Joodse kolonist begraaft vrouw en dochters
David Hatuel staat te huilen bij vijf hoopjes bruine aarde. Het zijn de verse graven van zijn vrouw en zijn vier dochters. „Ik ben helemaal alleen, er is niemand meer”, fluistert hij.
Gewapende Palestijnen hebben eerder op de dag Hatuels gezin doodgeschoten. Hatuels vrouw Tali, 34 jaar oud en acht maanden zwanger, reed met haar vier dochters van hun woonplaats, een nederzetting in de Gazastrook, naar de Israëlische stad Ashkelon. Daar worden zij vijf uur later begraven.
Tali en haar dochters waren op weg naar een demonstratie tegen het plan van de Israëlische premier Ariel Sharon voor ontmanteling van de nederzettingen op de Gazastrook, waarover de Likud-leden zondag konden stemmen. Onderweg openden Palestijnen het vuur op de witte stationcar van het merk Citroën.
De auto raakte van de weg. De schutters renden naar de auto en schoten de inzittenden van dichtbij dood: behalve Tali de 11-jarige Hila, Hadar van 9, Roni van 7 en de 2-jarige Merav. De Israëlische televisie heeft beelden laten zien van de doorzeefde auto. „Een Joods hart stemt nee”, luidde de tekst van een sticker op de motorkap. Twee felroze schoentjes lagen op de met bloed doorweekte vloermatten.
De Joodse kolonisten vinden dat Sharon met zijn plan voor ontmanteling de Palestijnen beloont voor terreurdaden zoals deze. „Opheffing van de nederzettingen, een overwinning voor de terreur”, luidde de tekst van een bumpersticker op de witte Citroën.
Op de begrafenis biedt David Hatuel zijn dode vrouw en dochters zijn excuses aan voor het feit dat hij zo weinig thuis is geweest. Hatuel heeft zich actief ingezet tegen het plan van Sharon. „Vrijdag nog maakten de meisjes een tekening voor me. Papa, zeiden ze, we zijn heel trots dat je zo hard werkt om ons huis te redden.” Zijn bloemen, noemt Hatuel zijn dochters.
Hatuels vrouw was maatschappelijk werkster en begeleidde de nabestaanden van slachtoffers van Palestijnse aanslagen. „Alles wat ik heb gedaan, deed ik voor haar”, zegt Hatuel.