevatten om de Unie in vergrote samenstelling soepel te laten functioneren.

De Ierse premier Ahern, die momenteel het EU-voorzitterschap bekleedt, begint deze week aan een rondreis langs zijn collega’s voor overleg over de resterende knelpunten.